In het kader van de reorganisatie wordt de assemblage van Systeem 55 naar Arad in Roemenië verplaatst en wordt de lijn Halyester van de divisie PDCD verhuisd naar de divisie ESS. Blijkens randnummer 26 van het verzoekschrift is de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] gebaseerd op het hiervoor weergegeven onderdeel van de beoogde reorganisatie, kort gezegd de verplaatsing van Systeem 55 naar Roemenië en de verhuizing van de Halyester naar ESS. Eaton koppelt daaraan dat als gevolg daarvan twee arbeidsplaatsen binnen de functiegroep Lean Manufacturing Engineer (LME) komen te vervallen.
[verweerder] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, primair inhoudend dat niet de LME's Systeem 55 en de Halyester ondersteunen, maar dat dit tot de taak van de Lean Technician Engineers (LTE’s) behoort. Derhalve kan, aldus [verweerder], het verplaatsen van die lijnen niet leiden tot het vervallen van twee functies in de functiegroep LME.
Hoezeer het tot de beleidsvrijheid van een ondernemer, in dit geval Eaton, behoort om te bepalen op welke wijze zij haar organisatie wenst in te richten en de kantonrechter ter zake slechts een marginale toetsingsbevoegdheid toekomt, zal in een geval waarin de ondernemer/werkgever stelt dat arbeidsplaatsen als gevolg van het verplaatsen van bepaalde onderdelen van de organisatie komen te vervallen, dat wel inzichtelijk gemaakt moeten worden.
Eaton heeft, zoals hiervoor overwogen, weliswaar gesteld dat de verplaatsing van Systeem 55 en de Halyester leidt tot het verval van twee arbeidsplaatsen in de functiegroep LME, maar heeft dit niet, althans onvoldoende, onderbouwd en/of inzichtelijk gemaakt. Zo ontbreekt bij het verzoekschrift een organogram met personeelsoverzichten betrekking hebbend op Systeem 55 en de Halyester (waar nodig aangevuld met een organogram met personeelsleden in die lijnen ondersteunende functiegroepen).
In de adviesaanvraag van 10 december 2013 wordt niet door Eaton aangegeven wat de personele gevolgen zijn van het verplaatsen van Systeem 55 naar Roemenie en van het
verhuizen van de Halyester van PDCD naar ESS. Daaruit is derhalve niet te destilleren of, en, zo ja, welke functies binnen die lijnen (of uitwisselbare functies breder binnen het bedrijfsonderdeel) moeten komen te vervallen.
De in de tweede adviesaanvraag van 21 januari 2014 op pagina 8 onder 3 aangekondigde bijlage met een overzicht van de personele gevolgen is niet bij de adviesaanvraag overgelegd.
Wel zit achter de eerste adviesaanvraag (productie 3 bij verzoekschrift) een overzicht met personele gevolgen gehecht; doch dat lijkt betrekking te hebben op de eerste adviesaanvraag. Dat overzicht is tijden de zitting besproken. Daar staan wel personele consequenties ten aanzien van direct en indirect personeel vermeld maar de verbinding tussen de daar genoemde af te vloeien aantallen direct en indirect personeel worden niet 'vertaald' naar het verval van 2 FTE's LME's.
Het overzicht dat als productie 8 bij verzoekschrift in het geding is gebracht betreft enkel de werknemers werkzaam in de functie LME en dient om inzicht te verschaffen in de toepassing van het afspiegelingsbeginsel binnen die functiecategorie. Ook dat overzicht geeft geen inzicht in de vraag waarom binnen die functiecategorie arbeidsplaatsen moeten komen te vervallen.