Grenke voert daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
De staffel van Bijlage C van de dealerovereenkomst is niet van toepassing voor het bepalen van de afkoopwaarde, maar voor het geval Printcontrol aan het eind van de looptijd de MFP wil kopen.
Grenke betwist dat zij in het verleden altijd de percentages uit Bijlage C heeft gehanteerd bij het bepalen van de afkoopwaarde. Printcontrol heeft ter zake ook haar rechten verwerkt nu zij nooit bij Grenke heeft geklaagd over het hanteren van afwijkende percentages.
Van een tussen partijen geldende gewoonte om de lagere percentages te hanteren is geen sprake.
Aangezien Printcontrol geen nieuwe klanten meer bij Grenke aanbrengt en Grenke dus geen nieuwe leasecontracten kan sluiten, heeft zij een gegronde reden voor het hanteren van hogere percentages bij het berekenen van de restwaarde dan voorheen.
Grenke zal haar verplichtingen in geval van opzegging van leaseovereenkomsten gewoon nakomen. Grenke wil dan wel een bevestiging dat de klant het eens is met de opzegging door Printcontrol. Grenke doet in dat kader een beroep op artikel 3:71 lid 1 BW.
Printcontrol heeft geen (spoedeisend) belang bij de gevorderde voorzieningen. Printcontrol kan aan klanten voorgelegde calculaties achteraf aanpassen. Bij nieuwe afkoopvoorstellen kan zij gewoon een afkoopbedrag bij Grenke opvragen.
Het belang van Grenke om een voor haar passend afkoopbedrag te vragen weegt zwaarder dan het belang van Printcontrol.
Indien Grenke toch zou worden veroordeeld dan is het opleggen van een dwangsom niet nodig.