2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (medeplegen van) mensensmokkel, al dan niet gepleegd in de uitoefening van zijn beroep of gewoonte, meermalen gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 17 tot en met 25 juni 2014 te Zaandam in de gemeente Zaanstad en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] en/of [naam 8] en/of één of meer anderen, (allen) met de
Syrische nationaliteit
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk, zijnde Frankrijk (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar – al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte –
- twee busjes gehuurd voor het vervoer van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, met een door verdachte en/of verdachtes mededader bestuurde bus(sen) vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland vervoerd en/of
- zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, voor dat vervoer laten betalen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, onderdak verleend en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel afgezet en/of
- het transport van bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, gecontroleerd en/of begeleid en/of
- telefonische contacten gelegd en/of onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door en/of verblijf in Frankrijk en/of Nederland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.
5 De beoordeling van het bewijs
Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake het tenlastegelegde met uitzondering van het handelen in de uitoefening van zijn beroep of gewoonte.
Verdachte heeft bekend Syriërs vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland te hebben vervoerd en dat hij hen naar Ter Apel heeft gebracht, terwijl hij wist dat deze mensen niet over de juiste papieren beschikten. Verdachte ontkent te hebben gehandeld uit winstbejag en bepleit hiervan te worden vrijgesproken. De verdediging bepleit voorts vrijspraak van het gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot Nederland toe te treden.
Verdachte beroept zich op overmacht in de zin van noodtoestand en op het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid, omdat hij heeft gehandeld onder druk van zijn medeverdachte en uit humanitaire motieven. Verdachte bepleit daarom ontslagen te worden van alle rechtsvervolging.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De verdediging heeft verweer gevoerd ten aanzien van het bestanddeel winstbejag. Gelet op de verklaring van medeverdachte Hamadeh en de verklaringen van onder meer [naam 1] en [naam 9] is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie. Voornoemde personen verklaren immers over aan verdachte betaalde bedragen.
De rechtbank overweegt dat voor het overige sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis voor het overige volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Uit de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte en zijn medeverdachte, blijkt dat verdachte samen met een medeverdachte de Syriërs [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 9] (de rechtbank leest de naam [naam 5] in de tenlastelegging als [naam 9] ), [naam 7] en [naam 8] en enkele kinderen van deze personen via Frankrijk van Italië naar Nederland heeft vervoerd in door verdachten gehuurde busjes, dat deze Syriërs hiervoor een flink geldbedrag hebben betaald aan de medeverdachte van verdachte, dat deze mensen een nacht bij de medeverdachte in huis hebben overnacht en vervolgens bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel zijn afgezet door verdachte en zijn medeverdachte.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte samen met een medeverdachte bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Nederland en dat hij uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk van deze Syriërs.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 17 tot en met 25 juni 2014 in Nederland tezamen en in vereniging met één ander [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 9] en [naam 7] en [naam 8] en anderen, (allen) met de Syrische nationaliteit
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk, zijnde Frankrijk (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die anderen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben verdachte en verdachtes mededader toen aldaar
- twee busjes gehuurd voor het vervoer van die bovengenoemde personen en
- die bovengenoemde personen met een door verdachte en verdachtes mededader bestuurde bussen vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland vervoerd en
- zich door die bovengenoemde personen voor dat vervoer laten betalen en
- die bovengenoemde personen onderdak verleend en
- die bovengenoemde personen bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel afgezet en
- het transport van bovengenoemde personen begeleid en
- telefonische contacten gelegd en onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door en/of verblijf in Frankrijk en/of Nederland van die bovengenoemde personen georganiseerd en gecoördineerd en gefaciliteerd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
10 De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- -
bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2016.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Landelijke en Buitenlandse Eenheden, Brigade Recherche, team 13, met nummer PL27QR/15-009189 (onderzoek Dargan). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte]1, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
…hij rijdt, [verdachte] , met alle mensen achter mij… (…) Ik heb hem geld gegeven. Die geld wat wij hebben alle twee verdiend. Ieder heeft tweeduizend euro ongeveer en de rest hebben wij die kosten betaald (…).
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 1]2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik heb hem in Italië 500,- euro gegeven en toen wij in ter Apel waren nog eens 2000,- euro.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 9]3, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik werd toen door een Arabisch sprekende man aangesproken. (…) Ik heb tegen hem gezegd dat ik naar een veilig land wilde waar ik asiel aan kon vragen. (…) De man was bereid om ons te helpen. (…) Hij zei dat hij ons voor 2000 euro’s weg kon brengen.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 maart 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR/15-0091894;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 1]5;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 2]6;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 3]7;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 105, inhoudende de verklaring van [naam 4]8:
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 9]9;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 7]10;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR-15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 8]11;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van verdachte12;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte]13;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte]14.