Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2014:3507

Rechtbank Overijssel
04-03-2014
27-06-2014
2284076 \ CV EXPL 13-8391
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad? Causaal verband tussen onrechtmatige daad en de schade? Ja, want vordering is niet betrokken bij een betalingsregeling, waardoor schuldeiser niet de keuze heeft gehad tussen akkoord gaan met de aangeboden regeling of

niet.

Rechtspraak.nl
OR-Updates.nl 2014-0258

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats

Zaaknummer : 2284076 \ CV EXPL 13-8391

Uitspraak : 4 maart 2014 (v)

Vonnis in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vihamij Handel B.V.,

gevestigd te Arnhem,

eisende partij, hierna ook wel Vihamij te noemen,

gemachtigde: mr. G.H.A. Versluis,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats],

gedaagde partij, hierna ook wel [gedaagde] te noemen,

gemachtigde: mr. D.J.H. Habers.

1 de procedure

Deze blijkt uit het navolgende:

- de dagvaarding van 13 augustus 2013;

- de conclusie van antwoord;

- de conclusie van repliek;

- de conclusie van dupliek.

Vervolgens is de zaak voor vonnis verwezen.

2 de feiten

Vihamij heeft met de inmiddels ontbonden besloten vennootschap [X]gecontracteerd. De bestuurder van die vennootschap is [Y], welke vennootschap bestuurd wordt door [gedaagde].

[X]heeft een bedrag van € 17.949,11 onbetaald gelaten.

Op 15 november 2011 heeft [gedaagde] een emailbericht aan de gemachtigde van Vihamij verstuurd met de navolgende inhoud:

´Ik ben bezig met een eventuele overname van mijn bedrijf, waarvan ik al mijn schulden naar U kan betalen. Ik ben in een beslissende fase en kan dan de schuls bij U aflossen, verder spijt het mij erg dat ik de openstaande vordering nog niet kan aflossen vooral de Vihamij die mij altijd erg goed behandeld heeft. Ik zal deze week al een bedrag gaan betalen.”

De activa van de besloten vennootschap zijn overgedragen aan Lesscher Installatietechniek, waaruit Vihamij concludeert dat er kennelijk baten aanwezig zijn geweest, welke mee zijn overgedragen.

Op 24 januari 2012 is de naam [X] en zijn activiteiten overgenomen door Lesscher B.V.. Lesscher B.V. maakte het met deze constructie mogelijk dat [gedaagde] in dienst van Lesscher aan het werk kan blijven.

[gedaagde] heeft zich vervolgens gewend tot de Regionale Organisatie Zelfstandigen teneinde tot een regeling met de schuldeisers te komen. De vordering van Vihamij is buiten de regeling gebleven

3 het geschil

de vordering

Vihamij vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 17.949,11, te vermeerderen met rente en buitengerechtelijke incassokosten ad € 2.692,37.

het verweer

[gedaagde] betwist dat hij privé aansprakelijk is voor die schuld uit zijn voormalig bedrijf

Daarnaast meent hij dat een aantal posten onjuist zijn gefactureerd.

4 de beoordeling

Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat hij niet privé aansprakelijk is voor deze schuld. Hij handelde niet in privé en Vihamij wist dat ook wel.

Desondanks kan er wel degelijk een bestuurdersaansprakelijkheid ontstaan en wel op grond van artikel 6:162 BW, in de volksmond ook wel genoemd de onrechtmatige daad.

Daarvoor moet echter voldaan zijn aan een vijftal vereisten, te weten een onrechtmatige daad, de toerekenbaarheid daarvan aan de dader, schade, causaliteit en relativiteit.

Toegepast op de onderhavige casus moet daarover het navolgende worden gezegd.

Het buiten een financiële regeling laten van een schuld kan onrechtmatig zijn. In dit geval heeft [gedaagde] met alle crediteuren, behalve Vihamij, kennelijk een regeling getroffen en dat wordt blijkens de jutrisprudentie als een onrechtmatige daad gezien. Aan het eerste vereiste is derhalve voldaan.

De toerekenbaarheid is het volgende vereiste: kan [gedaagde] daarvan een verwijt worden gemaakt? Naar de mening van de kantonrechter wel: hij heeft en had het in zijn macht om ook Vihamij bij een regeling te betrekken, maar om hem moverende redenen heeft hij dat niet gedaan. Het gevolg daarvan is wel dat de onrechtmatige daad hem kan worden toegerekend.

Er is overduidelijk schade, want de vordering is niet betaald!

Causaal verband is eveneens aanwezig: indien [gedaagde] de vordering wel in een betalingsregeling had betrokken, zou deze schuld ook (deels) zijn afgelost en had Vihamij tenminste de keuze gehad tussen het akkoord gaan met de aangeboden regeling of niet. Die kans heeft zij nu niet gehad en dus is er causaal verband tussen de schuld en de onrechtmatige daad en de schade.

Aan het relativiteitsvereiste is ook voldaan: de grond onrechtmatige daad wordt veelvuldig gebruikt om bestuurdersaansprakelijkheid te bereiken als ondernemers in hun werkzaam-heden, al dan niet op financieel terrein, hun boekje te buiten gaan. Het is veelal hun enige kans om toch nog een deel van hun vordering geïnd te krijgen. De geschonden norm strekt dus wel degelijk ten voordele van de eisende partij.

Aan alle vereisten voor een onrechtmatige daad is dus voldaan, zodat het verweer van [gedaagde] op dit onderdeel faalt. Langs de weg van artikel 6:162 BW ontstaat er bestuurdersaansprakelijkheid.

Dit brengt met zich mee dat de vordering van Vihamij in beginsel kan worden toegewezen.

Als tweede onderdeel van zijn verweer noemt [gedaagde] dat de vordering op een aantal onderdelen niet correct is. Hij heeft op de facturen een aantal posten omcirkeld en daarover gezegd dat deze onjuist zijn. Waarom deze onjuist zijn blijft in het ongewisse. Bij conclusie van dupliek refereert hij zich overigens aan het oordeel van de kantonrechter.

De kantonrechter zal ook dat verweer passeren, nu [gedaagde] dat verweer niet heeft onderbouwd en bovendien veel te laat heeft gevoerd. De vordering bestaat immers al sedert 2011 en nimmer heeft [gedaagde] over die posten gereclameerd.

De vordering is derhalve toewijsbaar, derhalve inclusief de wettelijke handelsrente, behoudens de meegevorderde buitengerechtelijke incassokosten, welke op grond van het rapport Voorwerk zullen worden gematigd tot € 800,--.

[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden verwezen.

Rechtdoende

Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Vihamij te betalen het bedrag van € 17.949,11, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.

Veroordeelt [gedaagde] voorts tot betaling van een bedrag van € 800,-- wegens buitenge-rechtelijke incassokosten.

Veroordeelt [gedaagde] tenslotte in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Vihamij begroot op € 896,-- wegens griffierecht, € 78,34 wegens exploitkosten en

€ 600,-- wegens salaris van haar gemachtigde.

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen te door mr H.R.K. Valk, kantonrechter, en op 4 maart 2014 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.