€ 25,- aanmaningskosten terwijl niet voldaan aan art. 6:96 lid 6 BW. Creditfactuur van latere datum dan 14-dagenbrief. Uit 14-dagenbrief blijkt niet duidelijk dat aanmaningskosten zijn gecrediteerd. Buitengerechtelijke kosten afgewezen
De eisende partij heeft bij dagvaarding, op daarin geformuleerde gronden, gevorderd de gedaagde partij te veroordelen tot betaling van € 187,00 met rente en kosten.
Motivering
Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten ad € 40,00 wordt het volgende overwogen. Uit de onderhavige zaak en andere zaken van de eisende partij blijkt dat zij ook aan haar particuliere klanten € 25,00 aanmaningskosten in rekening pleegt te brengen terwijl niet wordt voldaan aan de vereisten die artikel 6:96 lid 6 BW daaraan stelt. De eisende partij handelt daarmee in strijd met de wet, wat haar kan worden aangerekend.
Naar de kantonrechter begrijpt worden die aanmaningskosten indien de klant niet alsnog tot betaling over gaat, voordat een zogenoemde veertiendagenbrief wordt verzonden in een factuur gecrediteerd. In het onderhavige dossier blijkt echter niet dat dit destijds is gebeurd.
De door de eisende partij overgelegde creditfactuur is van latere datum dan de veertiendagenbrief en in de veertiendagenbrief wordt niet met zoveel woorden vermeld en toegelicht dat eerder in rekening gebrachte aanmaningskosten op het openstaande bedrag in mindering zijn gebracht. Hierdoor was bij ontvangst van die veertiendagenbrief onvoldoende duidelijk dat slechts het maximumbedrag volgens de staffel BIK aan incassokosten verschuldigd was en werd gevorderd. De kantonrechter zal die onduidelijkheid voor rekening van de eisende partij laten en de buitengerechtelijke kosten afwijzen.
Het gevorderde komt de kantonrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor zodat dit kan worden toegewezen als na te melden.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partij aan de eisende partij te betalen € 147,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 144,99 vanaf 5 november 2019 tot de dag waarop deze is voldaan;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten, tot op heden aan de zijde van de eisende partij begroot op:
€ 121,00 aan griffierecht;
€ 85,18 aan dagvaardingskosten;
€ 36,00 als salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 december 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: