In de nieuwe organisatie geeft de programmeur A leiding aan de medewerker programmering (14 uur), de medewerker educatie (4 uur) en de medewerker productie (10 uur). In de oude situatie heeft de programmeur geen leidinggevende taken. De kantonrechter stelt vast dat uit de door partijen overgelegde stukken niet blijkt dat [verweerster] eerder formeel de leidinggevende is geweest van één of meer werknemers. [verweerster] heeft dat ook niet gesteld. Wel heeft zij gesteld leiding te hebben gegeven aan vrijwilligers en stagiaires.
De Groene Engel heeft dat op zichzelf niet betwist, maar gesteld dat dat in de kern wat anders is, dat eerdere sprake is van begeleiding, dan inhoudelijke leiding waarbij [verweerster] zich als ‘leider’ heeft geprofileerd.
De Groene Engel heeft gesteld dat [verweerster] op dit punt niet geschikt is omdat zij zelf veel leiding en sturing nodig heeft gehad. De Groene Engel heeft daarbij gewezen op de gesprekken die zij vanaf juni 2020 met [verweerster] zijn gevoerd.
[verweerster] heeft gesteld dat hier sprake was van gesprekken over haar re-integratie en niet over haar functioneren.
Dat laatste is in zoverre juist waar het gaat om de gesprekken op 26 juni en 3 juli 2020 en in die gesprekken de vraag aan de orde is gekomen of [verweerster] nog als arbeidsongeschikt heeft te gelden (De Groene Engel meende van niet), maar dat geldt niet meer voor de gesprekken die De Groene Engel in de persoon van kwartiermaker [B] met [verweerster] heeft gevoerd op 5 oktober, 28 oktober en 22 december 2020 als ook op 18 januari 2021. De Groene Engel heeft in dit verband twee e-mails overgelegd van [B] aan [verweerster] . De inhoud van de gesprekken als ook de e-mails (inclusief verslag) is door [verweerster] niet betwist.
De kantonrechter vindt dat De Groene Engel hiermee voldoende heeft onderbouwd dat het functioneren van [verweerster] in de periode tussen juli 2020 en 18 januari 2021 nog niet (over de gehele linie) aan de maat was en zij zelf nog (de nodige) sturing nodig had en dat zij daarom niet geschikt wordt geacht wel te functioneren in de zwaardere functie van programmeur A.
Dat deze constatering mogelijk niet voldoende is voor een verzoek de arbeidsovereenkomst op grond van disfunctioneren te ontbinden laat onverlet dat De Groene Engel zeker in het licht van de onbetwiste situatie waarin De Groene Engel zich bevindt (erop of eronder) aan deze omstandigheid (grote) betekenis mag toekennen bij haar besluit om de functie van programmeur A niet aan [verweerster] toe te kennen en bij haar inschatting dat [verweerster] niet binnen de eerder genoemde redelijke termijn op het in de nieuwe, zwaardere functie met leidinggevende taken niveau van programmeur A is te krijgen.
[verweerster] heeft aangegeven dat, zo begrijpt de kantonrechter, haar functioneren in de periode juli 2020 - februari 2021 geen representatief beeld geeft over haar werkelijke kunnen, mede vanwege de nasleep van haar burn-out. Dit kan zo zijn, echter de kantonrechter is van oordeel dat de werkgever in de gegeven situatie (een zwaardere functie, een erop-of-eronder-situatie) hier wel groot gewicht mag toekennen. Aan de werkgever moet beoordelingsruimte toekomen om in te schatten of een werknemer in een zwaardere functie goed zal kunnen functioneren.
Dat geldt ook voor de waarde die zij toekent aan de gebeurtenissen waaraan De Groene Engel volgens [verweerster] te veel waarde hecht of overdrijft: (de overdracht van haar werk rond) haar plotseling (met uiteindelijke goedkeuring van de werkgever) ingelaste vakantie omdat het [verweerster] te veel werd (en de onhandige berichten die zij daarna vanaf haar vakantieadres stuurde) en de samenwerking met [naam] rondom een optreden van [C]