beschikking van de enkelvoudige landinrichtingskamer van 3 november 2021
inzake
1. de stichting
Stichting Het Sint Anthony Gasthuis,
gevestigd te Leeuwarden
en
2 [X] ,
wonende te [adres] ,
gemachtigde voor beiden: mr. ing. S.A. Bruinsma;
verzoekers inzake het ruilplan dat is opgemaakt door de Bestuurscommissie in de Gebiedsinrichting "Franekeradeel-Harlingen" en dat is vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 19 januari 2021, verweerster.
Verzoeker 1 zal in het hierna volgende Sint Anthony worden genoemd en verzoeker 2 [X] . Verweerster zal - enkelvoudig - Gedeputeerde Staten worden genoemd.
1 Procesverloop
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het ontwerp-ruilplan van de Gebiedsinrichting 'Franekeradeel-Harlingen,'
-
de hiertegen ingediende zienswijze, geregistreerd onder nummer 144,
- het ruilplan, hierna aangeduid als het ruilplan, dat van 22 april 2021 tot en met 3 juni 2021 ter inzage heeft gelegen,
- het verzoekschrift van 2 juni 2021, bij de rechtbank binnengekomen op 3 juni 2021
-
het verweerschrift van Gedeputeerde Staten met de stukken als bedoeld in artikel 69 derde lid van de Wet inrichting Landelijk Gebied (hierna: Wilg),
-
de mondelinge behandeling van 11 oktober 2021 ten overstaan van de enkelvoudige landinrichtingskamer van de rechtbank.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling is [X] verschenen, bijgestaan door
mr. ing. Bruinsma, die tevens namens Sint Anthony is verschenen.
Verder zijn verschenen vertegenwoordigers namens Gedeputeerde Staten, de Bestuurscommissie en het Kadaster. Namens Gedeputeerde Staten en de Bestuurscommissie is het woord gevoerd door ing. mr. J. Heinen. Van het behandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is beschikking bepaald.
RECHTSOVERWEGINGEN
2 De feiten
2.1.
[X] exploiteert een veehouderij. De bedrijfsgebouwen staan op eigen grond en bevinden zich ten westen van het dorp [A] . [X] beschikt in de inbreng over een eigendomsveldkavel schuin tegenover de bedrijfsgebouwen en aan de overkant van de openbare weg. Verder pacht hij van Sint Anthony landerijen rondom de boerderij die deel uitmaken van de bedrijfskavel. Verder heeft [X] een pachtkavel - eigendom van Sint Anthony - ten zuiden van [A] . Iets ten oosten van [A] beschikt [X] nog over een eigen erf met daarop enige gebouwen. Daaromheen liggen gronden die hij in erfpacht heeft van Sint Anthony.
2.2.
[X] brengt 14 hectare eigendom in en krijgt dat ook weer toegedeeld. Sint Anthony brengt in totaal ongeveer 102,2 hectare in en krijgt ongeveer 104,9 hectare toegedeeld, alles in (erf)pacht bij [X] . De inbreng van Sint Anthony betreft 57,8 hectare pacht en 44,4 hectare erfpacht en de toedeling betreft 56,9 hectare pacht en 48 hectare erfpacht. De overbedeling aan Sint Anthony bedraagt 3,2%.
2.3.
In de toedeling zijn twee van de meest oostelijke percelen in de bedrijfskavel 'van kleur verschoten' in die zin dat zij niet meer als pachtpercelen maar als erfpachtpercelen gelden. Verder is ten zuid-oosten van de bedrijfskavel een langwerpige in de noord-zuidrichting gelegen kavel van ongeveer 750 meter, kadastraal aangeduid als RIE00XY00816, als pachtkavel toegevoegd. Deze kavel wordt van de bedrijfskavel gescheiden door een watergang. De pachtkavel ten zuiden van [A] is opgeheven. Uit de erfpachtkavel ten oosten van [A] zijn aan de oostzijde enige percelen weggenomen en toegedeeld aan derden en is aan de westzijde één perceel toegevoegd.
3 Het beroep en het verweer
3.1.
[X] en Sint Anthony hebben deels het zelfde bezwaar tegen het ruilplan. Hun voorkeur gaat uit naar toedeling van een ander perceel dan RIE00XY00816. Zij wensen een door hen aangegeven alternatieve toedeling, waardoor er afstandsverkorting voor [X] ontstaat. Dit alternatief betreft een in de oost-westelijke richting gelegen perceel waarvan alleen het noordelijkste deel van RIE00XY00816 deel uitmaakt. Perceel RIE00XY00816 ligt in de toedeling helemaal achterin de bedrijfskavel op forse afstand van de gebouwen.
Als het alternatief niet mogelijk is wensen [X] en Sint Anthony de aanleg van een betonpad en een dam naar perceel RIE00XY00816 op een door hen aangegeven wijze. Zij wijzen er op dat de inbrengkavel ten zuiden van [A] aan de weg lag en dat is bij de in plaats daarvan toegedeelde kavel niet meer het geval.
3.2.
Verder wenst Sint Anthony de aanleg van een dam naar de openbare weg vanaf de meest oostelijke percelen van de bedrijfskavel die van kleur verschieten omdat deze percelen anders niet meer zijn ontsloten.
Daarnaast wenst Sint Anthony de overbedeling in vrije eigendom, dus vrij van pacht of erfpacht, toegedeeld te krijgen. Zij is het er niet mee eens dat vrije grond in pacht wordt toegedeeld en stelt verder dat zij waarschijnlijk de volle prijs zal moeten gaan betalen voor niet vrije grond.
