3.2.
[eiser] stelt dat het hem gegeven ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. De aan [eiser] verweten feiten waren DIT Services (en DIT Holding B.V.) in elk geval genoegzaam bekend ruim vóór 21 juni 2016, de dag waarop toestemming is gevraagd aan de rechtbank Noord-Holland om beslag te mogen leggen onder [eiser] . In het beslagrekest zijn immers de aan [eiser] gemaakte verwijten in detail beschreven.
Aan [eiser] is door DIT Services een aantal inhoudelijke verwijten gemaakt die er – kort samengevat – op neerkomen dat [eiser] zich ten koste van DIT Services persoonlijk zou hebben verrijkt en/of dat hij onverantwoorde uitgaven zou hebben gedaan. Vóór en in de AvA van 14 juli 2016 heeft [eiser] die verwijten in detail besproken. Op dat weerwoord is in de vergadering en bij het horen van [eiser] op 14 juli 2016 niet of nauwelijks, in elk geval niet adequaat, gereageerd. Tegen deze achtergrond bevat de ontslagbrief de dato 18 juli 2016 géén deugdelijke opgave voor de redenen van het gegeven ontslag. De enkele verwijzing naar de concept notulen is onvoldoende. Van DIT Services mocht worden verwacht dat zij in die brief concreet zou benoemen welke van de aan [eiser] gemaakte verwijten zij wel en welke zij niet handhaafde en, voor zover zij deze verwijten wenste te handhaven, wat haar reactie op het weerwoord van [eiser] ten aanzien van die verwijten was.
De verwijten van DIT Services komen er in de eerste plaats op neer dat [eiser] met zijn zakelijke creditcard ook privé-uitgaven heeft gedaan en dat hij kosten door DIT Services heeft laten betalen die geen zakelijk karakter hebben. Voor een klein deel ging het inderdaad om privé-uitgaven, maar [eiser] heeft nooit de bedoeling gehad die kosten niet zelf te dragen. Daarvoor was echter nodig dat de administratie hem de gevraagde overzichten voorlegde, zodat [eiser] kon aanwijzen wat zakelijk en wat privé was. Zo was in het verleden steeds gehandeld. Ondanks herhaalde verzoeken van zijn kant waren hem tot kort voor het tijdstip van het ontslag op staande voet die overzichten niet verstrekt. Bij andere dan door DIT Services als privé geoormerkte, met de creditcard betaalde posten is wel degelijk van zakelijke kosten sprake.
Daarbij zij aangetekend dat in de periode dat [eiser] voor DIT Services werkte, steeds ruimhartig kosten zijn gemaakt en in voorkomende gevallen door [eiser] zijn gedeclareerd. Het patroon van declareren/kosten maken van [eiser] wijkt niet af van het patroon van declareren van zijn voorgangers als bestuurder (voor 2013) en van zijn medebestuurder [naam 1] , die tevens (indirect) aandeelhouder in DIT Holding B.V. is. De aandeelhouders van DIT Holding B.V. waren met dit declaratiegedrag bekend en hadden dat in elk geval kunnen zijn, evenals de directeuren van DIT Services vóór de promotie van [eiser] tot bestuurder dat waren en evenals zijn medebestuurder dat was. Er is ook jaarlijks accountantscontrole toegepast en dat gaf geen aanleiding tot vragen of opmerkingen over de declaraties en de kosten. [eiser] houdt het er dan ook op dat DIT Services ‘een stok heeft gezocht om de hond te slaan’.
Verder stelt [eiser] dat hem ten onrechte wordt verweten dat bij SubAdvies sprake zou zijn geweest van ‘ongeoorloofde nevenwerkzaamheden’. Aan [naam 4] heeft [eiser] zijn rol in de relatie tot SubAdvies uiteengezet en uitgelegd hoe het tot een overeenkomst tussen de DIT Groep en SubAdvies is gekomen. Daarop is zijdens DIT Services niet gereageerd.
Ook heeft [eiser] aangevoerd dat sinds hij bestuurder was de resultaten van de DIT Groep sterk verbeterd zijn.
Door de gang van zaken heeft DIT Services een onwerkbare situatie gecreëerd en mitsdien ziet [eiser] ervan af vernietiging van de opzegging te vorderen.
[eiser] maakt jegens DIT Services wel aanspraak op het nog niet uitbetaalde salaris over de laatste periode van het dienstverband (21 dagen), de vergoeding wegens onregelmatig ontslag, de transitievergoeding en een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding.
3.3.
DIT Services heeft verweer gevoerd en heeft daarbij verzocht:
Primair
:
1. alle verzoeken van [eiser] af te wijzen;
2. [eiser] op grond van artikel 7:677 lid 2 jo. lid 3 onder a BW te veroordelen tot betaling van € 19.884,15, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf
14 juli 2016 tot aan de dag van betaling, althans voor recht te verklaren dat DIT Services deze vordering mag verrekenen met enig bedrag dat DIT Services aan [eiser] verschuldigd is;
3. [eiser] wegens te veel betaald loon, inclusief vakantiebijslag, te veroordelen tot betaling van € 29.717,92, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 oktober 2016 tot aan de dag van betaling, althans voor recht te verklaren dat DIT Services deze vordering mag verrekenen met enig bedrag dat DIT Services aan [eiser] verschuldigd is;
4. [eiser] wegens een verschuldigde persoonlijke lening te veroordelen tot betaling van € 1.500.00 netto, vermeerderd met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 juli 2016 tot aan de dag van betaling, althans voor recht te verklaren dat DIT Services deze vordering mag verrekenen met enig bedrag dat DIT Services aan [eiser] verschuldigd is;
5. voor recht te verklaren dat het saldo van de eindafrekening van het dienstverband van [eiser] minus € 31.059,16 bruto bedraagt (uitgaande van onder andere een saldo aan vakantiedagen van minus 50 vakantiedagen en 18 vakantieuren), althans minus € 30.752,00 bruto bedraagt (uitgaande van onder andere minus 50 vakantiedagen), althans minus
€ 307,16 bruto (uitgaande van onder andere minus 18 vakantieuren), en [eiser] te veroordelen dit bedrag aan DIT Services te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2016 tot aan de dag van betaling, althans voor recht te verklaren dat DIT Services bevoegd deze vordering mag verrekenen met enig bedrag dat DIT Services aan [eiser] verschuldigd is;
6. [eiser] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan DIT Services, althans voor recht te verklaren dat DIT Services bevoegd is deze billijke vergoeding te verrekenen met enig bedrag dat DIT Services aan [eiser] verschuldigd is;
Subsidiair:
7. indien en voor zover U Edelachtbare (een van) de verzoek(en) van [eiser] (gedeeltelijk) toewijst, dit ten hoogste te doen tot de in het verweerschrift genoemde subsidiaire bedragen en de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren dan wel aan ten uitvoerlegging van de beschikking de voorwaarde te verbinden dat [eiser] zekerheid stelt voor een bedrag gelijk aan het toegewezen bedrag vermeerderd met 25%;
Zowel primair als subsidiair:
8. voor recht te verklaren dat DIT Services de in de bodemprocedure van [eiser] gevorderde bedragen mag verrekenen met enig in deze procedure aan [eiser] toegewezen vordering; en
9. [eiser] te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten.