2.1.
Arriva is een organisatie die het openbaar vervoer uitvoert, onder andere in de provincie Fryslân. Er zijn in het kader van de daartoe aan Arriva verleende concessie afspraken gemaakt over welke afwijkingen van de dienstregeling zijn toegestaan, routes sluiten op elkaar aan en reizigers rekenen op bepaalde vertrek- en aankomsttijden.
2.2.
[A] is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij de rechtsvoorgangster van Arriva, Qbuzz. Door een concessieovergang is [A] per 11 december 2016 rechtstreeks bij Arriva in dienst getreden. [A] is werkzaam in de functie van buschauffeur voor 36 uur per week tegen een bruto salaris van € 2.797,23 per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Openbaar Vervoer van toepassing. De opzegtermijn bedraagt voor Arriva thans drie maanden.
2.3.
Sinds het najaar van 2017 verslaapt [A] zich met enige regelmaat.
- In oktober 2017 is met [A] gesproken over het feit dat hij zich een aantal keren verslapen had en wat de nadelige gevolgen daarvan zijn voor de dienstuitvoering van Arriva. Arriva heeft dit schriftelijk aan [A] bevestigd.
- Medio juni 2019 heeft [A] zich weer een paar keer verslapen. [A] is hier op 27 juni 2019 op aangesproken. Dit is bij brief van 3 juli 2019 aan [A] bevestigd.
- In oktober 2019, nadat [A] zich op 14 oktober weer verslapen heeft, heeft Arriva [A] hulp aangeboden en van 27 oktober 2019 tot en met 24 mei 2020 heeft er op kosten van Arriva begeleiding van [A] plaatsgevonden door een psycholoog vanuit SpecialistenNet. Dit traject is succesvol afgesloten.
- Tijdens het traject bij de psycholoog heeft [A] zich op 11 december 2019, 3 februari 2020 en 11 februari 2020 verslapen.
- De leidinggevende van [A] , mevrouw [B] (hierna: [B] ), heeft hierover op 3 februari 2020 en 11 februari 2022 met [A] gesproken. Het laatste gesprek is bij brief van 17 februari 2022 aan [A] bevestigd, waarbij [A] gewaarschuwd is dat hij een disciplinaire maatregel kan verwachten wanneer hij zich weer verslaapt.
- Op 27 februari 2020 is [A] te laat gekomen voor het tweede deel van zijn (gebroken) dienst omdat hij zich in het aanvangstijdstip had vergist. [A] heeft hier bij brief van
9 maart 2020, ondanks bezwaar van zijn kant, een officiële waarschuwing voor gekregen.
- Op 10 juli 2020 is [A] weer te laat gekomen en na een gesprek op 14 juli 2020 met [B] heeft hij een laatste officiële waarschuwing gekregen met een proeftijd van één jaar.
- Naar aanleiding van een frequent verzuimgesprek op 26 januari 2021 heeft Arriva [A] een multidisciplinair traject bij Tigra aangeboden, bestaande uit sporten/bewegen in combinatie met psychologische begeleiding. Dit traject heeft van 12 maart 2021 tot en met 9 september 2021 plaatsgevonden en is succesvol afgerond.
- Op 6 oktober 2021 èn op 13 oktober 2021 heeft [A] zich weer verslapen. Op 13 oktober 2021 hebben [B] en de HR adviseur, mevrouw [C] , hierover met [A] gesproken.
2.4.
Op 28 oktober 2021 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden, waarbij [A] zich heeft laten bijstaan door mevrouw S. Spaargaren van CNV Vakmensen. [A] is er op gewezen dat wanneer hij nog een keer te laat komt, Arriva dit zal aanmerken als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Op verzoek van mevrouw Spaargaren is hier een termijn van twee jaar aan gekoppeld. Partijen hebben daarbij de volgende afspraken gemaakt, zo blijkt uit de brief van [B] :
- Je (ktr.: [A]) krijgt de tijd tot volgende week donderdag om na te denken over mogelijke
hulpvragen;
- Donderdag 4 november gaan we samen in gesprek om te kijken naar wat er mogelijk is;
- Ik vraag pro forma berekeningen voor je op, op basis van werkweken van 32 en 36 uur.
2.6.
Op 11 augustus 2022 heeft [A] zich opnieuw verslapen. Op 15 augustus 2022 heeft hierover een gesprek plaatsgevonden, waarna [A] is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Bij brief van 18 augustus 2022 heeft Arriva [A] meegedeeld dat zij beëindiging van de arbeidsovereenkomst nastreeft, hetzij door middel van een vaststellingsovereenkomst, hetzij door middel van een ontbindingsprocedure. [A] heeft hierop aangegeven dat hij het er niet mee eens is dat Arriva zijn arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Een vaststellingsovereenkomst is niet tot stand gekomen.