2 De tenlastelegging
De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte telkens al dan niet in vereniging met een ander of anderen:
wat betreft parketnummer 08/770149-14:
al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd;
en wat betreft parketnummer 08/910061-15 zich heeft schuldig gemaakt aan:
feit 1: een (poging) gewapende woningoverval;
feit 2: diefstal, dan wel heling van een personenauto;
feit 3: een poging woningoverval, dan wel zware mishandeling, dan wel poging tot zware mishandeling;
feit 4: een poging woningoverval;
feit 5: het vervoeren of het voorhanden hebben van amfetamine.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
wat betreft parketnummer 08/770149-14:
hij op of omstreeks 17 december 2014 te Enschede, althans in de gemeente Enschede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1]
opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft/hebben beroofd, door met een vuurwapen één of meer kogels in het gezicht, althans in het hoofd en lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten;
en wat betreft parketnummer 08/910061-15:
1.
hij op of omstreeks 8 november 2015 te Zwolle, in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen twee, althans één of meer pin- en/of betaalpas(sen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- gewapend met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] (vlak nabij diens woning) is/zijn toegelopen en/of (vervolgens)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Maak de deur open. We gaan naar binnen en verzet je niet en schreeuw niet, anders doen we je wat", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- gekomen in de woning van die [slachtoffer 2] die [slachtoffer 2] (onder dreiging van een vuurwapen, althans van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp) de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Ga op je buik liggen met je gezicht tegen de rugleuning en kijk ons niet aan", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgebonden met tie rips en/of elektriciteitssnoer en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben afgedekt met een dekbed en/of (vervolgens)
- de kleding van die [slachtoffer 2] heeft/hebben doorzocht en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: 'Waar zijn de bankpassen' en/of 'Wat zijn de bijbehorende pincodes' en/of 'één van ons gaat weg en doe jij wat of ga jij schreeuwen, dan doen wij je wat', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of
zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 08 november 2015 te Zwolle, in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen één of meerdere pin- en/of betaalpas(sen) en/of één of meer goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren:
- gewapend met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] (vlak nabij diens woning) is/zijn toegelopen en/of (vervolgens)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Maak de deur open. We gaan naar binnen en verzet je niet en schreeuw niet, anders doen we je wat", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- gekomen in de woning van die [slachtoffer 2] die [slachtoffer 2] (onder dreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp) de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Ga op je buik liggen met je gezicht tegen de rugleuning en kijk ons niet aan", althans woorden van soortgelijke (dreigende)
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgebonden met tie rips en/of elektriciteitssnoer en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben afgedekt met een dekbed en/of (vervolgens)
- de kleding van die [slachtoffer 2] heeft/hebben doorzocht en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: 'Waar zijn de bankpassen' en/of 'Wat zijn de bijbehorende pincodes' en/of 'één van ons gaat weg en doe jij wat of ga jij schreeuwen, dan doen wij je wat', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 08 november 2015 te Zwolle, in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meerdere pincode(s), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- gewapend met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] (vlak nabij diens woning) is/zijn toegelopen en/of (vervolgens)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Maak de deur open. We gaan naar binnen en verzet je niet en schreeuw niet, anders doen we je wat", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- gekomen in de woning van die [slachtoffer 2] die [slachtoffer 2] (onder dreiging van een vuurwapen) de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Ga op je buik liggen met je gezicht tegen de rugleuning en kijk ons niet aan", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgebonden met tie rips en/of elektriciteitssnoer en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben afgedekt met een dekbed en/of (vervolgens)
- de kleding van die [slachtoffer 2] heeft/hebben doorzocht en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: 'Waar zijn de bankpassen' en/of 'Wat zijn de bijbehorende pincodes' en/of 'één van ons gaat weg en doe jij wat of ga jij schreeuwen, dan doen wij je wat', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of
zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 08 november 2015 te Zwolle, in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van één of meerdere pincode(s), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s):
- gewapend met een vuurwapen, althans met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] (vlak nabij diens woning) is/zijn toegelopen en/of (vervolgens)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Maak de deur open. We gaan naar binnen en verzet je niet en schreeuw niet, anders doen we je wat", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- gekomen in de woning van die [slachtoffer 2] die [slachtoffer 2] (onder dreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp) de woorden heeft/hebben toegeroepen: "Ga op je buik liggen met je gezicht tegen de rugleuning en kijk ons niet aan", althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgebonden met tie rips en/of elektriciteitssnoer en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] heeft/hebben afgedekt met een dekbed en/of (vervolgens)
