2 De tenlastelegging
Nu de afzonderlijk tegen verdachte aangebrachte strafzaken onder de parketnummers 08/900004-12, 08/910000-14 en 08/910029-14 op de terechtzitting van 10 juni 2014 zijn gevoegd, zal de rechtbank de feiten doornummeren als ware zij tenlastegelegd op één dagvaarding.
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 juni 2011 in de gemeente Hardenberg, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen een
geldbedrag van 250,-- euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft en/of het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van een valse sleutel;
hij op een of meer verschillende tijdstippen op of omstreeks 13 juni 2011
(omstreeks 21.29 uur en/of 21.32 uur) in de gemeente Deventer, (telkens) met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) uit een of meer
geldautoma(a)t(en) heeft weggenomen een of meer geldbedragen van 700,-- euro
en/of 550 euro, althans (telkens) enig geldbedrag(en), (telkens) geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
hij in of omstreeks 1 januari 2011 tot en met 22 augustus 2013 in de gemeente
Enschede en/of elders in Nederland en/of Duitsland en/of België heeft
deelgenomen aan een organisatie, bestaande onder meer uit [verdachte 1]. en/of [verdachte 3]
. en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 7]
en/of [verdachte 8] en/of een meer ander(en), welke organisatie tot oogmerk had
het plegen van misdrijven, namelijk
- gekwalificeerde diefstallen zoals bedoeld in artikel 311 van het Wetboek van
Strafrecht, en/of
- gewoontewitwassen en/of witwassen zoals bedoeld in (de) artikel(en) 420ter
en/of 420 bis van het Wetboek van Strafrecht;
hij op of omstreeks 12 augustus 2013 in de gemeente 's-Gravenhage tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kluis en/of een horloge
en/of een armband, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s);
hij op een of meer verschillende tijdstippen of omstreeks 16 november 2013 in
de gemeente Amsterdam, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meer
pinautoma(a)t(ten) heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) van 100 euro
en/of 500 euro en/of 320 euro, in elk geval (telkens) enig geldbedrag,
(telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval
(telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
(telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het
weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
een valse sleutel;
hij op of omstreeks 6 september 2013 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pinautomaat heeft weggenomen een
geldbedrag van 250 euro, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of dhet weg te nemen
geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
hij op of omstreeks 19 oktober 2013 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pinautomaat heeft weggenomen
een geldbedrag van 1.500 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft en/of het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van een valse sleutel;
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 19
september 2013 tot en met 20 september 2013 (telkens) in de gemeente
's-Gravenhage (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een of meer pinautoma(a)t(en) heeft weggenomen een of meer
geldbedrag(en) van (telkens) 1.000 euro, in elk geval (telkens) enig
geldbedrag, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk
geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van een valse sleutel;
hij op of omstreeks 30 december 2013 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een een geldautomaat (Rabobank) heeft
weggenomen een bedrag van 250 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
hij op of omstreeks 30 december 2013 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat (ABN AMRO) heeft
weggenomen een bedrag van 250 euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van een valse sleutel.
8 De op te leggen straf of maatregel
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft gedurende ruim twee jaar deelgenomen aan een criminele organisatie, die tot oogmerk had het plegen van (gekwalificeerde) diefstallen en witwassen. Verdachte heeft in dat kader ook zelf gekwalificeerde diefstallen gepleegd. De insluipingen door leden van de criminele organisatie vonden steeds op min of meer vergelijkbare wijze plaats. Veelal oudere mensen werden middels babbeltrucs afgeleid, waarna anderen de woning doorzochten om sieraden, bankpasjes (met pincode) en geld buit te maken. Later op de dag werden de slachtoffers in voorkomede gevallen gebeld om de pincodes van de bankpassen te ontfutselen, waarbij de beller zich voordeed als bank- of politiemedewerker. Met de gestolen bankpassen werd vervolgens, al dan niet met behulp van katvangers, geld opgenomen in Nederland en Duitsland. De gestolen sieraden werden op grote schaal bij goudinkopers verkocht. Er was sprake van een omvangrijke criminele organisatie die zich gedurende langere tijd, op zeer systematische en professionele wijze, bezig hield met (gekwalificeerde) diefstallen en (gewoonte)witwassen.
Verdachte had gedurende een periode van jaren een uitvoerende rol in deze organisatie. Door zijn optreden heeft verdachte er blijk van gegeven bereid te zijn een substantiële bijdrage te leveren aan de instandhouding van de organisatie. Hij heeft daarbij uit winstbejag gehandeld. Met de criminele activiteiten zijn aanzienlijke geldbedragen buit gemaakt door verdachte en zijn mededaders.
Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan een aantal gekwalificeerde diefstallen door met bankpassen, die eerder door leden van de criminele organisatie door middel van babbeltrucs of door inbraak zijn gestolen, geld op te nemen bij geldautomaten. Verdachte heeft daarmee aanzienlijke geldbedragen buit gemaakt en de slachtoffers overlast bezorgd en hen financieel nadeel berokkend.
Door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht worden weliswaar oriëntatiepunten gehanteerd voor diefstallen, maar nu verdachte in het kader van een georganiseerd verband heeft gehandeld spelen deze oriëntatiepunten geen rol bij de onderhavige feiten. De rechtbank zal de strafoplegging in soortgelijke zaken bij haar overwegingen betrekken.
De rechtbank heeft verder rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie waaruit blijkt dat verdachte eerder in verband met onder meer vermogensdelicten met justitie in aanraking is geweest. Deze veroordelingen hebben verdachte er niet van weerhouden zich binnen een criminele organisatie, opnieuw schuldig te maken aan vermogensdelicten, bovendien thans in georganiseerd verband. Het feit dat verdachte statenloos is en derhalve geen betaalde baan kan krijgen rechtvaardigt niet dat hij op illegale wijze in zijn inkomsten voorziet. Een en ander rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur.
De rechtbank is, alle voormelde omstandigheden in aanmerking nemende en met name gelet op zijn rol in de criminele organisatie, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar passend is.
11 De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- -
verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 9 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 2 tot en met 8 en onder feit 10 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
telkens het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
feit 4
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 6, feit 7, feit 8 en feit 10
telkens het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
- verklaart verdachte strafbaar voor bewezenverklaarde;
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) jaren;
- -
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 1.272,00 (twaalfhonderdtweeënzeventig euro) (vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2011);
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 2 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.272,00 (twaalfhonderdtweeënzeventig euro) ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 22 (tweeëntwintig) dagen zal worden toegepast;
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van een bedrag van € 157,50 (honderdzevenenvijftig euro en vijftig eurocent) (vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2013);
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 6 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 157,50 (honderdzevenenvijftig euro en vijftig eurocent) ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 3 (drie) dagen zal worden toegepast;
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 5,00 (vijf euro) niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. E.J.M. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2014.