2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 augustus 2015 zijn geheimhoudingsplicht als politieambtenaar heeft geschonden door personen te raadplegen in de computersystemen van de politie en de aangetroffen gegevens over deze personen te delen met derden.
Voluit luidt de gewijzigde tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 augustus 2015 in de gemeente Almelo, in elk geval in Nederland, (telkens) een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep en/of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep, te weten als (algemeen) opsporingsambtenaar (senior centralist bij de politie Eenheid Oost-Nederland), verplicht was te bewaren, (telkens) opzettelijk heeft geschonden,door -zakelijke weergegeven-
- aan [getuige 1] mede te delen dat [slachtoffer 1] in de (politie)systemen staat en/of dat hij bij zijn vrouw weg is en/of dat hij een stalker is en/of dat hij drugs gebruikt, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- aan [getuige 2] en/of [getuige 3] mede te delen dat [slachtoffer 2] in de prostitutie zou hebben gewerkt/gezeten en/of dat [slachtoffer 2] slachtoffer is geweest van huiselijk geweld en/of stalking, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- aan [getuige 2] en/of [getuige 4] mede te delen dat [slachtoffer 3] in de (politie)systemen staat, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- aan [getuige 2] mede te delen dat [slachtoffer 4] in de (politie)systemen staat en/of dat hij, [slachtoffer 4], drugsgebruiker is, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- aan [getuige 4] mede te delen dat [slachtoffer 5] in de (politie)systemen staat en/of 'losse handjes' heeft, althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of
- aan [getuige 4] mede te delen dat [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] in de (politie)systemen staat, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- aan [getuige 2] mede te delen dat in het onderzoek naar de dood van [slachtoffer 9] - in de auto waarmee [slachtoffer 9] is verongelukt - een vloeistof is aangetroffen, althans woorden van gelijke aard of strekking.
11 De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- -
verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
opzettelijke schending van een ambtsgeheim, meermalen gepleegd;
- -
verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- -
veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 140 uren;
- -
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 dagen;
- -
beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats], van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 februari 2015;
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,-- ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 10 dagen zal worden toegepast;
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 4.500,-- niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- -
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te [woonplaats], van een bedrag van € 500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2015;
- -
veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,-- ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 10 dagen zal worden toegepast;
- -
bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 4.500,-- niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.C.S. Koppes, voorzitter, mr. P.M.F. Schreurs en
mr. Y. Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2016.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2015401643. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 17 augustus 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
lk ben werkzaam bij het DROC, OC Hengelo, de meldkamer. Daar werk ik al sinds 2001.
lk ben in 1984 bij de politie gekomen.
Met betrekking tot [slachtoffer 1]
2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 september 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Ik heb een kennis van mij, [getuige 1], informatie uit de politiesystemen gegeven. Die informatie ging over [slachtoffer 1].
3.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een lijst bevragingen diversen, onder meer inhoudende:
4.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 18 augustus 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ken [getuige 1].
Ik heb tegen uw collega's verklaard dat ik geen informatie met [getuige 1] gedeeld heb.
Dit klopt niet. lk kan mij het volgende herinneren m.b.t. berichten op facebook. U
laat mij een aantal berichten uit Facebook zien. lk verklaar dat dit de berichten zijn die ik gezonden heb.
Ongeveer 1,5 à 2 jaar geleden kreeg ik via facebook een verzoek een van [getuige 1] om informatie over een bepaald persoon waar zij op dat moment contact mee had.
lk heb tijdens mijn dienst de gegevens van [slachtoffer 1] in de politiesystemen nagevraagd.
Ik weet dat ik deze informatie nooit aan [getuige 1] had moeten mededelen.
Als jullie mij vertellen dat in een door mij geraadpleegde mutatie over [slachtoffer 1] staat dat hij mogelijk drugs gebruikt is dit waarschijnlijk door mij gebruikt om [getuige 1] van deze informatie te voorzien.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 20 april 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik ken [verdachte]. Ik heb hem een hele tijd niet gesproken. Totdat ik bij [slachtoffer 1] ([slachtoffer 1], verb.) kwam. Dat was vorig jaar, 1e paasdag. Toen benaderde [verdachte] mij weer.
lk heb daar ook screenshots van.
(opm. verb.: getuige leest vanaf haar telefoon enkele facebook berichten van [verdachte] en haarzelf voor).
6.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een schriftelijke weergave van een schermafdruk van een gesprek via Facebook Messenger tussen [verdachte] (aan linkerzijde) en [getuige 1] (aan rechterzijde), inhoudende:
Hoe heet hij eigenlijk?
[slachtoffer 1]
en achternaam?
[slachtoffer 1]
woont in [woonplaats]?
Ja, in [woonplaats]
je kent zijn achtergrond?????
Wat dan
(…) maar sinds februari pas
van zijn vrouw weg,
dat weet je?
Ja weet ik hoe weet jij dat
omdat hij in het systeem staat
vandaar…hij is een stalker
en je weet dat hij drugs gebruikt
(…)
en dit weet je niet van
mij!!!!!!!!!!!!!
Met betrekking tot [slachtoffer 2]
7.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 18 augustus 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ongeveer 1,5 à 2 jaar terug heb ik [slachtoffer 2] opgevraagd in de politiesystemen.
Ik heb later tegen mijn stiefdochter [getuige 2] of mijn vrouw [getuige 4] gezegd dat [slachtoffer 2] een moeilijke periode had gehad.
Ik besef me dat ik mij schuldig heb gemaakt aan een strafbaar feit door deze informatie met [getuige 2] of [getuige 4] te delen. Destijds was ik mij hier niet van bewust.
8.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een lijst bevragingen diversen, onder meer inhoudende:
9.
Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] van 10 maart 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik kreeg vorig jaar te horen van [getuige 3] dat ik een melding heb gedaan bij de politie Enschede over mijn ex-partner. [getuige 3] is de stiefdochter van [verdachte]. [verdachte] is een politiefunctionaris. Zij vertelt dus dat ik een melding had gemaakt over mijn ex-partner met betrekking tot stalking. Zij wist te vertellen dat ik door hem was aangevallen en zo. Ik heb daar met niemand over gesproken. Alleen mijn huidige vriend weet ervan. Ik heb de melding in 2013 gedaan.
[getuige 3] vertelde mij dat zij deze informatie van [verdachte] had gekregen. [verdachte] had deze informatie opgezocht in het politiesysteem. Hij had deze informatie aan haar verteld.
10.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] van 2 september 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik heb informatie van [verdachte] gekregen, welke ik verteld heb aan [slachtoffer 2].
Vraag: Heeft hij het ook over stalking gehad?
Ja ook. Stalking, huiselijk geweld. Haar ex sloeg [slachtoffer 2] regelmatig. Dat vertelde hij ook.
11.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een mutatie rapport van 22 februari 2013 te 09.41 uur, onder meer inhoudende:
Toelichting
[slachtoffer 2] komt op West en geeft aan dat zij veel last heeft van haar ex. Zij heeft 1,5 jaar een relatie met hem gehad en heeft eigenlijk al een beetje bij haar ingewoond. (…)
[slachtoffer 2] geeft aan dat hij zeer agressief en onvoorspelbaar gedrag kan vertonen.
Heeft haar in de laatste maand van de relatie tijdens een ruzie door het huis gesmeten en in haar gezicht geslagen, heeft daar destijds geen aangifte van durven doen maar heeft alsnog een maand later in januari 2013 de relatie verbroken.
Nu laat hij haar al een maand niet meer met rust, via sms, voice mail, mail en ook op haar werk valt hij haar lastig. Geeft eerst aan dat hij haar terug wil en dat hij van haar houd, gaat zij hier niet op in worden alle berichten grimmiger.
(…)
Betrokkene: [slachtoffer 2], [slachtoffer 2]
Met betrekking tot [slachtoffer 3]
12.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 september 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Desgevraagd zeg ik u dat ik over [slachtoffer 3] in algemene zin iets heb gezegd.
Met algemeen bedoel ik bijvoorbeeld dat hij bij de politie in de systemen voor komt.
13.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 18 augustus 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb [slachtoffer 3] in de systemen nagetrokken.
Mijn stiefdochter [getuige 2] had namelijk een relatie met [slachtoffer 3]. Ik herkende de naam [slachtoffer 3] op dat moment al.
Ik deed de bevragingen op eigen initiatief.
Ik weet dat ik ook [getuige 4], mijn vrouw, verteld heb dat ik niet blij was met de relatie van [getuige 2] met [slachtoffer 3] omdat hij bij ons in de systemen voorkwam.
14.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een lijst bevragingen diversen, onder meer inhoudende:
15.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] van 2 september 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vraag: Kun je ons wat vertellen over het feit dat [verdachte] vermoedelijk informatie verstrekte aan jou of aan derden?
Het klinkt mij niet onbekend in de oren.
Vraag: Je noemde net de naam [slachtoffer 3]. Wat weet je hier van?
Dat het niet goed is. [slachtoffer 3] heeft een verleden.
Vraag: Dat heeft hij verteld?
Ja.
Met betrekking tot [slachtoffer 5]. [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7]
16.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 18 augustus 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Mijn vrouw [getuige 4] werkt als [functie] bij de instelling Aveleijn in Almelo. Zij werkt op de locatie "[locatie]". Deze afdeling heeft te maken met de sociaal minderen van onze samenleving. De cliënten hebben een geschiedenis van misbruik, huiselijk geweld, drugs, alcohol en meer van dit soort dingen. Ik heb wel eens de namen van deze cliënten nagetrokken in de politiesystemen. Ik weet dat ik onder meer [slachtoffer 6] heb nagetrokken in de politiesystemen. Als u mij de naam [slachtoffer 5] noemt, kan ik verklaren dat [getuige 4] mij ooit verteld heeft dat deze persoon bij hen kwam wonen in de instelling. lk heb daarna op eigen initiatief de naam [slachtoffer 5] nagetrokken in de systemen. Ik heb haar medegedeeld dat ik van collega's gehoord had dat hij naar vrouwen toe “losse handjes” had.
Ik weet dat ik een strafbaar feit pleegde toen ik de gegevens van [slachtoffer 6] en [slachtoffer 5] aan [getuige 4] verstrekt heb. lk had dit nooit mogen doen.
17.
Het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden inspecteur van politie, van 5 oktober 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bij de afdeling Forensisch Digitaal Onderzoek (FDO) van de Landelijke Eenheid van de politie, werd op 23 maart 2015 en 20 juli 2015 een "aanvraag login gegevens" uit de politiebestanden op naam van [verdachte] (inlognaam [inlognaam]) opgevraagd. Uit de door de afdeling FDO verstrekte "login" gegevens, is gebleken dat [verdachte] de navolgende namen in de politie systemen heeft opgevraagd.
De navolgende namen van cliënten van Aveleijn zijn door verdachte [verdachte] in de politiesystemen opgevraagd:
Datum bevraging Naam
12-01-2015 [slachtoffer 6]
15-02-2014 [slachtoffer 5]
15-02-2014 [slachtoffer 7]
18.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een lijst bevragingen cliënten Aveleijn, inhoudende: