[werknemer] heeft betoogd dat hem de gedragscode niet ter hand is gesteld en dat hij om die reden niet aan de regels uit die code kan worden gehouden. GGzE heeft een zogenoemde printscreen in het geding gebracht waaruit volgens haar blijkt dat [werknemer] heeft geaccordeerd dat hij de gedragscode heeft gelezen. [werknemer] stelt ter zitting dat hij zich dat niet meer kan herinneren.
Los van de vraag of [werknemer] de gedragscode heeft gelezen, dient hij ermee bekend te zijn dat niet acceptabel is dat hij onder werktijd onder invloed verkeert van geestverruimende of -vernauwende middelen.
GGzE is een forensische kliniek met een therapeutische setting. Op de afdeling waar [werknemer] werkzaam is, verblijven veelal cliënten die kampen of kampten met verslavingsproblematiek. [werknemer] werkt als beveiliger steeds met deze cliënten. In dat kader fungeren de medewerkers van GGzE, zoals [werknemer] , als voorbeeldfunctie en kunnen zij, als zij zelf (hard)drugs gebruiken, cliënten niet op hun gedrag dienaangaande aanspreken.
Hierbij wordt in aanmerking genomen, dat drugsgebruik tegenover vrijwel het gehele team van Volte 2 A/B tijdens een werkgerelateerde bijeenkomst gekwalificeerd kan worden als openlijk drugsgebruik.
Daaraan kan nog het volgende worden toegevoegd. Door openlijk harddrugs te gebruiken in het bijzijn van collega's die niet gebruiken en het gebruik vervolgens verborgen te willen houden voor (het hogere management van) GGzE, brengen de gebruikende medewerkers hun niet gebruikende collega's ernstig in verlegenheid. Daarmee ontstaat een reële kans op verstoring van de onderlinge collegiale verhoudingen, zoals mede blijkt uit de door [werknemer] over zijn collega [O] gedane uitlating.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat [werknemer] , voor zover hij niet al in strijd met de regels van de gedragscode van GGzE heeft gehandeld, minstgenomen ernstig in strijd heeft gehandeld met de regels van goed werknemerschap.