5.7.
Het is aan Prysmian om deugdelijk te onderbouwen dat [verweerder] (en niet [naam 2] ) degene is die in het kader van de interne reorganisatie moet afvloeien en dat de (arbeidsplaats van) [naam 2] bij het bepalen van de ontslagvolgorde buiten beschouwing moet worden gelaten. De kantonrechter van oordeel dat Prysmian dat onvoldoende heeft gedaan.
Zij neemt daarbij in aanmerking dat:
- [naam 2] in april 2017 is toegevoegd aan de afdeling Proces Engineering, op dat moment aan de organisatie is voorgesteld als PE en die functie ook op zijn salarisstrook wordt vermeld;
- er op het moment dat [naam 2] in Emmen kwam aldus Prysmian administratief ook nog geen functie CI Engineer/Manager bestond;
- uit de scan van [naam 3] , de adviesaanvraag aan de OR, de toelichtingen van Prysmian aan de OR en het UWV en de functiebeschrijving van een PE naar voren komt dat "continuous improvement" tot het takenpakket van de PE's behoorde;
- [naam 3] in zijn scan ook niet spreekt over (het introduceren van) een geheel nieuwe functie op de afdeling Proces Engineering maar over de kans om een PE in "continuous improvement" te specialiseren;
- in hoofdstuk B van de adviesaanvraag aan de OR staat dat de afdeling Proces Engineering per 1 september 2017, inclusief de leidinggevende [naam 1] en inclusief een PE voor "continuous improvement" uit zes medewerkers bestaat en Prysmian heeft bevestigd dat ook [naam 2] in die formatie is meegenomen;
- in het bij die aanvraag gevoegde organogram "Process Engineering AS IS" (sheet 14), tussen de 5 PE's die onder de PE manager werken geen onderscheid naar aandachtsgebied/functie wordt gemaakt;
- de afdeling Proces Engineering volgens het bij de aanvraag gevoegde organogram "Proces Engineering TO BE" (sheet 15) na reorganisatie uit 5 "white collars" bestaat, te weten 1 PE manager, 1 CI Engineer en 3 PE's met elk een eigen aandachtsgebied;
- in hoofdstuk C van de adviesaanvraag voor de afdeling Proces Engineering wordt toegelicht dat "continuous improvement" voor de komende jaren belangrijk is en dat die positie expliciet zal worden maakt, wat er op duidt dat de positie CI Engineer structureel tot de formatie van die afdeling behoort en niet slechts een tijdelijke functie is in het kader van een opleidingstraject die bij vertrek van [naam 2] vervalt;
- Prysmian ter zitting ook heeft bevestigd dat de één van de andere PE's na vertrek van Rinanldi "continuous improvement" voor zijn rekening zal gaan nemen;
- Prysmian geen functiebeschrijving heeft verstrekt waaruit blijkt wat concreet de taken, competenties, opleidingseisen en salarisvoorwaarden van een CI Manager/Engineer zijn en dat deze in (voldoende) relevant opzicht afwijken van die van een PE;
- Prysmian niet gemotiveerd betwist dat [naam 2] zich vooral bezig houdt met "Kaizens" die direct gerelateerd zijn aan de productieomgeving, zich nog steeds als PE presenteert en onder leiding van de manager van de afdeling Proces Engineering (ook) werkzaamheden verricht die tot het takenpakket van [verweerder] behoorden;
- Prysmian niet weerspreekt dat [verweerder] ook een "Kaizen-opleiding" heeft gevolgd en zich met het verbeteren van processen bezig heeft gehouden.
Tegen deze achtergrond heeft Prysmian onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er een redelijke grond is om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te beëindigen. Het ontbindingsverzoek zal daarom worden afgewezen. Dat het loon van [naam 2] aldus Prysmian aanzienlijk lager is dan dat van [verweerder] is in dit geval onvoldoende om daarover anders te oordelen. [verweerder] is een werknemer van bijna 60 jaar, die al 24 jaar als PE bij Prysmian in dienst is; [naam 2] is 27 jaar en in het kader van een opleidingstraject bij Prysmian gedetacheerd. Dat er een substantieel salarisverschil bestaat ligt dan ook in de rede. Daar komt bij dat [naam 2] als vanuit het buitenland gedetacheerde werknemer diverse "Assignment Benefits" geniet, waardoor zijn salaris(overzicht) zich moeilijk laat vergelijken met dat van [verweerder] .
Herplaatsingsmogelijkheden en - inspanningen