3.3.
Gedeputeerde Staten concludeert tot afwijzing van het beroep. Het ruilplan leidt tot een vergroting van de bedrijfskavel en houdt daarmee een verbetering in. Er is in de procedure verder geen ruimte meer voor alternatieve toedelingen. De gewenste dam en het betonpad zijn zaken die bij de kavelaanvaarding aan de orde komen en raken het ruilplan niet. Sint Anthony heeft geen bezwaar tegen de overbedeling. De verdeling van de overbedeling is een zaak van onderling overleg tussen Sint Anthony en [X] . Dit alles aldus Gedeputeerde Staten.
4 De beoordeling van het beroep
4.1.
De rechtbank oordeelt als volgt. Het is de bedoeling dat perceel RIE00XY00816 door middel van een dam in de watergang gaat worden verbonden met de bedrijfskavel, zodat deze kavel als perceel deel gaat uitmaken van de bedrijfskavel. Daarmee is sprake van een vergroting van de bedrijfskavel van ongeveer 10 hectare. Door [X] en Sint Anthony is erkend dat dit op zichzelf als een verbetering moet worden aangemerkt.
De rechtbank dient te beoordelen of het ruilplan voldoet aan de in verband daarmee vastgestelde (wettelijke) regels en de voor deze herverkaveling vastgestelde specifieke regels en uitgangspunten. Concentratie van gronden rond de bedrijfsgebouwen is een van de uitgangspunten van deze herverkaveling en deze toedeling voldoet daar naar het oordeel van de rechtbank aan. Aldus is er sprake van een verbetering.
Het mag zo zijn dat er in theorie een gunstiger toedeling mogelijk is, maar dat doet aan de vastgestelde verbetering die het ruilplan meebrengt niet af en dat is voor de rechtbank geen aspect dat bij de beoordeling van het ruilplan verder een rol kan spelen. Dit nog daargelaten dat het door Sint Anthony en [X] voorgestelde alternatief de vastgestelde toedeling aan derden raakt, zodat dit reeds hierom zonder hun instemming en medewerking, waarvan niet is gebleken, niet mogelijk is. Verder geldt, zoals naar het oordeel van de rechtbank gezien deze toedeling door Gedeputeerde Staten terecht is aangevoerd, dat het alternatief de bestaande structuur in het veld doorbreekt hetgeen extra inrichtingskosten met zich zou brengen. Daarvoor is bezien vanuit landinrichtingsbelang, gezien de voorliggende toedeling geen noodzaak.
4.2.
De percelen in de bedrijfskavel die van kleur zijn verschoten blijven eigendom van Sint Anthony en blijven deel uitmaken van de bedrijfskavel. De aanleg van een dam tussen de openbare weg en deze percelen is naar het oordeel van de rechtbank in deze situatie geen kwestie die het ruilplan raakt. Dit geldt eveneens ten aanzien van de vraag of en zo ja, waar, een pad naar kavel RIE00XY00816 moet worden gelegd. Deze punten zullen in het kader van kavelaanvaarding aan de orde moeten komen.
4.3.
Ten aanzien van de wijze waarop de overbedeling wordt toegedeeld overweegt de rechtbank het volgende. Volgens artikel 52 lid 1 Wilg heeft iedere eigenaar aanspraak op het verkrijgen van een recht van dezelfde aard als hij had op de in het blok gelegen onroerende zaken. Sint Anthony heeft geen gronden in vrije eigendom ingebracht, maar slechts in pacht en erfpacht uitgegeven gronden. Artikel 56 lid 2 Wilg bepaalt kort gezegd dat een eigenaar recht heeft op toedeling van dezelfde oppervlakte als hij heeft ingebracht, waarbij artikel 56 lid 4 Wilg vervolgens een afwijking toestaat. Aangezien Sint Anthony geen vrije eigendomsgrond heeft ingebracht, kan zij naar het oordeel van de rechtbank gelet op het bepaalde in artikel 52 lid 1 Wilg geen aanspraak maken op toedeling in vrije eigendomsgrond. Artikel 56 Wilg geeft geen grondslag om van dat uitgangspunt af te wijken ten aanzien van de overbedeling nu daarin slechts de oppervlakte als maatstaf geldt en niet de aard van het ingebracht recht.
4.4.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de bezwaren van [X] en Sint Anthony geen doel treffen en dat het beroep daarom ongegrond zal worden verklaard.
4.5.
De rechtbank ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren waarbij partijen hun eigen kosten dragen.
5 Beslissing
De rechtbank:
5.1.
verklaart het beroep ongegrond;
5.2.
bepaalt dat de proceskosten worden gecompenseerd waarbij partijen ieder hun eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gewezen door mr. R. Giltay, rechter, en door hem in het openbaar uitgesproken op 3 november 2021 in aanwezigheid van de griffier.
c. 439
Rechtsmiddelenverwijzing
Tegen deze beschikking staat voor de belanghebbenden, waaronder verzoeker, die voor de rechtbank zijn verschenen en voor de bestuurscommissie beroep in cassatie open bij de Hoge Raad te 's-Gravenhage overeenkomstig de artikelen 426 tot en met 429 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het beroep in cassatie moet worden ingesteld binnen drie maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak. Het beroep wordt aangebracht bij een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verzoekschrift en ingediend bij de griffie van de Hoge Raad.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: