Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNNE:2016:1913

Rechtbank Noord-Nederland
20-04-2016
15-07-2016
4792733 AR VERZ 16-27 e.v.
Civiel recht
Rekestprocedure

Zie ook: ECLI:NL:RBNNE:2016:1914

Ontslag op staande voet wegens nevenactiviteiten en belangenverstrengeling.

Rechtspraak.nl
AR 2016/2097
AR-Updates.nl 2016-0793
VAAN-AR-Updates.nl 2016-0793

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht

Locatie Assen

zaak-/rolnummers: 4792733 AR VERZ 16-27, 4792755 AR VERZ 16-28, 4792768 AR VERZ 16-29

beschikking van de kantonrechter ex artikel 7:681 BW van 20 april 2016

[verzoeker]

wonende te [woonplaats verzoeker] ,

verzoekende partij,

gemachtigde: mrs. W.W.J. Ribbers en S.J.E. van Bergen,

tegen

CRH STRUCTURAL CONCRETE B.V.

gevestigd te Veenoord,

verwerende partij,

gemachtigden: mrs. J. Kalisvaart en I. Staps-Geenen,

Partijen zullen hierna [verzoeker] en CRH worden genoemd.

1 Het procesverloop

1. [verzoeker] heeft bij verzoekschrift van 29januari 2016 de kantonrechter - samengevat -

verzocht om:

- het door CRH op 15 december 2015 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen;

- te bepalen dat CRH gehouden is [verzoeker] toe te laten om de bedongen werkzaamheden te

verrichten op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag;

- te bepalen dat CRH vanaf 15 december 2015 gehouden is tot betaling van het salaris van

€ 6.511,24 bruto per maand, te vermeerderen met € 260,00 ter zake een bruto

onkostenvergoeding en te vermeerderen met 8% vakantietoeslag, een bonus van één

maandsalaris, wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en wettelijke rente;

- CRH te veroordelen tot betaling van de proceskosten.

1.2.

[verzoeker] heeft ook een verzoek gedaan om op grond van artikel 223 van het Wetboek

van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige voorziening te treffen die er

samengevat uit bestaat dat CRH het salaris doorbetaalt vanaf 19 november 2015 voor zolang in de bodemprocedure niet anders is beslist.

1.3.

CRH heeft op 25 maart 2016 een verweerschrift ingediend.

1.4.

De zaak is gelijktijdig behandeld met het door CRH ingediende voorwaardelijk

verzoek ex artikel 7:671b BW (zaaknummer: 4737116 AR VERZ 16-5). Partijen hebben

pleitaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen

overigens ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan

de zitting hebben partijen bij brieven van 29 maart 2016, 31 maart 2016 en 1 april 2016 nog

nadere stukken toegezonden.

1.5.

De beschikking is daarna bepaald op vandaag.

1.6.

Bij brief van 5 april 2016 heeft mr. Van Bergen zijdens [verzoeker] naar aanleiding

van de door CRH op 1 april 2016 ingediende producties 27 en 28 geschreven dat uit navraag

en onderzoek op kantoor na de zitting is gebleken dat zij deze producties niet ontvangen

heeft. Zij overlegt een e-mail van 4 april 2016 van mr. Staps aan haar die schrijft abusievelijk de producties niet te hebben verzonden.

2 De feiten

2.1.

CRH exploiteert een onderneming in Veenoord die zich toelegt op het vervaardigen

van en de handel in producten voor de bouw in de breedste zin. De zogeheten Buigcentrale is

een bedrijfsonderdeel van CRH.

2.2.

De heer [broer 1] was productieleider van de Buigcentrale. Zijn broer [broer 2] was daar de accountmanager (beiden met ingang van 1 oktober 2011). [broer 1] en [broer 2] zijn samen eigenaar van de besloten vennootschap [bedrijf broers]

In de loop van 2014/2015 hebben CRH en de [broers] overleg gevoerd over de

overname van de Buigcentrale. Deze gesprekken hebben uiteindelijk niet tot dit resultaat

geleid en CRH heeft de arbeidsovereenkomsten van de [broers] op 10 december

2015 met onmiddellijke ingang opgezegd. Op 14 januari 2016 heeft de behandeling van de in

dit verband door CRH en de [broers] ingediende verzoeken c.q. vorderingen bij de

kantonrechter van deze rechtbank plaatsgevonden (zaaknummers 4693787 AR VERZ 15-59

e.v.). De kantonrechter heeft in die procedure de zaken aangehouden voor bewijslevering

waarbij CRH kort gezegd is toegelaten tot het bewijs dat de [broers] betrokken zijn

geweest bij het, buiten medeweten van CRH, beneden de marktprijs doorverkopen van aan

CRH geleverde rollen staal aan Kropp Stahl. De door de [broers] in dit verband

ingediende voorlopige voorzieningen tot doorbetaling van het loon zijn toegewezen.

2.3.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum verzoeker] 1965, is op 1 april 2008 in dienst getreden bij CRH.

De laatste functie die hij bij CRH vervulde, is die van Plantmanager, met een salaris van

6.511,24 bruto, exclusief emolumenten. Uit hoofde van zijn functie was [verzoeker]

ook eindverantwoordelijk voor de Buigcentrale. De heer [leidinggevende] (hierna: [leidinggevende] ) - tot 31 augustus 2015 algemeen directeur van CRH - was de leidinggevende van [verzoeker] tot

laatstgenoemde datum.

2.4.

In de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] staat in artikel 10 opgenomen:

“Nevenactiviteiten: De werknemer zal geen gehonoreerde nevenactiviteiten verrichten, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever. De werknemer zal geen gelden of andere beloningen van derden aannemen in verband met zijn

werkzaamheden voor de werkgever en/of met hem gelieerde rechtspersonen.”

2.5.

In 2011 is het uitzendbureau Concrete People ingeschreven bij de Kamer van

Koophandel. In het onderstaande schema staan de aandeelhouders van Concrete People

weergegeven. Hierbij wordt opgemerkt dat [verzoeker] aanvankelijk samen met zijn partner (hierna ook te noemen: zijn vrouw), [partner verzoeker] , aandeelhouder/eigenaar was van de besloten vennootschap HACO B.V., maar dat hij zich in 2012 als aandeelhouder uit deze vennootschap heeft laten uitschrijven.

[afbeelding 1]

2.6.

Concrete People heeft [leidinggevende] toestemming gevraagd om mensen in te huren voor

de Buigcentrale. [leidinggevende] heeft hier namens CRH aanvankelijk toestemming voor gegeven

voor de periode van een half jaar. CRH heeft deze toestemming in 2012 ingetrokken wegens

een mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling. Er is toen afgesproken dat CRH geen

zaken meer zou doen met Concrete People, maar uitzenduren zou inkopen bij uitzendbureau

Tempo Team. Het stond Tempo Team daarbij in beginsel vrij om een aanvraag te verleggen

naar Concrete People.

2.7.

Tegenover de locatie van de Buigcentrale, aan de overzijde van de weg, bevindt zich

een zogenoemde Hal E op het adres aan de Boerdijk 29 te Veenoord. Aan de achterzijde van deze hal zit een kantoorgebouw. Voor dat kantoorgebouw staat een bord waarop de naam BMN staat. De besloten vennootschap Noordelijk Vlechtbedrijf B.V. (hierna: NVB) is enig aandeelhouder en bestuurder van BMN. In onderstaand linker schema zijn de belangen en de zeggenschap in NVB/BMN/Hal E weergegeven. In het rechter schema staat aangegeven hoe de werkzaamheden voor de Buigcentrale door NVB/NBM/Hal E worden gedaan.

[afbeelding 2]

2.8.

In verband met een vermoeden van onregelmatigheden in de Buigcentrale en Hal E en de mogelijke doorverkoop van een partij staat afkomstig van CRH aan Krop Stahl door de [bedrijf broers] , heeft CRH eind november 2015 Hoffmann Bedrijfsrecherche ingeschakeld. Hoffmann Bedrijfsrecherche is eind november 2015 een onderzoek gestart en heeft in dat verband met [verzoeker] op 19 november 2015 een gesprek gevoerd. Van dit gesprek is een verslag opgemaakt dat [verzoeker] heeft ondertekend.

In dit verslag staat als verklaring van [verzoeker] onder meer het volgende opgenomen:

"(…) U vraagt mij naar Hal E. [broer 2] koopt wapening in die hij vervolgens verkoopt namens CRH. (…) In Hal E zit het Noorderlijk Vlechtbedrijf en dat is een van de bedrijven waar [broer 2] inkoopt en verkoopt. (…) [broer 2] bepaalde zo ongeveer zelfstandig wat hij inkocht en tegen welke prijzen. Hij legde dat niet aan mij voor. (…) Het Noorderlijk Vlechtbedrijf factureert aan CRH en die facturen werden gecontroleerd door [broer 1] en [broer 2] . Ik keek er vervolgens ook nog een keer overheen. (…) Vanuit de buigcentrale werd er inderdaad werk uitbesteed. (…) Op Hal E staat inderdaad BMN. Ik heb geen idee wat de relatie is tussen dit bedrijf en het Noordelijk Vlechtbedrijf. Ik heb geen idee wie er achter beide bedrijven zitten. Ik heb gehoord dat er medewerkers in onze kleding rondliepen. (…) We hebben inderdaad heel veel signalen ontvangen over de buigcentrale. De centrale is eigenlijk altijd een zorgenkindje geweest. (…) U vraagt mij bij wie de medewerkers van BMN of het Noorderlijk Vlechtbedrijf in dienst zijn. Ik heb geen idee, daar kan ik dus niets over zeggen. Er staat bij BMN inderdaad weleens een Alfa Romeo. Ik heb geen idee van wie die auto is. (…) Concrete People is in 2010 of 2011 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven door [broer 2] en/of [zwager verzoeker] . [zwager verzoeker] is de broer van mijn vriendin [partner verzoeker] . [broer 2] en [broer 1] hadden samen 50%, [zwager verzoeker] had 25% en ik had ook 25%. Vervolgens hebben we aan [leidinggevende] toestemming gevraagd om via Concrete People mensen in te huren voor de buigcentrale. Dat mocht en heeft ongeveer een half jaar geduurd. Daarna kwamen er vanuit de OR vragen over belangenverstrengeling en daar was eigenlijk ook wel sprake van. Het inhuren via Concrete People is daarna dus gestopt. Ik ben uit Concrete People gestapt en heb mijn aandelen in het bedrijf overgedragen aan [zwager verzoeker] , en de [broers] . Ik heb daar niets voor ontvangen. Of de samenstelling van de aandeelhouders later nog is gewijzigd weet ik niet. Ik heb wel begrepen dat het best wel goed gaat met het bedrijf. Ik verwacht niet dat Concrete People mensen levert aan het Noordelijk Vlechtbedrijf of aan BMN. Het zou kunnen, maar ik verwacht het niet. Op die rode Alfa staat inderdaad een vermelding van Concrete People, dat klopt. Ik trek daar geen conclusies uit. (…) Ik heb geen idee wat ze daar doen. Als jullie het mij formeel vragen, zeg ik dat ik niet denk dat Concrete People daar mensen levert. Ik denk niet dat BMN en het Noordelijk Vlechtbedrijf mensen inhuurt via Concrete People, schrijf dat maar op. (…) Ik weet niet wie er buiten de [broers] en [zwager verzoeker] een belang hebben in Concrete People. [partner verzoeker] , mijn vriendin, heeft samen met [zwager verzoeker] , haar broer een belang in een assurantiebedrijf. [partner verzoeker] zit in meerdere BV's, ik weet niet precies hoeveel en welke. (…) De naam HACO zegt mij inderdaad wel wat. Dat is een BV die door mij is opgericht in 2010 of 2011. HACO staat voor [verzoeker] en [partner verzoeker] . Ik was voor 100% eigenaar van deze BV. Ik denk tot 2012 of 2013. Ik heb mij toen laten uitschrijven en ik heb de aandelen terug gedaan aan de overige aandeelhouders. Dat waren [zwager verzoeker] , [broer 2] en [broer 1] . [partner verzoeker] zat er niet in en heeft er nooit in gezeten.

Ik ben inderdaad niet helemaal eerlijk geweest. Ik wil daar nu open in zijn. Mijn aandelen in HACO heb ik overgedragen aan de aandeelhouders, de [broers] en [zwager verzoeker] en zij hebben die aandelen op hun beurt overgedragen aan [partner verzoeker] , mijn vriendin. Jullie vragen mij of ik weet of Concrete People mensen heeft geleverd aan het Noordelijk Vlechtbedrijf of BMN. Dat weet ik niet. Ik heb wel meermalen tegen [broer 2] gezegd dat hij dat niet moet doen, want dat is belangenverstrengeling.

Ik weet niet of hij zich daaraan heeft gehouden. Ik heb aanvankelijk niet aan jullie gemeld dat [partner verzoeker] mijn aandelen in HACO heeft overgenomen, omdat ik nog altijd hoop dat er wat geld aan verdiend kan worden. Wij krijgen nu ieder kwartaal een fee overgemaakt van € 750,-. Concrete People maakt dat geld over naar HACO, [bedrijf broers] en [bedrijf zwager] . (…) Ook het Noordelijk Vlechtbedrijf bestaat uit HACO BV, de [broers] en [zwager verzoeker] met een van zijn B.V. Bij mijn weten heeft [katvanger] ( [achternaam katvanger] - ktr) de B.V. ingeschreven. (…) Ik denk dat de taakverdeling ieder 33% is. [katvanger] heeft geen aandelen. Hij is inderdaad een soort van katvanger (…) Het is opgericht voor extern vlechtwerk. [broer 2] heeft inderdaad namens CRH werk uitbesteed aan zijn eigen bedrijf, te weten het Noordelijk Vlechtbedrijf. (…) De fee van het Noordelijk Vlechtbedrijf is begonnen op € 250,- per kwartaal en het is nu € 350,- per kwartaal. Ik ben er altijd vanuit gegaan dat er geld werd verdiend aan het werk dat werd uitbesteed. (…) Met BMN hebben we dezelfde constructie toegepast. Het klopt inderdaad dat het Noordelijk Vlechtbedrijf de enige aandeelhouder is van BMN. Ik wist niet precies hoe dat zat. Ik denk niet dat er bij het Noordelijk Vlechtbedrijf onder het KOMO-label wordt gewerkt. Dat is voor het CHR inderdaad wel een vereiste. (…) Ik heb mij nooit willen verrijken ten koste van CRH. Mijn rol is gewoon niet goed. Of er sprake is van belangenverstrengeling? Ja, inderdaad, maar ik heb er niet veel aan verdiend. Al met al heeft HACO met al die BV's niet meer dan € 2.000,- verdiend. Binnen CRH weet buiten [broer 1] , [broer 2] en ikzelf niemand dat wij bij die BV's betrokken zijn. Jullie hebben mij een spiegel voorgehouden. Het was moeilijk, maar ik ben nu wel eerlijk geweest. (…)".

2.9.

Bij brief van 26 november 2015 aan CRH heeft de gemachtigde van [verzoeker]

kanttekeningen bij voornoemd gespreksverslag gemaakt. De gemachtigde schrijft dat [verzoeker] op een zeer intimiderende manier is ondervraagd, dat hem woorden in de mond zijn gelegd en dat hij is gedwongen het gespreksverslag te ondertekenen.

2.10.

Hoffmann Bedrijfsrecherche heeft van 27 november 2015 tot 4 december 2015

aanvullend verschillende (ingeleende) medewerkers van CRH gehoord en nader onderzoek

gedaan. Hoffmann Bedrijfsrecherche heeft van dit onderzoek een definitieve rapportage

opgemaakt (Hoffmann I). Ten aanzien van [verzoeker] staat als conclusie in deze rapportage

onder meer vermeld:

"Gebleken is dat de partner van de heer [verzoeker] , mevrouw [partner verzoeker] , als enig aandeelhouder van HACO B.V. aandeelhouder is van NVB/BMN. Ook is tijdens het onderzoek vastgesteld dat de heer [verzoeker] actief betrokken is bij NVB, BMN en Concrete People. (…) Vastgesteld is dat er sprake is van ongeoorloofde nevenactiviteiten en belangenverstrengeling. Dit is in strijd met de binnen CRH geldende en Zakelijke Gedragscode en de arbeidsovereenkomst van de heer [verzoeker] . Tijdens het onderzoek werd bekend dat de heer [verzoeker] op de hoogte was van de werkzaamheden die door de heren [broers] werden uitbesteed aan hal E. Mede gezien het facturatieproces waarin de heren [broers] en de heer [verzoeker] een (eind) controle functie vervulden maar ook blijkens de gesprekresultaten werd duidelijk dat de heer [verzoeker] op de hoogte was van het feit dat NVB/BMN in hal E de werkzaamheden voor de buigcentrale uitvoerden. (…)".

2.11.

Verder staan in bijlage 32 van dit rapport onder meer de volgende WhatsApp

berichten, uit een WhatsApp groep bestaand uit de [broers] , de heer [zwager verzoeker] (hierna: [zwager verzoeker] ) en [verzoeker] , vermeld:

"1-3-2015: 17:08 uur: [verzoeker] :

Morgen ook graag overleg om auto van [A] in 1 keer te betalen. Dan zien [A] en [katvanger] ook de noodzaak om nog actiever te worden.

1-3-2015: 17:39: [broer 2] :

We moeten wel "speelruimte" houden

1-3-2015: 18:38: [verzoeker] :

Snap ik..Maar het zijn wel schulden en de uren zitten nu ronde de 700 uur die de boys wegzetten. We kunnen ons ook geen verrassingen veroorloven. Betaald is betaald Zeg maar.

1-3-2015: 18:43: [zwager verzoeker] :

Half 10 vergadering?

1-3-2015: 18:43: [verzoeker] :

Ik kan niet aanwezig zijn [broer 2] [B] zijn er wel.

9-3-2015: 17:57: [zwager verzoeker] :

Klinkt veel

9-3-2015:19:35: [verzoeker] :

Is mooi ordertje ik denk 100ton staal

9-3-2015: 20:47: [zwager verzoeker] :

Mooi overzicht in de mail [verzoeker] . Heb wel toelichting nodig. X op groot scherm? Brainstormen?

9-3-2015: 20:50: [verzoeker] :

Deze week lukt niet meer. Begin volgende week op een avond in le garage?

9-3-2015: 21:00: [zwager verzoeker] :

Ja wat mij betreft oke

1-4-2015: 10:00: [broer 2] :

Morgen afspraak met [leidinggevende]

1-4-2015: 10:01: [verzoeker] :

Spannend

1-4-2015: 10:01: [verzoeker] :

Ff bedenktijd kopen he? En waar?

1-4-2015: 10:02: [broer 2] :

Veenoord, tijdens de lunch

2-4-2015:18:56: [verzoeker] :

Wat zei accountant? Mooi voorstel?

2-4-2015: 18.56: [broer 2] :

Die werkt een voorstel uit.

2-4-2015: 18:57: [verzoeker] :

Voor CRH of voor ons

2-4-2015: 18:58: [broer 2] :

Voor ons

20-4-2015: 6:41: [zwager verzoeker] :

Mooi

14-6-2015: 8:01: [verzoeker] (met een ander telefoonnummer eindigend op 794 - ktr)

En vrijdag om 15.00 uur de buigcentrale actielijst doornemen?

1-7-2015: 12.51 [zwager verzoeker] :

Kunnen jullie mij voorkant en achterkant van jullie id pas of rijbewijs appen? Ben bezig met compagnons verzekering.

1-7-2015: 20:25: [zwager verzoeker] :

Management fee nota klaar maken jongens!

1-7-2015: 20:25: [verzoeker] :

Zelfde bedrag? Cp en Nvb?

1-7-2015: 21:01: [zwager verzoeker] :

Ja de verhoogde

2-7-2015: 4:29: [verzoeker] :

Oke komp goed

7-7-2015: 4:33: [verzoeker] :

En bij crh ben ik altijd de laatste die goedkeurt in de rij. Dat doe ik dagelijks

7-7-2015: 20:22: [zwager verzoeker] :

Aangepaste debi credi staan in dropbox

7-7-2015: 20:23: [zwager verzoeker] :

Voortaan actueel in dropbox

8-7-2015: 12:55: [verzoeker] :

Top

10-7-2015: 13:54: [zwager verzoeker] :

Zat gisteren te bedenken dat Bmn alle energie kosten betaald en nvb niet. Zullen we 75% van de nota door nvb laten betalen? En 2014 verrekenen met de financiering? (…)

10-7-2015: 9:55: [verzoeker] :

Scherp ja accoord

13-7-2015: 15:12: [verzoeker] :

Allemaal 2500 erbij?

13-7-2015: 15:26: [broer 2] :

Overgemaakt

13-7-2015: 16:01: [verzoeker] :

Snel ja Ik vanavond

13-7-2015: 20:10: [zwager verzoeker] :

Overgemaakt"

2.12.

In bijlage 33 van Hoffmann 1 staan verder nog onder meer de volgende WhatsApp

berichten uit die groep vermeld:

"12-2-2015:13:24: [zwager verzoeker] :

Deze nota's had ik niet ontvangen in de nvb.

12-2-2015: 13:32: [verzoeker] :

Gaat weer lekker

13-3-2015: 7:50: [A] :

Aanstaande donderdag gaat [C] mee naar BNI om BMN te introduceren. Daarna hebben [C] en ik een gesprek met Hemmes en Langeland over de montage van 10.000 zonnepanelen op Schiphol.

13-3-2015: 7:53: [verzoeker] :

Oke goed bezig

20-4-2015: 4:02: [verzoeker] :

Hoi allemaal Zullen we dinsdagmiddag 17:00 vergaderen onderwerp [afnemer] [broer 1] kan niet deze avond.

20-4-2015:4:04: [broer 2] :

Voor mij akkoord

20-4-2015:4:04: [verzoeker] :

En voortaan donderdag om de 14 dagen vergadering CP met een hapje daarbij. Om 17.00 uur Start as donderdag de 23ste.

20-4-2015: 5:20: [broer 1] :

Een week later past mij beter

20-4-2015:5:22: [verzoeker] :

We hoeven er niet altijd bij te zijn hoor als het maar regelmatig is.

27-4-2015: 19:14: [verzoeker] :

Hallo allemaal Dit weekend heb ik zoals beloofd een berekening gemaakt. De highlight zijn. Kosten [A] [katvanger] auto telefoons 100k (oa uurloon € 13,00 x 1,65)

Kostprijs tarief 1,59 gerekend met een gemiddeld tarief 1,85 met een gemiddeld uurloon van € 11,00 zijn we incl alle kosten 1300 uur per week nodig, om breakeven te draaien. Ik stuur morgen het excelbestand. Al met al zijn we op de goede weg met elkaar. Als we zo doorgaan zitten we vanaf juli op 2000 uur. Laten we deze koers uitzetten! Succes deze week."

2.13.

CRH heeft naar aanleiding van het rapport van Hoffmann Bedrijfsrecherche besloten

[verzoeker] te schorsen. Op 19 november 2015 is dit [verzoeker] mondeling medegedeeld en bij brief

van 20 november 2015 is dit schriftelijk bevestigd. CRH heeft hierbij aangegeven dat [verzoeker]

gedurende deze schorsing conform de personeelsregeling disciplinaire maatregelen geen

loon ontvangt.

2.14.

Bij brief van 8 december 2015 heeft CRH [verzoeker] uitgenodigd voor een gesprek op 10 december 2015 in het bijzijn van mevrouw [medewerker bedrijfsrecherche 1] en de heer [medewerker bedrijfsrecherche 2] van Hoffmann Bedrijfsrecherche. In de brief staat, voorzover van belang:

"Op 19 november jl. hebben we u geschorst voor de duur van het ingestelde onderzoek. Er zijn de nodige zaken aan het licht gekomen, die ons vooralsnog zeer ernstig voorkomen en die maken dat wij ons beraden over de te nemen arbeidsrechtelijke maatregelen.

Voordat we tot een definitief besluit komen, willen we u in de gelegenheid stellen te reageren. Wij nodigen u daarom uit voor een vervolggesprek (…)

Het staat u uiteraard vrij uw advocaat mee te nemen naar dit gesprek."

Na een op verzoek van de gemachtigde [verzoeker] verleend uitstel en verdere correspondentie met de gemachtigde van [verzoeker] heeft dit gesprek op de nader bepaalde dag van 15 december 2015 uiteindelijk niet plaatsgevonden. CRH heeft voorafgaand aan een eventueel gesprek niet de resultaten van Hoffmann Bedrijfsrecherche aan [verzoeker] willen afgeven.

2.15.

Bij brief van 15 december 2015 heeft CRH [verzoeker] daarop op staande voet

ontslagen. Zijdens [verzoeker] is hier bij brieven van 18 en 28 december 2015 tegen

geprotesteerd.

2.16.

Hoffmann Bedrijfsrecherche heeft op verzoek van CRH in maart 2016 nader onderzoek verricht. Op 21 maart 2016 heeft CRH een aanvullend rapport ontvangen (Hoffmann II). Hoffmann Bedrijfsrecherche concludeert in dit rapport:

"Ook is tijdens dit onderzoek vastgesteld dat [verzoeker] actief betrokken is bij NVB, BMN en Concrete People (…) De onderzoeksbevindingen uit het aanvullende digitaal onderzoek bevestigen de voorgaande conclusies. Uit de Whats-app berichten uit dit aanvullende onderzoek wordt wederom duidelijk dat er sprake was van belangenverstrengeling en dat de heer [verzoeker] en de heren [broers] ongeoorloofde nevenactiviteiten hebben verricht."

2.17.

In bijlagen 24 en 25 van dit rapport staan onder meer de volgende WhatsApp

berichten - van de groep [broer 2] , [broer 1] , [zwager verzoeker] en [verzoeker] -

vermeld:

"11-8-2013: 17:44: [verzoeker] :

Heej laten we maar gas geven op vlechtbedrijf

11-8-2013: 17:44: [verzoeker] :

En zorgen dat buig en vlechtbedrijf onz toekomst wordt

11-8-2013: 17:44: [verzoeker] :

Links of rechtsom

11-8-2013: 17:45: [verzoeker] :

Kunnen we de dingen doen die we willen

11-8-2013: 17:45: [verzoeker] :

En ons ondernemerschap nog beter benutten

26-3-2014: 10:13: [verzoeker] :

[medewerker CRH] (hoofd productie CRH - ktr )mist [broer 1] hij heeft info dat hij met jou weg is. [broer 1] moet goede reden bedenken. [medewerker CRH] wil weten waar zijn personeel zit. Bedenk maar iets van familie aangelegenheid fam. [broers] .

18-5-2014: 9:29: [verzoeker] :

Ha die [broer 2] (…) We moeten daarnaasst [katvanger] wel wat korter gaan houden. Ij heb het geviel dat hij een beetje brutaal wordt. Hij had [zwager verzoeker] aangesproken volgend [partner verzoeker] op een nigal brutale manier. (…)

18-5-2014: 9:30: [verzoeker] :

Laten we maar niets meer delen met hem. kan altijd tegen ons gebruikt worden.

18-5-2014: 9:31: [verzoeker] :

En als BMN onder noordelijk vlechtbedrijf hangt is dat altijd te herleiden. Ik denk dat het een aparte bv moet zijn en met geen [katvanger] als baas.

6-2-2014: 8:31: [zwager verzoeker] :

Noordelijk.nl Nvb-staal.nl Nvb-vlecht.nl Vlechter.nl Debeste.nl Iron.nl (…) Namen voor onze site (…) Deze zijn beschikbaar (…) Welke heeft voorkeur

6-2-2014: 12:36: [verzoeker] :

NVB VLECHT?

16-2-2014: 10:35: [verzoeker] :

Heren ik ben erg ontevreden hoe [katvanger] zijn rol invult. (…) Geen gezicht voor CP (komt niet over).

8-3-2014:9:35: [verzoeker] :

[broer 2] ? Extern werk uitbesteden naar nvb? Daardoor minder uitzenders nodig bij crh.

15-3-2014:11:33: [verzoeker] :

Dinsdag 09.00 uur? Hal bespreking? Plaats Buigcentrale veenoord?

18-3-2014:8:00: [verzoeker] :

Zullen we bij vd valk afspreken om 9.00 uur. Dat is veiliger (…)Je weet nooit wie langs komt

22-4-2014: 9:19: [zwager verzoeker] :

[verzoeker] , vrijdag morgen even bakkie doen bij vd valk? Even over [katvanger] kletsen.

22-4-2014: 9:51: [zwager verzoeker] :

Half 11?

22-5-2014:19:27: [verzoeker] :

Allemaal gefeliciteerd met dit resultaat, 2011 klein begonnen en kijk waar we nu staan

3-7-2014: 15:31: [verzoeker] :

Post [katvanger] niet vanuit veenoord nvb. Als crh accepteer ik geen rekening vanuit boerdijk 29 haha.

12-7-2014: 8:04: [zwager verzoeker] :

Morguh Is het niet verstandog om voor Bmn en voor nvb ieder 1 laptop of een eenvoudige pc te kopen? Dat is wel de beste manier om alles "gescheiden" te houden (…)

12-7-2014: [verzoeker] :

Dat is denk een goed idee (…) structuur aanleggen.

12-7-2014: [zwager verzoeker] :

En niet rommelen op pc met meerdere bedrijven.

13-8-2014: 9:47: [zwager verzoeker] :

Notaris gebeld.Bv moet een bestuurder houden.(..) maar als Bmn nu nvb als bestuurder krijgt als bestuurder en Visa Versa?

13-8-2014:10:27: [verzoeker] :

Okee"

2.18.

In bijlage 26 van rapport Hoffmann II staan WhatsApp berichten vermeld waarin de [broers] , [zwager verzoeker] en [verzoeker] het hebben over de naamgeving van NVB/BMN.

Van [verzoeker] staan hierbij onder meer de volgende WhatsApp berichten weergegeven:

"16-8-2013:5:35: Mooie naam NVB bv goed bedacht [broer 1] (…) NVB lijkt altijd een vertrouwde bij relaties (…) En is het natuurlijk ook (…) Succes allemaal met de nieuwe uitdaging".

[verzoeker] doet in deze berichten ook het voorstel om het later genoemde BMN, "Bouwbedrijf de kast" te noemen (WhatsApp bericht van 15-5-2014: 16:41) naar "k [zwager verzoeker] a [broer 1] en [broer 2] st van [verzoeker] ". Over de uiteindelijk gekozen naam BMN geeft [verzoeker] in deze WhatsApp berichten aan (WhatsApp bericht van 16-5-2014):

"BMN BV Bouw en montagebedrijf Noord (…) Vindt ik het meest duidelijk naar de klanten."

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] stelt - samengevat - ter onderbouwing van zijn verzoeken dat het ontslag op

15 december 2015 niet onverwijld gegeven is en dat er geen sprake is van een dringende

reden voor het op staande voet gegeven ontslag. Daarnaast stelt [verzoeker] dat hij op 19 november 2015 ten onrechte is geschorst zonder doorbetaling van het loon.

3.2.

[verzoeker] voert aan, omdat Hoffmann begin september 2015 al opdracht is gegeven om

onderzoek te doen naar de “onregelmatigheden”, hij met dat onderzoek pas op 19 november

2015 is geconfronteerd en vervolgens op 15 december 2015 op staande voet is ontslagen, dat geen sprake is van een onverwijld gegeven ontslag. [verzoeker] stelt verder dat de door CRH

aangehaalde redenen, niet een dringende reden voor een ontslag op staande voet vormen en

evenmin reden zijn voor een schorsing. [verzoeker] wijst er daarbij ook op dat de door CRH

aangehaalde regeling niet voldoet aan het kader dat de CAO aangeeft en dat [verzoeker] zich

bereid hield om te werken. [verzoeker] betwist verder de door CRH gemaakte verwijten en

betwist in het algemeen dat hij verwijtbaar heeft gehandeld.

3.3.

[verzoeker] stelt dat hij - tot de komst van het rapport Hoffmann I - niets wist van de aan

de [broers] gemaakte verwijten omtrent de staal transacties dan wel dat hij hiermee

enige bemoeienis heeft gehad. [verzoeker] maakt verder bezwaar tegen het door Hoffmann

Bedrijfsrecherche gevoerde onderzoek en stelt dat het gesprek op 19 november 2015 voor

hem aanvoelde als een intimiderend verhoor waarbij de door hem gedane uitlatingen tendentieus zijn vastgelegd en hij gedwongen werd om het verslag direct te tekenen. De in het rapport opgenomen verklaringen van hem kloppen volgens [verzoeker] niet en hij wijst daarbij op het gebrek aan hoor en wederhoor. [verzoeker] merkt hierbij ook op dat CRH zijn aanbod heeft geweigerd om na dit verhoor volledige openheid van zaken te geven.

3.4.

[verzoeker] erkent dat hij wist dat [broer 2] werkzaamheden uitbesteedde aan de

tegenover CRH gelegen Hal E en dat dit met name werk betrof dat gedaan werd door NVB.

Met deze werkzaamheden was er wat [verzoeker] betreft echter geen sprake van ongeoorloofde

(neven) activiteiten noch van belangenverstrengeling aan zijn kant en evenmin van

onregelmatigheden. De uitbesteding van werk moet naar stelling van [verzoeker] enkel geplaatst

worden in het licht van enerzijds de beoogde overname van de Buigcentrale door de

[broers] en anderzijds het feit dat de Buigcentrale al het werk dat zij in opdracht

kreeg niet zelf kon uitvoeren. Dit betrof aldus [verzoeker] dan met name externe werken. Toen

bleek dat voor intern gebruik bewapening door NVB werd geleverd, heeft hij (i.v.m. het

gebrek aan KOMO-certificering) ingegrepen.

3.5.

[verzoeker] stelt verder dat zijn partner [partner verzoeker] en niet hij (direct) betrokken is bij HACO en omdat al zijn aandelen in Concrete People zijn overgedragen aan zijn partner, hij ook geen enkel financieel belang meer heeft in Concrete People. Nog los van het feit dat CRH voor de activiteiten van Concrete People toestemming heeft verleend, is zijn bemoeienis dan wel betrokkenheid (bij de aandeelhouders) volgens [verzoeker] hoe dan ook niet aan te merken als een verboden betaalde nevenactiviteit. Dat hij actief betrokken zou zijn bij NVB of BMN blijkt naar inzien van [verzoeker] niet uit het onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche.

3.6.

Hoewel [verzoeker] betwist dat hij toestemming heeft gegeven voor de kennisname van

de WhatsApp berichten, blijkt hieruit naar zijn stelling ten slotte ook niet van

onregelmatigheden waarmee het belang van CRH te kort is gedaan.

4 Het verweer

4.1.

CRH concludeert tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van [verzoeker] tot

betaling van de proceskosten. CRH betwist dat het ontslag niet onverwijld gegeven zou zijn en stelt zich op het standpunt dat het door haar aan [verzoeker] gegeven ontslag rechtmatig is

geweest nu onomstotelijk is komen vast te staan dat [verzoeker] ongeoorloofde nevenactiviteiten

heeft ontplooid en sprake is geweest van belangenverstrengeling. CRH wijst hierbij op de

resultaten van het (aanvullende) onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche. Uit dit

onderzoek blijkt volgens CRH dat:

- [verzoeker] (stiekem) actief betrokken is geweest bij NVB, BMN en Concrete People, terwijl de arbeidsovereenkomst een verbod tot het verrichten van nevenactiviteiten bevat en er daarmee sprake is van onethisch gedrag en belangenverstrengeling;

- er in het algemeen en in Hal E onder leiding en toezicht van [verzoeker] (al dan niet tezamen

met de [broers] ) onrechtmatige gedragingen c.q. onregelmatigheden jegens CRH

hebben plaatsgevonden die [verzoeker] heeft nagelaten te melden;

- de onder leiding en toezicht van [verzoeker] werkzame heren [broers] ten minste twee keer,

buiten medeweten van CRH, voor eigen gewin materialen van CRH hebben verkocht en

geleverd aan Kropp Stahl;

- [verzoeker] in het kader van het onderzoek door Hoffmann Bedrijfsrecherche onwaarheden

heeft verteld en heeft nagelaten volledige openheid van zaken te geven.

CRH stelt dat dit alles voor haar onacceptabel is en maakt dat sprake is van een dringende

reden die het ontslag rechtvaardigt.

4.2.

CRH heeft [verzoeker] reeds in 2012 aangesproken op zijn ongewenste rol bij

Concrete People. Met het volgen van de training behorende bij de binnen CRH geldende

zakelijke gedragscode op 25 oktober 2015 is [verzoeker] er nogmaals op gewezen dat

belangenverstrengeling op geen enkele wijze wordt geaccepteerd.

4.3.

CRH stelt ten aanzien van de loonvordering van [verzoeker] dat primair de CAO, in

samenhang met de personeelsregeling, de mogelijkheid biedt om de loonbetaling stop te

zetten, terwijl dit subsidiair uit de maatstaven van de redelijkheid en billijkheid volgt.

4.4.

Bij toewijzing van enig bedrag aan [verzoeker] stelt CRH dat slechts aanspraak bestaat

op (bruto) onkostenvergoeding voor zover er daadwerkelijk kosten worden gemaakt en dat

geen aanleiding bestaat voor toekenning van enig bedrag aan vakantietoeslag en/of bonus.

CRH verzoekt in dat geval eveneens de gevorderde wettelijke verhoging te matigen tot nihil

en de wedertewerkstelling af te wijzen aangezien terugkeer van [verzoeker] enkel tot escalatie op

de werkvloer zal leiden.

5 De beoordeling

5.1.

Op de (verdere) stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, hieronder

nader ingegaan.

5.2.

De kantonrechter overweegt allereerst dat omdat in deze beschikking een uitspraak

in de hoofdzaak zal worden gedaan, er geen aanleiding is om op grond van artikel 223 Rv

een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening op grond van dat artikel

kan immers alleen worden getroffen voor de duur van het geding en dat eindigt met deze

beschikking.

5.3.

[verzoeker] heeft het verzoek tijdig ingediend, omdat het is ontvangen binnen twee

maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.

5.4.

Het gaat in deze zaak vooral om de vraag of het ontslag op staande voet door CRH

terecht is gegeven of moet worden vernietigd. De kantonrechter stelt bij de beoordeling

voorop dat het ontslag op staande voet een uiterst middel is en dat het slechts mag worden

gegeven als van de werkgever op grond van een dringende reden niet kan worden gevergd de

arbeidsovereenkomst nog langer te laten voortduren. Bij de beoordeling moeten alle

omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden

genomen. Ook geldt dat de dringende reden onverwijld aan de werknemer moet worden

meegedeeld.

5.5.

Een eerste en belangrijke stap voor de kantonrechter bij het beslechten van een

geschil is het selecteren en benoemen van de voor zijn beslissing van belang zijnde

vaststaande feiten. Het vaststellen van de feiten is een rechterlijke beslissing. Zeker in de onderhavige zaak ligt in de vaststaande feiten een groot deel van de motivering besloten.

De vaststaande feiten staan hierboven onder 2.1 tot en met 2.18 vermeld. Bij het vaststellen van de feiten en de verdere beoordeling heeft de kantonrechter geen gebruik gemaakt van de producties bedoeld in rechtsoverweging 1.6.

Op grond van de feiten komt de kantonrechter tot zijn oordeel dat [verzoeker] CRH een dringende reden heeft gegeven hem op staande voet te ontslaan. De kantonrechter heeft zich de vraag gesteld of de feiten ook een ander scenario kunnen dragen; een scenario dat [verzoeker] vrij pleit. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter niet het geval.

5.6.

De vastgestelde feiten leveren het beeld op dat [verzoeker] in zijn eigen belang - met

welk belang de kantonrechter gelijk stelt dat van zijn vrouw [partner verzoeker] - zich heeft

beziggehouden met andere ondernemingen dan CRH en daarvoor is betaald met een

(management)fee. Dat op zich levert al overtreding op van artikel 10 van de

arbeidsovereenkomst en een dringende reden omdat [verzoeker] als geen ander - hij was de

baas van de locatie Veenoord - behoorde te weten dat nevenactiviteiten zonder toestemming

niet zijn toegestaan, terwijl hij dat ook wist, getuige zijn eerder aan [leidinggevende] gevraagde toestemming voor deelname in Concrete People. Doordat na een halfjaar die toestemming werd ingetrokken moest het [verzoeker] te meer duidelijk zijn dat CRH geen belangenverstrengeling wilde.

5.7.

Het verloop van het gesprek met twee werknemers van Hoffmann Bedrijfsrecherche

op 19 november 2015 (rechtsoverweging 2.8) leert de kantonrechter dat [verzoeker] erg goed

wist dat hij fout zat, en heeft geprobeerd zijn betrokkenheid bij NVB/NBM/Hal E te

verdoezelen. Lopende het gesprek geeft hij meer en meer de werkelijkheid bloot en komt hij

tot de uitspraak: “Jullie hebben mij de spiegel voorgehouden. Het was moeilijk, maar ik ben

nu wel eerlijk geweest.”

De kantonrechter gelooft dat het gesprek voor [verzoeker] onverwacht is gekomen, maar stelt vast dat [verzoeker] het wel gedurende bijna drie uren heeft gevoerd. Dan is er gelegenheid te over geweest voor [verzoeker] om zich uit het gesprek terug te trekken, wat hij niet heeft gedaan. Ook heeft [verzoeker] het gespreksverslag ondertekend. De kantonrechter gelooft [verzoeker] niet wanneer deze zegt onder dwang te hebben verklaard en ondertekend. Daar indringend naar gevraagd op de zitting kwam [verzoeker] niet verder dan dat het gesprek onverwacht plaats vond, dat hij gespannen/zenuwachtig was en dat hij de ondervraging intimiderend vond. Die omstandigheden maken niet dat de kantonrechter twijfelt aan de correctheid van de inhoud van het gespreksverslag. Omdat het gesprek lang heeft geduurd en zich ontwikkelt van eerst ontkenning naar vervolgens erkenning, hecht de kantonrechter er veel waarde aan.

5.8.

Ook de inhoud van de WhatsApp berichten tonen de ongeoorloofde nevenactiviteiten

en belangenverstrengeling aan. De inhoud van die berichten is niet ontkend. De gebruikte

groep ( [broers] , [zwager verzoeker] en [verzoeker] ) maakt juist door de aanwezigheid daarin van een

niet-werknemer van CRH duidelijk dat de leden zich bezighouden met activiteiten die niet

plaatsvinden binnen de normale bedrijfsvoering van CRH. [zwager verzoeker] werkt niet bij CRH, is de

broer van [partner verzoeker] , de vrouw van [verzoeker] , en aandeelhouder/belanghebbende in

NVB/BMN/Hal E. In de WhatsApp berichten is CRH ook enkel betrokken als lijdend

voorwerp: [broer 2] laat Buigcentrale (=CRH) werk uitbesteden aan Hal E. [verzoeker] fiatteert de

facturen die Hal E daarvoor aan CRH stuurt. Door deze constructie heeft Hal E inkomsten.

De aandeelhouders/belanghebbenden bij Hal E (rechtsoverweging 2.7) hebben daar profijt van.

5.9.

De dringende reden die volgt uit de vaststaande feiten, zoals in de

rechtsoverwegingen 5.5 tot en met 5.8 uitgelegd, is [verzoeker] door CRH op 15 december 2015,

met het gegeven ontslag op staande voet, onverwijld meegedeeld. De kantonrechter

overweegt dat CRH na de uitkomst van het onderzoek door Hoffmann Bedrijfsrecherche en

de hierop verleende schorsing op 19 november 2015, nader onderzoek heeft verricht. Vast

staat dat dat CRH [verzoeker] na de afronding daarvan, eerst op 8 en later - op een uitstelverzoek

namens [verzoeker] - 15 december 2015, voor een gesprek heeft uitgenodigd. [verzoeker] heeft aan

de uitnodiging van CRH geen gehoor gegeven. Daarop heeft CRH op 15 december 2015 - de

dag waarop het gesprek zou plaatsvinden - het ontslag gegeven. De kantonrechter is van oordeel dat CRH voldoende voortvarend heeft gehandeld. Omdat [verzoeker] wel in de gelegenheid is gesteld om te reageren op de uitkomst van het onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche, gaat zijn stelling dat er geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden naar het oordeel van de kantonrechter evenmin op.

5.10.

Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet rechtsgeldig.

Het verzoek tot vernietiging zal worden afgewezen. Daarom zullen ook worden afgewezen

de door [verzoeker] nadrukkelijk aan de door hem gewenste vernietiging gekoppelde verzoeken tot wedertewerkstelling en betaling van het salaris c.a.

Dat brengt de kantonrechter - in het belang van [verzoeker] - tot een overweging over de inhouding van diens salaris tijdens de schorsing van 19 november 2015 tot 15 december 2015. De kantonrechter begrijpt het samenstel van de door [verzoeker] gedane verzoeken zo dat hij ook ten gronde het salaris over de periode 19 november 2015 tot en met 15 december 2015 heeft willen verzoeken.

Voor de inhouding van salaris tijdens een schorsing is een contractuele grondslag nodig. Deze sanctie betekent immers dat de aanspraken van [verzoeker] uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst worden verminderd. Omdat naar het oordeel van de kantonrechter een voldoende contractuele grondslag ontbreekt, kon CRH alleen gebruik maken van de mogelijkheid disciplinaire straffen op te leggen die de overeengekomen arbeidsvoorwaarden onaangetast laten. De verwijzing door de CAO naar de Personeelsregelingen, in welke onder het hoofdje Schorsing wordt gesproken over de ernst van de situatie dan wel overtreding, oordeelt de kantonrechter een onvoldoende contractuele grondslag. In het arrest Van der Gulik/Vissers & Partners heeft de Hoge Raad beslist dat een schorsing een oorzaak voor het niet verrichten van de bedongen werkzaamheden is die in de risicosfeer van de werkgever valt. Consequentie daarvan is dat een werknemer die door een schorsing zijn werkzaamheden niet verricht, zijn recht op loon behoudt. Volgens de Hoge Raad kan de werkgever zich niet eenzijdig onttrekken aan de verplichting tot betaling van loon. Dat is ook het geval indien de werkgever gegronde redenen heeft om de werknemer te schorsen of op non-actief te stellen en die schorsing of op non-actiefstelling aan de werknemer is te wijten.

5.11.

De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij grotendeels ongelijk krijgt. Deze kosten worden tot op heden aan de zijde van CRH vastgesteld op € 500,00 voor het salaris

van de gemachtigde.

De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt CRH - uitvoerbaar bij voorraad- tot betaling aan [verzoeker] van het salaris c.a. over de periode 19 november 2015 tot en met 15 december 2015;

wijst het verzoek voor het overige af;

veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de CRH vastgesteld op

€ 500,00 voor het salaris van de gemachtigde.

Aldus gegeven te Assen en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2016 door de

kantonrechter mr. R.TJ. Terpstra.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.