- de kleding van die [slachtoffer 2] heeft/hebben doorzocht en/of (daarbij) die [slachtoffer 2] de woorden heeft/hebben toegeroepen: 'Waar zijn de bankpassen' en/of 'Wat zijn de bijbehorende pincodes' en/of 'één van ons gaat weg en doe jij wat of ga jij schreeuwen, dan doen wij je wat', althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 02 november 2015 te Enschede, in de gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een afgesloten garage, gelegen aan de [adres 1] , heeft weggenomen
een personenauto (merk Daewoo type Matiz v.v.k. [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 08 november 2015 te Zwolle, althans in of omstreeks de periode van 02 november 2015 tot en met 08 november 2015 in de gemeente(n) Enschede en/of Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (merk Daewoo type Matiz v.v.k. [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde personenauto wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
Hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te Eck en Wiel, in de gemeente Buren, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- het (besloten) perceel, gelegen aan de [adres 4] , heeft/hebben betreden en/of (vervolgens)
- op die [slachtoffer 4] is/zijn toegelopen en/of toegerend en/of (daarbij) die [slachtoffer 4] (krachtig) één of meermalen met gebalde vuist(en) in/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd, heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) met een snoeischaar in het gezicht heeft/hebben gesneden en/of gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te Eck en Wiel,in de gemeente Buren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 4] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een snijverwonding in het gezicht, heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer 4] met een snoeischaar in het gezicht te steken en/of te snijden;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 13 oktober 2015 te Eck en Wiel, in de gemeente Buren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 4] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen:
- op die [slachtoffer 4] is/zijn toegerend en/of gelopen en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 4] één of meermalen krachtig met gebalde vuist(en) in/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd, heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens)
- met een snoeischaar in het gezicht heeft/hebben gesneden en/of gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
Hij op of omstreeks 02 oktober 2015 te Rotterdam, in de gemeente Rotterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan naam [slachtoffer 5] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren:
- voornoemde [slachtoffer 5] is/zijn gevolgd naar diens woning, althans nabij de woning van die [slachtoffer 5] , gelegen aan de [adres 2] , heeft/hebben gewacht en/of (vervolgens)
- nadat die [slachtoffer 5] de toegangsdeur van zijn woning had geopend, voorzien van (een) zwartgekleurde jas(sen) met capuchon en/of met (een) sjaal bedekt(e) gezicht(en), op die [slachtoffer 5] is/zijn toegelopen en/of toegerend en/of (daarbij) die [slachtoffer 5] in/tegen diens rug heeft/hebben geduwd en/of (vervolgens)
- krachtig tegen de toegangsdeur van voornoemde woning heeft/hebben geduwd en/of geschopt/getrapt, teneinde toegang tot voornoemde woning te verkrijgen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 07 oktober 2014 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 950 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet.
10 De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/770149-14 en het onder parketnummer 08/910061-15 sub 2 primair, sub 3 primair en subsidiair en sub 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/910061-15 sub 1 in de eerste en tweede plaats telkens primair, sub 2 subsidiair, sub 3 meer subsidiair en sub 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 in de eerste en tweede plaats telkens primair, sub 2 subsidiair, sub 3 meer subsidiair en sub 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
feit 1 in de eerste plaats en in de tweede plaats telkens primair de misdrijven:
de eendaadse samenloop van:
diefstal voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2 subsidiair het misdrijf: opzetheling;
feit 3 meer subsidiair het misdrijf: poging tot zware mishandeling;
feit 5 het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 in de eerste en tweede plaats telkens primair, 2 subsidiair, 3 meer subsidiair en 5 bewezenverklaarde;
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven (7) jaren;
- -
bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding wat betreft het feit onder parketnummer 08/77014914
- bepaalt dat de benadeelde partij: [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat de benadeelde partijen die vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
schadevergoeding wat betreft feit 1 primair onder parketnummer 08/910061-15
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 8.425,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2015, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- -
veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.425,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2015 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 77 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- -
bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- -
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering;
schadevergoeding wat betreft feit 3 meer subsidiair onder parketnummer 08/910061-15
- -
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 987,03, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2015;
- -
veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- -
legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 987,03, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2015 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 19 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- -
bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten tie-rips en een vals bankbiljet van € 50,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en
mr. S.M. Milani, rechters, in tegenwoordigheid van H.K.S. Feijer, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2017.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, team Grootschalige Opsporing (ON) met nummer 2014225353. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Wat betreft de feiten 1 in de eerste en tweede plaats, telkens primair, 2 subsidiair, 3 meer subsidiair en 5 onder parketnummer 08/910061-15:
Wat betreft feit 1 in de eerste en tweede plaats, telkens primair:
1.
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2016;
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 8 november 2015, pagina 4.124 - 4.137.
Wat betreft feit 2 subsidiair:
1.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2016 en inhoudende:
We, [getuige 10] en ik, zijn op 8 november 2015 naar die woning in Zwolle toegereden in een Daewoo personenauto, type Matiz. Ik ging 8 november 2015 naar [getuige 10] toe en kreeg de autosleutel van hem. We zouden namelijk met twee auto’s naar Zwolle rijden en de Daewoo zou na de overval gedumpt worden. Ik heb geen vragen gesteld over die auto of over de herkomst van die auto.
2.
Pagina 5.2 – 5.3: het proces-verbaal van aangifte, zakelijk weergegeven, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik doe aangifte van diefstal van mijn personenauto, een Daewoo Matiz voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Ik heb niemand toestemming gegeven voor het plegen van het feit. Ik woon aan de [adres 1] te Enschede. Vandaag, 2 november 2015, werd ik wakker gemaakt door de krantenbezorger. Deze had gezien dat twee mannen mijn auto uit de garage hadden weggenomen. Ik weet zeker dat de garagedeur was afgesloten.
1.
Ordner ZK 2 & ZK 3 (pagina’s 2.A tot en met 3.157).
Pagina 3.8 - 3.12: De beide processen-verbaal verhoor aangever, zakelijk weergegeven, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben woonachtig aan de [adres 4] te Eck en Wiel. Ik woon in een vrijstaand huis met een groot stuk grond om mijn huis. Vandaag 13 oktober 2015, omstreeks 22.40 uur liep ik met mijn visite op mijn oprit. Deze reden vervolgens met hun auto weg. Onze hond liep nog buiten waardoor ik nog een stukje over het terrein ben gaan lopen. Ik zag dat er een lampje in de auto van een van mijn huurders aan stond. Deze zitten in een chalet bij mij op het erf. Ik liep naar het chalet toe. Ik klopte hier op de deur. Ik draaide een kwartslag naar links. Ik zag op ongeveer vier meter afstand een donkere man aan komen rennen. Ik zag dat hij voor mij stond. Ik zag dat hij met een van zijn vuisten in mijn gezicht sloeg. Ik voelde hierdoor nog geen pijn, mogelijk door de adrenaline. Ik ben vervolgens mijzelf gaan verdedigen. Ik heb mijzelf beschermd. Uiteindelijk zijn we op de grond beland. Ik heb meerdere slagen gehad.
Ik heb nu pijn aan mijn heup en mijn oog. In de worsteling heeft de verdachte mij nog in mijn rechter duim gebeten. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit;
2.
Pagina 3.3 – 3.5: het proces-verbaal van 18 december 2015, zakelijk weergegeven, inhoudende het relaas van de verbalisant [verbalisant] :
Op 13 oktober omstreeks 22.58 uur werd [verdachte] als verdachte in verband met mishandeling aangehouden op een erf van perceel [adres 4] in Eck en Wiel.
De aangever heeft ten gevolge van de aanval door de verdachte letsel opgelopen, te weten een pijnlijke heup en oog, een snijwond in het gezicht en een bijtwond in de duim.
3
Pagina 3.8 – 3.9: het proces-verbaal van 14 oktober 2015, inhoudende de getuigenverklaring van [getuige 12] :
Het begon gisteren op dinsdag 13 oktober 2015. Het was even voor 23:00 uur in de avond. Het gebeurde allemaal voor mijn huis. (…) Ik hoorde de huiseigenaar toen ineens harder schreeuwen: “ [naam 3] , [naam 3] ”. Ik dacht dit is niet goed. Ik hoorde namelijk paniek in zijn stem. Dus toen ben ik snel naar buiten gegaan. Ik zag toen dat de huiseigenaar buiten met iemand aan het vechten was. Hij vocht met een donker getinte man. Deze man was niet zo lang maar stevig gebouwd. Hij had een capuchon over zijn hoofd. Ik zag dat de huiseigenaar de man vast probeerde te pakken. Om hem op zijn plaats te houden, begrijpt u. De getinte man probeerde echter wild los te komen en sloeg daarop met de vuisten de huisbaas meerdere keren met kracht en opzet. Ik zag dat de huiseigenaar een bebloed gezicht had en ook bloed op zijn rechterhand had. Ik hoorde de eigenaar iets roepen. Ik weet dat hij meerdere malen mijn naam riep en het woord “help”.
Wat betreft feit 5:
1.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 1 november 2016 en inhoudende:
Op 7 oktober 2014 zat ik als bijrijder in een personenauto. [naam 4] bestuurde de auto. [naam 4] begon opeens wat harder te rijden en ik zag meerdere sirenes. [naam 4] stopte.
We werden aangehouden door de politie. In die tijd zaten [naam 4] en ik in de speedhandel.
2.
Het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal met het registratienummer
PL0500-2014101145 van 8 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] .
Op 7 oktober 2014 omstreeks 23:15 uur reden wij, verbalisanten, in een opvallend politievoertuig. Ik, verbalisant [verbalisant] , bestuurde ons dienstvoertuig en ik, verbalisant [verbalisant] , zat voorin op de passagiersstoel. Wij reden over de Oldenzaalsestraat te Hengelo, komende vanaf de Deurningerstraat en gaande in de richting van de [straat] te Hengelo (Ov).
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat twee personenauto’s ons in tegengestelde richting naderden. Ik zag dat het achterste voertuig een zwarte personenauto betrof van het merk/type Fiat 500 en ik zag dat dit voertuig voorzien was van het kenteken [kenteken 2] . Hierop wilden wij, verbalisanten, de bestuurder van dit voertuig controleren op grond van de Wegenverkeerswet. Ik, verbalisant [verbalisant] , keerde ons dienstvoertuig om achter dit voertuig, de Fiat, aan te rijden. Terwijl wij keerden zagen wij dat de bestuurder van de Fiat zijn snelheid verhoogde. Wij zagen dat de bestuurder met zeer verhoogde snelheid de Deurningerstraat in reed. Ik, verbalisant [verbalisant] , schakelde de blauwe
signaalverlichting op ons dienstvoertuig in werking om zodoende de bestuurder van de Fiat kenbaar te maken dat wij politie waren. Wij zagen dat de Fiat bleef accelereren en de rotonde verliet, de [straat] op. Ik, verbalisant [verbalisant] , gaf onze bevindingen aan door aan de Politiemeldkamer Twente. Voor de rotonde schakelde ik, verbalisant [verbalisant] , de geluidssignalen op ons dienstvoertuig in. Wij zagen dat de Fiat voor ons in dezelfde richting de [straat] op reed. Terwijl de Fiat voor ons uit reed en een bocht naar links door reed zag ik, verbalisant [verbalisant] , dat er een zwarte plastic zak uit de bijrijderskant van de voor ons rijdende Fiat werd gegooid. Ik zag dat deze plastic zak zwart van kleur was en een soort van rode strik had. Ik zag dat deze tas over de straat rolde en tot stilstand kwam aan de rand van de weg, achter een geparkeerd staand voertuig.
Ik, verbalisant [verbalisant] , gaf onze bevindingen door aan de meldkamer, zo ook de locatie van het weggooien van de plastic zak.
Wij, verbalisanten, zagen dat de bestuurder vervolgens zijn snelheid verminderde en rechtsaf de [straat] wilde vervolgen in de richting van de Uitslagsweg. Wij zagen dat de bestuurder van de Fiat zijn voertuig stil zette en met draaide motor stil bleef staan. Wij, verbalisanten, hebben toen ons dienstvoertuig verlaten en hebben beide personen aangeroepen hun handen te laten zien. Wij zagen dat beide personen hieraan voldeden. Dichterbij gekomen zagen wij dat de bestuurder de ons ambtshalve bekende verdachte [naam 4] en de bijrijder de ons ambtshalve bekende verdachte [verdachte] betrof.
