Betreffende het eerste bezwaar, de ontsluiting, overweegt de rechtbank als volgt. De Sylsterdyk is één van de wegen die in verband met een goede ontsluiting van landbouwgronden en - bedrijven is verbeterd. Deze verbetering betreft het verbreden van het cunet en het aanbrengen van verharding. Op grond van het bepaalde in artikel 223 van de Landinrichtingswet worden de kosten die ten laste komen van de gezamenlijke eigenaren (35% van de totale verbeteringskosten zoals de Landinrichtingscommissie onbetwist heeft gesteld) omgeslagen over de kavels naar de mate van het nut dat de landinrichting voor de eigenaar heeft gehad. De beoordeling van het nut gebeurt op basis van de Regeling herverkaveling en de Nadere regels. In de brochure zijn de aanwijzingen en gegevens, behorende bij de vaststelling van de Nadere regels gegeven. Overeenkomstig artikel 4 van de Regeling herverkaveling is de ontsluiting van huiskavels, bedrijfskavels of veldkavels een objectieve factor op grond waarvan het nut wordt bepaald. De toestand van de grond wordt bij de eerste en tweede schatting vastgelegd in kwaliteitsklassen die zien op verbetering van wegen en het aanleggen van nieuwe wegen. Het is daarom redelijk en billijk dat de eigenaren die objectief gezien nut ondervinden van de verbetering (en de aanleg van nieuwe wegen) een bijdrage leveren aan de kosten die zijn gemaakt om deze verbeteringen mogelijk te maken.
Voor de bepaling van het nut van de ontsluiting van de kavels zijn in de Nadere regels 5 kwaliteitsklassen opgenomen. Voor de indeling in een klasse zijn bepalend: de afstand van de kavel tot de dichtstbijzijnde openbare verharde weg en de kwaliteit van de weg. Bij dit laatste speelt de openbaarheid van de weg geen rol. In de brochure is daarover vermeld:
"Door in het kader van de ruilverkaveling aangelegde verharde (openbare) wegen of door de verbetering van onverharde of semi-verharde wegen tot verharde (openbare) wegen wordt de afstand verkort".
Gelet op de systematiek waarmee het nut bepaald wordt kan in het midden blijven of de Sylsterdyk in de inbrengsituatie als openbare weg moet worden aangemerkt nu verbetering een op zichzelf staande factor is die tot nut leidt. De Sylsterdyk moet daarom, in tegenstelling tot de inbrengsituatie, als een verbeterde openbare weg worden aangemerkt in de berekening met als gevolg dat afstandsverkorting optreedt. Deze leidt via de klasse-indeling tot toekenning van nutspunten.
Reclamante heeft er verder op gewezen dat zij als gevolg van ontwikkelingen (de aanleg van de Haak om Leeuwarden) geen nut meer heeft van de Sylsterdyk. Deze ontwikkeling vormt echter geen omstandigheid waarmee bij de bepaling van het nut rekening gehouden kan worden nu deze omstandigheid buiten de landinrichting staat.
Ten slotte wordt de stelling van reclamante dat zij dubbel wordt aangeslagen verworpen. Terecht heeft de Landinrichtingscommissie opgemerkt dat voor zover de ingebrachte weg een schattingswaarde vertegenwoordigt, verrekening van eventuele onderbedeling plaatsvindt op basis van geactualiseerde schattingswaarde. Van dubbele aanslag is geen sprake.