2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling;
feit 2:
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling;
feit 3:
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling;
feit 4:
[slachtoffer 4] heeft mishandeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 9 november 2015 te Zwolle [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (op korte afstand van die [slachtoffer 1] ) zwaaiende bewegingen gemaakt met twee, althans een of meer, zwaarden en/of een hamer, althans duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 1] twee, althans een of meer, zwaarden en/of een hamer heeft (vast)gehouden en/of daarbij opzettelijk die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd “verlaat mijn woning anders sla ik je kop er af”;
2.
hij op of omstreeks 11 november 2015 te Zwolle [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend zwaaiende bewegingen gemaakt met een zwaard, althans duidelijk zichtbaar voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een zwaard (vast) gehouden en/of daarbij opzettelijk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden heeft toegevoegd “iedereen opdonderen anders maak ik iedereen af” en/of “ik maak jullie koud” en/of “ik hak jullie koppen eraf”;
3.
hij op of omstreeks 26 februari 2016 te Zwolle [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met zijn, verdachtes, vinger(s) een snijdende beweging gemaakt langs zijn, verdachtes, keel, althans een gebaar van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 14 maart 2016 te Zwolle [slachtoffer 4] heeft mishandeld door hem meermalen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht te slaan en/of te stompen.
7 De strafbaarheid van de verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een Pro Justitia rapport van F.P.J. van Soeren, psychiater, van 23 juni 2016. Van Soeren concludeert dat bij verdachte sprake lijkt te zijn van zeer ernstige persoonlijkheidspathologie type cluster-B. Dit uit zich op meerdere levensgebieden. Er is sprake van instabiele intermenselijke relaties, impulsiviteit die hem zelf kan schaden en (voorbijgaande) aan stress gebonden paranoïde ideeën. Deze symptomen passen bij de borderline persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast is volgens Van Soeren sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis die te herleiden lijkt te zijn naar affectieve verwaarlozing in de vroege jeugd. Ook is sprake van langdurig en fors alcoholgebruik en drugsgebruik.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op een Pro Justitia rapport van H.E.W. Koornstra, psycholoog, van 3 juni 2016. De conclusies in dit rapport luiden onder meer dat bij verdachte sprake is van heftige persoonlijkheidsdynamiek waarbij achterdocht de boventoon voert binnen een chaotische, afwijzingsgevoelige en weinig sociale inbedding. Verdachte is een man met ernstige persoonlijkheidspathologie bij wie zich psychotische episodes voordoen, kennelijk in periodes van verhoogde stress en misbruik van alcohol en cocaïne. Antisociale en borderline trekken staan bij de persoonlijkheidsproblematiek op de voorgrond. Ten tijde van het onder 1 en 2 tenlastegelegde lijkt volgens Koornstra sprake te zijn van een psychotische episode.
Volgens deskundige Van Soeren was verdachte ten tijde van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten paranoïd-psychotisch. Dit was van invloed op de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde en vormt een verklaring voor deze gedragingen. Over de mate van toerekening stelt Van Soeren dat het lijkt dat verdachte niet in staat was zijn wil in vrijheid te kunnen bepalen en dat hij dus ten tijde van het onder 1 en 2 tenlastegelegde niet toerekeningsvatbaar was.
Volgens deskundige Koornstra was verdachte ten tijde van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten volledig ontoerekeningsvatbaar, gezien de psychotische toestand waarin hij verkeerde.
De rechtbank neemt deze bevindingen van de deskundigen over en volgt hen in de conclusie over de mate van toerekenbaarheid van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten aan verdachte. De deskundigen hebben zich niet uitgelaten over de mate van toerekenbaarheid van het onder 4 tenlastegelegde feit aan verdachte, maar gezien het door de deskundigen geschetste persoonsprofiel, de vastgestelde antisociale persoonlijkheidsstoornis in combinatie met zijn gedrag ten tijde van het tenlastegelegde, is de rechtbank, met de officier van justitie, van oordeel dat verdachte ook ten tijde van het onder 4 tenlastegelegde volledig ontoerekeningsvatbaar was.
Dit leidt tot de slotsom dat, gelet op het geheel van de gedragingen in samenhang met de stoornis van verdachte, het bewezenverklaarde verdachte wegens de ziekelijke stoornis niet kan worden toegerekend. Verdachte dient dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
11 De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- -
verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
2. het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
4. het misdrijf: mishandeling;
- verklaart verdachte niet strafbaar voor het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
- gelast dat verdachte zal worden geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één (1) jaar;
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. C.H. Beuker, rechters, in tegenwoordigheid van A.A. de Haan-Geertsema als griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2016.
Buiten staat
mr. F. van der Maden, mr. S. Taalman en mr. C.H. Beuker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, district IJsselland, Districtsrecherche, onderzoeksdossier bedreiging/mishandeling/wapendelict. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, district IJsselland, Basisteam Zwolle, met nummer PL0600-2016157977. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 11 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 6-8):
(…) Afgelopen maandag 9 november 2015 was ik werkzaam bij de ‘ [naam] ’ flat te Zwolle, bij perceel [nummer] . (…) Ik liep de woning binnen omdat ik wilde stofzuigen. (…) Ik hoorde dat de donkere man schreeuwde dat ik zijn woning moest verlaten anders zou hij mijn kop eraf slaan. (…) Vervolgens zag ik direct dat de man achter mij ging staan. Ik draaide mij om en zag dat de man met een hamer zwaaide. (…) Hij begon wederom te schreeuwen dat ik moest oprotten. (…);
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 11 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 11-13):
(…) Afgelopen maandag 9 november 2015 was ik werkzaam op de negende verdieping van de [naam] flat te Zwolle. (…) In de woning [adres] zag ik een Antilliaanse man, ik zal hem verder [verdachte] noemen. (…) Op een gegeven moment zag ik mijn collega [slachtoffer 1] vanuit de woning van [verdachte] naar buiten stormen. (…) Ik hoorde hem zeggen, dat hij door [verdachte] bedreigd was (…) en dat [verdachte] op een gegeven moment met een hamer al zwaaiend achter [slachtoffer 1] had gestaan. (…) Op het moment dat [slachtoffer 1] mij dit vertelde, zag ik [verdachte] achter de voordeur van zijn woning met een hamer in zijn hand staan. (…).
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 11 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 6-8):
(…) Op woensdag 11 november 2015 was ik werkzaam in de ‘ [naam] ’ flat te Zwolle. (…) Wij waren aan de achterzijde van de woning van perceel [nummer] bezig. (…) Vervolgens zagen wij dat de donkere man met rasta haren vanuit zijn woning het balkon opliep. Wij hoorden dat de man schreeuwde ‘dat iedereen moest opdonderden anders maak ik iedereen af’. Ik zag vervolgens dat de man een zwaard in zijn handen had. (…) Ik zag dat hij met het zwaard rond zwaaide en wederom begon te schreeuwen. Hij schreeuwde ‘dat we moesten oprotten anders maak ik jullie koud. Ik ben er helemaal klaar mee iedereen nu oprotten’. (…);
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 11 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 11-13):
(…) Vandaag woensdag 9 november 2015 was ik werkzaam in de [naam] flat te Zwolle. (…) Ik en [slachtoffer 1] liepen voor de woning van [verdachte] langs. (…) kort daarop zag ik dat hij ineens en vanuit het niets met een samuraizwaard naar buiten kwam. (…) Ik zag dat hij dit zwaard dreigend in zijn hand hield. Ik hoorde hem daarbij schreeuwen: ?Ik hak jullie koppen eraf? (…);
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] van 11 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 14-15):
(…) Op woensdag 11 november 2015 stond ik op mijn balkon in de [naam] flat te Zwolle. (…) Ik zag dat [verdachte] naar buiten kwam. Ik zag dat hij het zwaard naast zijn lichaam had. Ik hoorde dat hij schreeuwde Ik maak jullie af. (…).
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 14 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 3-5):
(…) Op maandag 14 maart 2016 te Zwolle, stond ik samen met een aantal klasgenoten bij mijn school. (…) De man stapte vervolgens op mij af en gaf mij een klap op mijn oog. Hij sloeg mij opzettelijk en met kracht met zijn tot vuist gebalde linkerhand op mijn rechteroog. (…) Ik voelde pijn aan mijn oog. (…) Hij stapte weer in mijn richting en sloeg mij vervolgens weer opzettelijk met kracht in mijn gezicht. Ditmaal met zijn tot vuist gebalde rechterhand. Hij raakte mij op mijn kaak. (…) Als gevolg van de twee klappen in mijn gezicht heb ik een klein wondje onder mijn rechteroog en een pijnlijke kaak. (…);
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 15 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 8 en 9):
(…) Op maandag 14 maart 2016 stond ik aan de achterzijde van het Deltioncollege in Zwolle. (…) Ik zag in ieder geval dat hij [slachtoffer 4] eenmaal met een vuist op zijn rechteroog raakte. (…) De man stond echter weer op en sloeg [slachtoffer 4] toen voor de tweede maal raak, maar toen op zijn kaak. (…) Later zag ik ook een bloeduitstorting onder het rechteroog van [slachtoffer 4] . (…);
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 15 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 10 en 11):
(…) Op maandag 14 maart 2016 was ik aan de achterzijde van het Deltioncollege te Zwolle. (…) Op dat moment zag ik dat de man [slachtoffer 4] een vuistslag tegen het oog gaf. Dit ging kennelijk opzettelijk, met kracht en met de rechtervuist. (…) Ik hoorde dat de man [slachtoffer 4] raakte. (…) Ik zag dat de man heel snel uithaalde en met grote kracht met één van zijn vuisten tegen de kaak van [slachtoffer 4] sloeg. Ik hoorde de kaak van [slachtoffer 4] knakken. (…) Ik zag dat rond het oog van [slachtoffer 4] , vooral eronder, het blauw was verkleurd door een bloeduitstorting. (…);
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 18 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 12 en 13):
(…) Op 14 maart 2016 stond ik bij de achteringang van het Deltioncollege te Zwolle. (…) Meteen zag ik dat de man een vuistslag recht naar voren gaf precies op het rechteroog van [slachtoffer 4] . Dit ging snel, met kracht en duidelijk opzettelijk. (…) Ik zag dat de man meteen nog een vuistslag gaf op de linkerzijde van de kaak van [slachtoffer 4] . (…);
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 22 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 14 en 15):
(…) Op 14 maart 2016 stond ik bij de achteringang van het Deltioncollege te Zwolle. (…) Ik zag dat de man met een vuist hard tegen een oog van [slachtoffer 4] aan sloeg. (…) Ik zag dat de man met een vuist hard tegen de kin van [slachtoffer 4] sloeg. (…);
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 22 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 16 en 17):
(…) Op maandag 14 maart 2016 was ik aan de achterzijde van het Deltioncollege te Zwolle. (…) Ik zag toen dat de man uit het niets uithaalde met één van zijn armen en [slachtoffer 4] kennelijk opzettelijk en met kracht sloeg op één van zijn ogen. (…) Hij stond weer op en ik zag toen dat hij opnieuw hard uithaalde met één van zijn armen en ik zag dat [slachtoffer 4] nu door hem op zijn kaak werd geslagen. (…) Later zag ik onder één van de ogen van [slachtoffer 4] een schaafwondje, ten gevolge van de klap. (…);
7.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 maart 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 24-29):
V: (…) Ben jij maandag 14 maart 2016 nabij de school het Deltioncollege te Zwolle geweest? (…) A: Ik loop daar dagelijks langs. (…) Het kan zijn dat de jongen tegen mijn vuisten is aangelopen. (…).