Wij hoorden via onze portofoons dat collega’s [verbalisant] en [verbalisant] een plastic zak hadden aangetroffen aan de [straat] , gelegen tussen de rotonde en de plaats van staande houding. Wij hoorden dat collega’s [verbalisant] en [verbalisant] met deze plastic zak naar ons toe kwamen. Ik, verbalisant [verbalisant] , herkende de plastic zak als diezelfde plastic zak waarvan beide verdachten zich tijdens hun vlucht hadden ontdaan. Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat het een zwarte plastictas betrof met rood/oranje handvaten. Wij, verbalisanten, bekeken de inhoud van de plastic zak en zagen dat in deze plastic tas een gesealde verpakking zat met daarin een witte vloeibare emulsie. De plastic zak met daarin de gesealde verpakking met de witte stof is in beslag genomen en zal voor onderzoek worden verzonden naar de forensische Opsporing.
3.
Het proces-verbaal van 10 oktober 2014 inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Op 10 oktober 2014 ontvingen wij namens [verbalisant] werkzaam bij de politie Oost-Nederland, district Twente, Team Hengelo, een zwart met oranje plastic tas met een grote hoeveelheid witkleurig poeder, aangetroffen en in beslag genomen onder de vermoedelijke verdachte:
[naam 4] , met het verzoek een nader onderzoek aan deze stof in te stellen.
Vorenbedoelde op amfetamine gelijkende stof, werd getest met de ODV verdovende middelen test en reageerde positief op de aanwezigheid van amfetamine.
Het nettogewicht van deze stof bedroeg 950 gram.
Een monster van vorenbedoelde op amfetamine gelijkende stof, zal voor nader onderzoek worden overgebracht naar het Nederlands Forensisch Instituut te Rijswijk. Een kopie van de aanvraag van dit onderzoek, voorzien van het Ref. nr. PLO500 -2014101145 en SIN nummer AAGWO816NL zal hierbij worden gevoegd.
4.
Het rapport identificatie van drugs en precursoren van 18 november 2014, inhoudende de verklaring van de deskundige ing. A.B.M. van Esch – de Bruin van het Nederlands Forensisch Instituut:
Verdachte: [naam 4] ;
vraagstelling: bevat het materiaal middelen die vermeld zijn op een van de lijsten van de Opiumwet en zo ja, welke.
Resultaten en conclusie: kenmerk AAGWO816NL, crèmekleurig poeder en brokjes in een gripzakje: bevat amfetamine. Amfetamine is vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
5.
Het proces-verbaal verhoor van getuige, opgemaakt door de rechter-commissaris in deze rechtbank, voor zover inhoudende de verklaring van de getuige [verbalisant] , hoofdagent van politie, afgelegd op 8 september 2016:
Ik weet waar het vandaag over zal gaan. Wij reden op de Oldenzaalsestraat, richting Oldenzaal. Wij zagen een Fiat 500 ons tegemoet komen en mijn collega [verbalisant] en ik sloegen allebei direct aan op het kenteken. U vraagt mij hoe ik kon zien dat er iets uit het bijrijdersraampje werd gegooid nu de auto linksom in de bocht reed en dat raam dus voor mij niet te zien moet zijn geweest. Dat klopt. Ik had niet zicht op het raam zelf, maar ik zag wel iets uit de richting van het bijrijdersraam door de lucht vliegen. Er was op dat moment geen andere auto in de buurt, niet er voor en niet er naast. Ook niet er achter, daar reden wij. Er lag ook niets op het dak van de auto wat in de bocht weggevlogen kan zijn. Het moet dus uit het raampje gekomen zijn. Die tas lag ook niet direct stil. Hij rolde nog iets en had een voorwaartse beweging. Ik heb hetgeen in de lucht vloog ook direct neer zien komen. Ik zag het liggen toen wij met onze auto de geparkeerde auto waar het achter lag passeerde. U vraagt mij of ik op dat moment al zag dat de plastic tas zwart was. Ja, dat zag ik. De verlichting was goed op de plek waar de tas neer viel. Het was vlak na de rotonde. Daar is extra verlichting.