Eindbeschikking formele ontbinding, geen beëindigingsvergoeding, wel ontbinding op langere dan wettelijke termijn.
Rechtspraak.nl AR 2015/1592 Onderwijs Totaal 2018/711 JAR 2015/238 met annotatie van mr. drs. A.M. Helstone AR-Updates.nl 2015-0810 met annotatie van A.R. Houweling
Beschikking van de kantonrechter van 25 augustus 2015
in de zaak van
de stichting Stichting BSV,
gevestigd en kantoorhoudende te Borne,
verzoekende partij, hierna te noemen werkgever,
gemachtigde: mr. H. van Essen, advocaat te Enschede,
tegen
[verweerder]
, wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij, hierna te noemen werknemer,
gemachtigde: mr. S.A. van Lammeren, advocaat te Enschede.
1 De procedure
Deze blijkt uit:
1.1.
de tussenbeschikking van 30 juli 2015;
1.2.
de aantekeningen, gemaakt door de griffier tijdens de mondelinge behandeling welke heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2015, waar namens werkgever zijn verschenen de heer [D] en mevrouw [O] , bijgestaan door mr. F.J. van der Vaart.
1.3
Beschikking is vervolgens bepaald op heden.
2 De nadere beoordeling
2.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen gesteld dat zowel werkgever als werknemer belang heeft bij een beslissing van de rechter omtrent de beëindiging van het dienstverband omdat het participatiefonds een dergelijke beslissing verlangt teneinde, zonder extra kosten voor werkgever, een wachtgelduitkering aan werknemer te kunnen verstrekken. Niet altijd is daarvoor een beschikking vereist, maar dan moet aan andere voorwaarden zijn voldaan, waaraan niet voldaan wordt.
2.2.
Voorts hebben partijen laten weten dat zij een nadere, langere, opzegtermijn zijn overeengekomen, welke met zich brengt dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2016 in overeenstemming is met de wijze waarop de wetgever de kantonrechter heeft voorgeschreven de ontbindingstermijn te berekenen. De kantonrechter zal tot ontbinding met ingang van 1 januari 2016 overgaan.
2.3.
Zoals bij tussenbeschikking is overwogen, heeft de wetgever de kantonrechter niet de bevoegdheid gegeven tot toekenning van een vergoeding, anders dan een transitievergoeding of een billijke vergoeding, over te gaan. Partijen hebben laten weten dat zij ter zake een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten waarin de toezegging van werkgever is opgenomen. De kantonrechter verstaat dan ook dat werkgever zich bereid verklaard heeft om in het kader van de beëindiging van het dienstverband aan werknemer een vergoeding te betalen ten bedrage van € 23.000,- bruto, van welk bedrag werknemer
€ 5000,- (inclusief btw) onder meer, maar niet uitsluitend, kan aanwenden voor outplacement en/of scholing.
2.4.
Nu ontbonden wordt zoals is verzocht en aan werknemer een billijke vergoeding wordt toegekend, hoeft werkgever geen gelegenheid te worden gegeven om het verzoek in te trekken.
2.5.
Kosten zullen worden gecompenseerd in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
3 De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst het ingang van 1 januari 2016;
- compenseert de kosten in dier voege dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. E.W. de Groot, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2015.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: