Natec c.s. voeren daartegen, zakelijk weergegeven, het volgende verweer.
Het ontbreekt [eiser] aan voldoende spoedeisend belang bij zijn vorderingen. [eiser] had in plaats van dit kort geding aanhangig te maken ook eerder het verzoekschrift tot vernietiging van het ontslag op staande voet kunnen indienen. Daarnaast geldt dat [eiser] inmiddels elders aan het werk is en dus over inkomen beschikt.
Daarnaast geldt dat [eiser] terecht op staande voet is ontslagen omdat sprake is van gedragingen die ieder afzonderlijk dan wel gezamenlijk en in onderlinge samenhang voor Natec een dringende reden opleveren voor het ontslag. Het gaat dan om:
Het is voor Natec volstrekt onacceptabel dat [eiser] bij gelegenheden met een zakelijke context in aanwezigheid van veelal jongere collega’s en medewerker van relaties harddrugs gebruikt en aan hen aanbiedt. [eiser] oefent ook druk uit op jongere en ondergeschikte collega’s om ook drugs te gebruiken. Uit verklaringen van collega’s volgt dat het initiatief van het drugsgebruik bij [eiser] lag. Natec wil op geen enkele manier worden geassocieerd met harddrugs.
[eiser] betwist dat het bestendig gebruik was bij Natec en eigenlijk in gehele branche van zonnepanelen dat er feestjes met drank en drugs worden georganiseerd om klanten en leveranciers binnen te halen.
De actie van de naakte massage is volstrek onacceptabel, zeker voor iemand in de positie van [eiser] . Daarmee heeft [eiser] de overige aanwezigen in verlegenheid gebracht en de reputatie van Natec op het spel gezet.
Het versturen van het filmpje van de massage aan een vrouwelijke collega die ziek thuis zat getuigt van ernstig grensoverschrijdend gedrag. [eiser] ziet dat zelf niet in.
Ook met het maken van seksueel getinte opmerkingen via Facebook aan een vrouwelijke medewerker van Esdec heeft [eiser] de grenzen van fatsoen en goed werknemerschap ernstig overtreden. Dat [eiser] daarna excuses heeft gemaakt aan de bewuste medewerkster doet daar niet aan af.
Door de gedragingen van [eiser] is hij in een situatie terecht gekomen waarin hij – en ook Natec - chantabel is geworden.
Voor zover het ontslag op staande voet desondanks geen stand zou houden, dan geldt dat de arbeidsovereenkomst waarschijnlijk zal eindigen door ontbinding. [eiser] is namelijk zonder toestemming van Natec tijdens zijn dienstverband met Natec bezig geweest met de (mede)oprichting van met Natec concurrerende ondernemingen. [eiser] heeft in dat kader ook informatie over relaties van Natec met derden gedeeld. Daarbij heeft [eiser] vele malen zijn geheimhoudingsplicht geschonden. Daarmee heeft [eiser] de belangen van Natec ernstig geschonden. Terugkeer op de werkvloer bij Natec is dan ook niet aan de orde.
Ook de vordering tegen [gedaagde sub 2] tot afgifte van bescheiden dient te worden afgewezen. [eiser] heeft geen recht op die bescheiden. Hij weigert namelijk als certificaathouder om uitvoering te geven aan zijn contractuele verplichting om de certificaten aan te bieden. [eiser] kan op grond van artikel 2A sub 2 van de Administratievoorwaarden zijn rechten verbonden aan de certificaten dan niet meer uitoefenen. Het ontbreekt [eiser] ook aan voldoende spoedeisend belang bij afgifte van de bescheiden.
[gedaagde sub 2] kan ook niet verplicht worden om de jaarrekening 2021 af te geven omdat deze nog niet is vastgesteld.
[eiser] heeft geen belang bij afgifte van de gevorderde agenda’s omdat deze zeer algemeen van aard zijn. Notulen kunnen niet worden afgegeven omdat deze niet zijn opgemaakt.
Er is geen vastgesteld winstdelingsregeling, maar uitsluitend een concept. [eiser] heeft niet toegelicht waarom het redelijk is waarom dat dit concept aan hem wordt afgegeven.
Er is geen concept businessplan. [eiser] heeft daar ook nooit eerder om gevraagd en als het er zou zijn zou het strikt vertrouwelijk zijn.
Ook ten aanzien van het waarderingsrapport geldt dat [eiser] niet duidelijk heeft gemaakt welk (spoedeisend) belang hij heeft bij afgifte.