Op 5 april 2017 heeft eiser sub 1 met twee (niet in deze procedure betrokken) collega’s (hierna genoemd: “verzoekers”) een verzoek gedaan aan de directeur van de PI Vught (productie 2 bij dagvaarding), waarin verzoekers vragen om toekenning van een toelage en/of om het instellen van een onderzoek naar de aard van de bezwarende omstandigheden waaronder zij hun werk moeten verrichten. Verzoekers zijn van mening dat de omstandigheden waaronder ZBIW-ers hun werkzaamheden moeten uitvoeren meer bezwarend zijn in vergelijking met de omstandigheden van ZBIW-ers werkzaam op een PPC-afdeling (Penitentiair Psychiatrisch Centrum). Met betrekking tot de inhoud van het onderzoek vragen verzoekers om een onderzoek dat vergelijkbaar is met het reeds verrichte TNO-onderzoek naar de extra bezwarende arbeidsomstandigheden in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in de PI Vught of op de afdeling met Beheers Problematische Gedetineerden (BPG) in de PI Vught.
Op 9 oktober 2017 is namens gedaagde een voorgenomen besluit genomen (productie 4 bij dagvaarding), waarin staat dat gedaagde voornemens is om geen toelage toe te kennen of een onderzoek te laten doen.
Per e-mail van 8 november 2017, met als bijlage een brief (productie 6 bij dagvaarding), hebben verzoekers de volgende zienswijze op het voorgenomen besluit van 9 oktober 2017 kenbaar gemaakt:
"Wij verzoeken u dat er een onafhankelijk onderzoek gaat plaatsvinden, vergelijkbaar met het TNO onderzoek, waarin de extra bezwarendheid van een PIW-er binnen de EBI/BPG/TA vergeleken wordt met de reguliere PIW-er. Bij "ons" onderzoek zouden wij graag zien dat de vastgestelde functiewaardering van een ZBIW-er regulier wordt vergeleken met de ZBIW-er ZISZ, inclusief de mate van belasting en aanpassingsmogelijkheden. U spreekt in uw reactie op onze argumenten meerdere malen over een vergelijking met een reguliere ZBIW-er. Uit dit onderzoek zal de mate van belasting en aanpassingsmogelijkheden naar voren komen.
Op basis van bovenstaande argumenten hebben wij besloten niet akkoord te gaan met uw voorgenomen besluit. Wij blijven bij ons verzoek tot een toelage en/of onderzoek wegens (extra) bezwarende omstandigheden. (…)”
Op 29 januari 2018 heeft gedaagde een definitief besluit genomen (productie 7 bij dagvaarding). Gedaagde zegt hierin dat verzoekers geen recht hebben op een EBI-toelage zoals beschreven in de circulaire en beleid Toelage EBI-, TA- en BPG, omdat de werkzaamheden geen extra bezwarendheid bevatten ten opzichte van die van andere ZBIW-ers. Gedaagde ziet onvoldoende aanknopingspunten om een verzoek te doen voor een onafhankelijk (TNO-)onderzoek.
Bij brief van 21 februari 2018 hebben verzoekers een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht ingediend tegen de beslissing van 29 januari 2018 (productie 8 bij dagvaarding). Verzoekers geven aan dat zij een onafhankelijk onderzoek willen naar de (extra) bezwarende arbeidsomstandigheden binnen de ZISZ, en/of een toelage toegekend willen krijgen. Het toekennen van een toelage zou een gevolg kunnen zijn van de uitkomst van een onafhankelijk onderzoek.
Op 2 juli 2018 is er door gedaagde een beslissing op bezwaar genomen waarbij het bezwaar van verzoekers gegrond wordt verklaard en het besluit tot het niet toekennen van een toelage en het niet opstarten van een onafhankelijk (TNO-)onderzoek wordt ingetrokken.
(productie 9). De conclusie van de beslissing op bezwaar luidt als volgt:
"Ik concludeer dat het primair bevoegd gezag alle mogelijke maatregelen (uitgezonderd de luwteplekken) heeft genomen om de belastbaarheid van het werk van u en uw collega's op de ZISZ-afdeling te beperken. U heeft mij echter ook aangegeven en uitgelegd dat u ondanks deze maatregelen nog steeds een verhoogde belasting ervaart en dat de belasting van uw werk hoger is dan de ZBIW-er op andere afdelingen. Ik vind het daarom gerechtvaardigd dat er een onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de mogelijke extra belastende elementen in het werken met de specifieke doelgroep binnen het ZISZ-regime. Dit onderzoek moet duidelijkheid scheppen over de vraag of uw werk als ZBIW-er al dan niet extra bezwarend is ten opzichte van een ZBIW-er op andere zorgafdelingen en of die een toelage rechtvaardigt”.
Gedaagde beslist tot slot dat zij pas een nieuw besluit zal nemen over de toekenning van een toelage nadat een onafhankelijk onderzoek heeft plaatsgevonden naar de extra bezwarende werkomstandigheden voor de ZBIW-er op de ZISZ-afdeling.