[naam BV] is op diverse punten tekort geschoten in haar zorgplicht.
Zoals uit de getuigenverklaringen van zowel [naam directeur] , [naam voorman] en [naam hoofduitvoerder] blijkt was er ten tijde van het ongeval al ruim een maand geen voorman van [naam BV] meer aanwezig op de desbetreffende bouw. Gelet op de Richtlijn betonbekisting en ondersteuningsconstructies dient het monteren en demonteren steeds onder toezicht te gebeuren, vooral omdat er bij het demonteren een verhoogd risico bestaat op het vallen van bekistingsonderdelen. In plaats van het benodigde toezicht diende [verzoeker] alleen zorg te dragen voor de demontage van de bekisting. Los van de vraag waar de balk vandaan is gekomen had er sprake dienen te zijn van een beter toezicht ter voorkoming van een ongeval zoals in kwestie is gebeurd.
Doordat enkel [verzoeker] op de werkplaats aanwezig was, hij het werk alleen diende uit te voeren en de voorman reeds weg was, is een dergelijke gevaarlijke situatie kunnen ontstaan, hetgeen niet aan [verzoeker] kan worden toegerekend.
Verder zijn er in het kader van de demontage van stempels en balken, geen instructies aan [verzoeker] gegeven. Ook was er geen toezicht op de inrichting van de werkplek van [verzoeker] . Dat [verzoeker] aan een aantal toolboxmeetingen heeft deelgenomen, maakt het voorgaande niet anders. In deze meetingen heeft hij enkel algemene instructies gekregen op diverse onderwerpen, te weten het gebruik van een tafelcirkelzaag, hoe om te gaan met gevaarlijke stoffen en hoe om te gaan met het werken op hoogte. Op basis van artikel 8 Arbeidsomstandighedenwet dient de werkgever ervoor te zorgen dat werknemers doeltreffend worden ingelicht. Het moet niet alleen gaan om algemene veiligheidsinstructies, maar ook om specifieke veiligheidsinstructies die betrekking hebben op de feitelijke werkzaamheden die de werknemer doet.
Tevens dient de werkgever rekening te houden met het algemene ervaringsfeit dat ook in het werk ervaren en met de desbetreffende werkomstandigheden bekende werknemers niet steeds de noodzakelijke voorzichtigheid zullen betrachten, waarbij nog van belang is dat [verzoeker] gebukt stond en derhalve geen zicht had op hetgeen om hem heen gebeurde.
Concluderend acht [verzoeker] [naam BV] aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade op grond van artikel 7:658 BW, omdat [naam BV] de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden.