RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : C/08/171865 / HA ZA 15-283
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COOP SUPERMARKTEN B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Velp,
eisende partij,
hierna te noemen Coop,
advocaat: mr. D. Bercx te Nijmegen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ACMAA GROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Deurningen,
gedaagde partij,
hierna te noemen ACMAA,
advocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam,
behandelend advocaat mr. M.B. Esseling te Rotterdam.
1 Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit de navolgende gedingstukken:
• de inleidende dagvaarding met producties
• de conclusie van antwoord met producties
• het comparitie vonnis van 22 juli 2015
• de akte van Coop van 12 oktober 2015 waarbij de producties 9 tot en met 12 in het geding zijn gebracht
• het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 12 oktober 2015 waaraan gehecht de ter comparitie door Coop gehanteerde pleitaantekeningen
• een akte van de zijde van Acmaa
• een antwoordakte van de zijde van Coop.
Daarna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen. Het vonnis wordt uitgesproken per heden.
2 Feiten en standpunten van partijen
2.1
Coop heeft eind 2013 aan [X] opdracht gegeven om het door Coop gehuurde winkelpand aan de Apollolaan te Wildervank te verbouwen. [X] heeft Acmaa ingeschakeld om in het winkelpand een asbestinventarisatie uit te voeren. Acmaa heeft het werk geoffreerd voor euro 610,-. Daarbij heeft Acmaa tevens haar algemene voorwaarden gevoegd. [X] heeft op basis van de offerte op 15 oktober 2013 opdracht aan Acmaa verstrekt. Blijkens de offerte zou Acmaa uitvoeren een inventarisatie van het type A als bedoeld in het Certificatieschema van het SCA Procescertificaat Astbestinventarisatie SC – 540. Het gaat daarbij om een zgn. volledige asbestinventarisatie.
2.2
Acmaa heeft haar onderzoek verricht op 28 oktober 2013 en de resultaten daarvan gerapporteerd op 31 oktober 2013. Het rapport is als productie 2 bij dagvaarding in het geding gebracht. Acmaa heeft gerapporteerd dat de aangetroffen materialen asbestvrij zijn en dat er sprake is geweest van een volledige asbestinventarisatie type A. In het rapport valt te lezen dat niet volledig kan worden uitgesloten dat bij verbouwingswerkzaamheden asbesthoudende onderdelen worden aangetroffen welke niet tijdens de inventarisatie zijn opgemerkt. Onder meer kan daarvan sprake zijn bij verborgen elementen zoals materialen boven vaste plafondplaten. Als daarom de saneerder van het pand door middel van destructief onderzoek niet direct waarneembare asbest opspoort, behoort er, aldus de rapportage, een aanvullende asbestinventarisatie type B te worden uitgevoerd.
2.3
Vrijwel onmiddellijk na de start van de renovatiewerkzaamheden op 12 januari 2014 werden op plafondplaten van het systeemplafond in het gedeelte van het winkelpand, waar zich de brood – en kaasafdeling bevonden, asbesthoudende materialen aangetroffen. Dit heeft geleid tot stillegging van het werk, tijdverlies en tot andere kosten geleid. [X] heeft de schade berekend op € 73.794,79. [X] heeft haar gepretendeerde vordering op Acmaa op 14 april 2014 gecedeerd aan Coop, zodat Coop thans laatstgenoemd bedrag van Acmaa vordert, dit alles vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.
2.4
Acmaa is van oordeel dat zij haar werkzaamheden heeft verricht conform de eisen die aan een volledig type A – onderzoek mogen worden gesteld. Er is sprake van een inspanningverplichting die Acmaa naar behoren is nagekomen. Bovendien beroept Acmaa zich op haar algemene voorwaarden, die mede de overeenkomst tussen haar en [X] beheersen. Acmaa betwist haar aansprakelijkheid en subsidiair de omvang van de door Coop gestelde vordering.
2.5
Op de inhoudelijke stellingen en verweren van partijen wordt hierna waar nodig verder ingegaan.
3 De beoordeling
3.1
Tussen partijen staat vast dat Acmaa opdracht heeft gekregen tot het uitvoeren van een volledige astbest inventarisatie type A. In het door Acmaa verschafte eindrapport geeft zij daadwerkelijk aan dat sprake is geweest van een volledige asbestinventarisatie van
het type A. In het (ook) door Acmaa gehanteerde procescertificaat SC540 is voor het type A onderzoek het navolgende bepaald:
“Het systematisch en volledig inventariseren van alle waarneembare asbest, asbesthoudende producten, asbestbesmet materiaal of asbestbesmette constructie-onderdelen in een bouwwerk of object, voor zover deze asbestbronnen direct waarneembaar zijn of kunnen worden waargenomen met behulp van licht-destructief onderzoek. Licht destructief onderzoek tast de bouwkundige integriteit van het bouwwerk of object niet aan. Voor de uitvoering van een asbestinventarisatie type-A dient door de opdrachtgever van de inventarisatie een onbelemmerde en passende toegang tot alle ruimten te worden verschaft behorende bij het doel en omvang van het onderzoek. (…)
Indien tijdens de asbestinventarisatie het redelijk vermoeden ontstaat, of niet kan worden uitgesloten, dat in de bouwconstructie of het object asbestbronnen aanwezig kunnen zijn die alleen met behulp van destructief onderzoek kunnen worden gedetecteerd, dient er een overzicht opgesteld te worden van deze asbestbronnen. Dit overzicht van redelijke vermoedelijk aanwezige asbestbronnen is de basis voor het opvolgende inventarisatie- onderzoek Type-B. Aangezien een dergelijk onderzoek door het asbestinventarisatiebedrijf niet kan worden afgedwongen bij diens opdrachtgever, dient het bureau zich te beperken tot een nadrukkelijke aanbeveling in de samenvatting om een type-B onderzoek te laten uitvoeren. (…)
In de praktijk is het denkbaar, dat in de rapportage van een Type-A onderzoek uitsluitingen zijn opgenomen omdat bijvoorbeeld sommige ruimten niet konden worden onderzocht, of dat het bouwwerk nog in gebruik was ten tijde van de asbestinventarisatie.
(…) In al deze gevallen is er sprake van een onvolledig Type-A onderzoek. (…) In het rapport dient duidelijk en onmiskenbaar te worden aangegeven, of het om een ‘volledig’ Type-A onderzoek gaat, of om een ‘onvolledig’ Type-A onderzoek.”
3.2
Nu Acmaa heeft verklaard dat zij een volledige asbestinventarisatie type A heeft uitgevoerd, mocht Coop er vanuit gaan dat er geen sprake was van waarneembare asbest. In haar eindrapport heeft Acmaa geen uitsluitingen opgenomen, omdat bijvoorbeeld sommige ruimten niet konden worden onderzocht. Integendeel, bovenaan pagina 8 van het eindrapport valt te lezen dat er geen beperkingen waren tijdens de inventarisatie. Acmaa heeft kennelijk geen reden aanwezig geacht om een aanvullend type B onderzoek aan te bevelen. Tussen partijen staat vast dat er niettemin asbest is aangetroffen. Nu die asbest zich bevond boven op de plafondplaten bij de brood – en kaasafdeling en eenvoudig visueel kon worden vastgesteld door een plafondplaat in de winkel op te tillen, zodat over de bovenzijde van die platen kon worden gekeken, moet ervan worden uitgegaan dat (dus) sprake is geweest van direct waarneembare asbest, waarvoor geen destructief onderzoek nodig was. Acmaa heeft benadrukt dat zij heeft gedaan wat bij een type A onderzoek van haar, binnen het kader van haar inspanningsovereenkomst, mocht worden verwacht. Zij heeft ook desk research gepleegd, heeft acht geslagen op een verbouwing in 2007 en heeft steekproefsgewijze gecontroleerd hetgeen gebruikelijk is bij een type A onderzoek. Acmaa stelt thans dat er tijdens haar onderzoek beperkingen waren doordat de winkel gewoon open was en er daardoor bijvoorbeeld geen plafondplaten konden worden opgetild boven de brood – en kaasafdeling. Dat moge zo zijn, maar Acmaa had daarvan dan melding moeten doen in haar eindrapport en moeten vermelden dat er door die omstandigheden geen sprake kon zijn van een volledig type A onderzoek. Dat wordt immers voorgeschreven in SC 540, maar behoort ook onderdeel te zijn van een zorgvuldig onderzoek en dito rapportering aan de opdrachtgever. Weliswaar maakt Acmaa in haar eindrapport op pagina 5 nog een voorbehoud door te vermelden dat niet volledig kan worden uitgesloten dat bij aan het pand te verrichten werkzaamheden toch asbesthoudende onderdelen worden aangetroffen die tijdens de inventarisatie niet zijn opgemerkt, maar de oorzaak daarvan ligt dan volgens Acmaa bijvoorbeeld in het feit dat er onderdelen in het gebouw aanwezig zijn, die niet visueel zijn te detecteren zonder dat er destructief onderzoek plaatsvindt. Als voorbeeld noemt Acmaa dan asbest boven vaste plafondplaten. Zoals hiervoor overwogen, was de uiteindelijk geconstateerde asbest eenvoudig visueel waar te nemen door een plafondplaat op te tillen, derhalve zonder destructief onderzoek. Het hiervoor genoemde voorbehoud baat Acmaa derhalve niet.
3.3
Nu Acmaa specifiek is ingeschakeld om een volledige asbestinventarisatie type A te verrichten en zij vervolgens heeft gerapporteerd dat geen asbest is gedetecteerd, zonder enig relevant voorbehoud te maken en zonder melding te maken van enige belemmering bij het onderzoek, terwijl er wel sprake was van asbest, heeft Acmaa, naar de rechtbank oordeelt, in dit specifieke geval niet naar behoren gepresteerd. Dit maakt derhalve dat Acmaa in beginsel aansprakelijk is voor de schade die daarvan het gevolg is.
3.4
Waar het gaat om haar aansprakelijkheid en de mogelijke omvang daarvan, heeft Acmaa een beroep gedaan op haar algemene voorwaarden, die mede van toepassing zijn op haar overeenkomst met [X] en die zij derhalve ook kan tegenwerpen aan Coop. Ter comparitie heeft Coop ingetrokken haar verweer dat zij de algemene voorwaarden van Acmaa niet had ontvangen. Coop erkent dat de tekst van die voorwaarden was gevoegd bij de offerte. Nu niet anders is gebleken, neemt de rechtbank als uitgangspunt dat [X] , door op basis van de offerte opdracht te verstrekken, de algemene voorwaarden van Acmaa heeft aanvaard. Meer in concreto zijn in de algemene voorwaarden, voor zover relevant, de navolgende bepalingen te lezen.
“Artikel 8.3: ACMAA Almelo B.V. is niet aansprakelijk voor enige schade geleden door de opdrachtgever of derden welke voortvloeien uit het niet ontdekken van asbesthoudende materialen bij het uitvoeren van asbestinventarisaties.
Artikel 8.4: In geval van aansprakelijkheid van ACMAA Almelo B.V. is deze beperkt tot een bedrag van € 2500,- of tot het uit hoofde van de opdracht verschuldigde honorarium, als dat meer bedraagt dan € 2500,- met een maximum van € 15.000,-.”
3.5
Het meest ver strekkend is het beroep op het bepaalde in artikel 8.3. De rechtbank honoreert evenwel de stelling van Coop dat die bepaling in strijd is met normen van redelijkheid en billijkheid. De bepaling raakt de essentie van de opdracht aan Acmaa. Acmaa wordt, en is in ieder geval in de onderhavige kwestie, ingeschakeld om een asbestinventarisatie uit te voeren. De resultaten van zodanige onderzoek zijn mede bepalend voor de vraag of een bouwvergunning dan wel sloopvergunning wordt afgegeven. De opdracht aan Acmaa is uiteraard niet vrijblijvend. Dat karakter zou de opdracht niettemin kunnen krijgen indien en voor zover Acmaa zich juist met betrekking tot deze essentie van haar inschakeling kan exonereren indien zij, binnen de omvang van de opdracht en de aard van het onderzoek, haar aansprakelijkheid kan afwenden, indien zij ten onrechte rapporteert dat geen asbest aanwezig is. Het beroep door Acmaa op artikel 8.3 van haar voorwaarden wordt dan ook verworpen.
3.6
Artikel 8.4 van de voorwaarden brengt een aansprakelijkheidsbeperking aan. De rechtbank stelt voorop dat het in strijd is met de goede zeden om zich contractueel vrij te tekenen voor schade als gevolg van opzet of grove schuld als bedoeld in artikel 3: 40 BW. Daarvan is echter aan de zijde van Acmaa niet gebleken. Wat er ook zijn moge van de toerekenbare tekortkoming van Acmaa, niet kan worden gesteld dat zij haar opdracht bewust roekeloos heeft uitgevoerd.
3.7
Een beding waarbij de aansprakelijkheid in omvang wordt beperkt, is niet ongebruikelijk, zeker niet in die gevallen waarin de verhouding tussen de door te belasten prijs voor de prestatie en de mogelijke gevolgen van een toerekenbare tekortkoming groot kan zijn. De onderhavige kwestie is daarvan een voorbeeld. Acmaa heeft haar werkzaamheden geoffreerd en verricht voor een bedrag van € 610,-. Coop stelt dat haar schade € 73.794,79 omvat. Onder die omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat een beroep op de aansprakelijkheids- beperking op grond van de algemene voorwaarden in het onderhavige geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. (Zie ook gerechtshof Den Bosch, 27 oktober 2015, ECLI:NL:GHSHE: 2015:4335).
[X] heeft de algemene voorwaarden van Acmaa, toen zij de opdracht verstrekte, onweersproken gelaten en heeft derhalve ook met de aansprakelijkheidsbeperking van artikel 8.4 van die voorwaarden ingestemd.
3.8
De aansprakelijkheid van Acmaa jegens Coop is, in dit geval, derhalve beperkt tot een bedrag van € 2.500,-. Coop heeft haar vordering van € 73.794,79 met facturen onderbouwd. Hoewel partijen inhoudelijk hebben gedebatteerd over die facturen en de totaalomvang van de gevorderde schade, oordeelt de rechtbank dat uit die facturen in ieder geval blijkt dat de gevolgen van de asbestsanering tot hogere kosten dan € 2.500,- hebben geleid. De rechtbank verwijst onder meer naar de spoedwerkzaamheden van het bedrijf Van Leeuwen en de meerwerknota in verband met de bouwstop van het bedrijf Pactum. De door de algemene voorwaarden beperkte vordering van € 2.500,- is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.9
De wettelijke rente vanaf 30 april 2014 is voor toewijzing vatbaar, terwijl Acmaa als in het ongelijk gestelde partij de kosten van deze procedure moet dragen.
4 De beslissing
I. Veroordeelt Acmaa tot betaling aan Coop van een schadesom van € 2.500,-, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 30 april 2014 tot aan de dag der voldoening.
II. Veroordeelt Acmaa in de kosten van deze procedure, te betalen aan Coop, zulks tot een omvang van € 1.986,84 aan verschotten en € 960,- aan kosten van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd
Dit vonnis is gewezen te Almelo op 16 maart 2016 door mr. G.G Vermeulen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.