2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 21 augustus 2017, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
primair: al dan niet samen met [medeverdachte] een op verdachte’s naam staande aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2010 opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan;
subsidiair: al dan niet samen met [medeverdachte] een bezwaarschrift tegen een op verdachte’s naam staande, ambtshalve opgelegde aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2010 valselijk heeft opgemaakt;
feit 2
primair: al dan niet samen met [medeverdachte] op verdachte’s naam staande aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2011 en 2012 opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan;
subsidiair: al dan niet samen met [medeverdachte] op verdachte’s naam staande aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2011 en 2012 valselijk heeft opgemaakt;
feit 3
primair: al dan niet samen met [medeverdachte] een op [medeverdachte] naam staande aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2010 opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan;
subsidiair: al dan niet samen met [medeverdachte] een bezwaarschrift tegen een op [medeverdachte] naam staande, ambtshalve opgelegde aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2010 valselijk heeft opgemaakt;
feit 4
primair: al dan niet samen met [medeverdachte] op [medeverdachte] naam staande aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2011 en 2012 opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan;
subsidiair: al dan niet samen met [medeverdachte] op [medeverdachte] naam staande aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2011 en 2012 valselijk heeft opgemaakt;
feit 5
primair: al dan niet samen met [medeverdachte] feitelijk leiding en/of opdracht heeft gegeven aan [bedrijf 1] bij het opzettelijk onjuist en/of onvolledig doen van aangiften omzetbelasting over het eerste, tweede en derde kwartaal van 2009, het eerste kwartaal van 2010 en de maanden mei tot en met november 2010, de maanden januari tot en met december van 2011, de maanden januari tot en met december van 2012 en de maanden januari tot en met december van 2013;
subsidiair: al dan niet samen met [medeverdachte] en/of [bedrijf 1] die aangiften omzetbelasting opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij op of omstreeks 25 september 2013 in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de inkomstenbelasting ten name van [verdachte] over het jaar 2010,
(Vindplaats: D-164; pagina 589 en D-183; pagina 1474 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat feit er toe strekte, dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan dat in die aangifte
- een te laag bedrag aan belastbaar inkomen werd aangegeven, en/of (daardoor)
- een te laag bedrag aan verschuldigde inkomstenbelasting werd aangegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij in of omstreeks de periode van 01 januari 2011 tot en met 25 september 2013 in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen, een bezwaarschrift tegen een (ambtshalve opgelegde) aanslag inkomstenbelasting ten name van [verdachte] over het jaar 2010,
(Vindplaats: D-164; pagina 589 en D-183; pagina 1474 e.v.)
- zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door een ander of anderen te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, en/of haar medeverdachte(n) valselijk op dat bezwaarschrift vermeld dat haar bruto resultaat uit werkzaamheden/verzamelinkomen EUR 16.500 bedroeg;
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 september 2013 tot en met 30 september 2013, in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting ten name van [verdachte] over het/de jaar/jaren:
- 2011, en/of
- 2012,
(Vindplaats 2011: D-165; pagina 590-591 en D-184, pagina 1488 e.v.)
(vindplaats 2012: D-166; pagina 592-593 en D-184, pagina 1493 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe strekte(n), dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan dat in die aangifte(n) (telkens)
- een te laag bedrag aan belastbaar inkomen werd aangegeven, en/of (daardoor)
- een te laag bedrag aan verschuldigde inkomstenbelasting werd aangegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
Zij,
op één of meer tijdstippen,
in of omstreeks 1 september 2013 tot en met 30 september 2013,
in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen,
(een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting ten name van [verdachte] over
het/de jaar/jaren:
-2011; en
- 2012,
(Vindplaats: D-184, doorgenummerde pagina 1488 e.v. en 1493)
- zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door een ander of anderen te doen gebruiken,
immers heeft/hebben, hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) valselijk op
dat/die aangift(en) vermeld dat het verzamelinkomen EUR 12.255 en/of EUR
21.883 en/of het bruto resultaat uit werkzaamheden EUR 7.500 en/of EUR 0 bedroeg;
zij op of omstreeks 07 maart 2013 in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de inkomstenbelasting ten name van [medeverdachte] over het jaar 2010,
(Vindplaats: D-161; pagina 563-566 en D-182, pagina 1455 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat feit er toe strekte, dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan dat in die aangifte
- een te laag bedrag aan belastbaar inkomen werd aangegeven, en/of (daardoor)
- een te laag bedrag aan verschuldigde inkomstenbelasting werd aangegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 07 maart 2013 in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen, een bezwaarschrift tegen een (ambtshalve opgelegde) aanslag inkomstenbelasting ten name van [medeverdachte] over het jaar 2010,
(Vindplaats: D-161; pagina 563-566 en D-182; pagina 1455 e.v.)
- zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door een ander of anderen te doen gebruiken,
immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar medeverdachte(n) valselijk op dat bezwaarschrift vermeld dat het (verzamel)inkomen EUR 18.982 bedroeg;
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 maart 2013 tot en met
30 september 2013 in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting ten name van [medeverdachte] over het/de jaar/jaren:
- 2011, en/of
- 2012,
(Vindplaats 2011: D-162; pagina 570 e.v.)
(Vindplaats 2012: D-163; pagina 581 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe strekte(n), dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid en/of onvolledigheid hierin bestaan dat in die aangifte(n) (telkens)
- een te laag bedrag aan belastbaar inkomen werd aangegeven, en/of (daardoor)
- een te laag bedrag aan verschuldigde inkomstenbelasting werd aangegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
Zij,
op één of meer tijdstippen,
in of omstreeks 1 maart 2013 tot en met 30 september 2013,
in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, althans alleen,
(een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting ten name van [medeverdachte] over
het/de jaar/jaren:
-2011; en
- 2012,
(Vindplaats: D-182, doorgenummerde pagina 1460 e.v.)
- zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken
en/of door een ander of anderen te doen gebruiken,
immers heeft/hebben, hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) valselijk op
dat/die aangift(en) vermeld dat het verzamelinkomen EUR 7.664 en/of EUR 6.937
en/of winst uit ondernemerschap en/of belastbare winst EUR 15.164 en/of EUR
5.000 bedroeg;
[bedrijf 1] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 januari 2009 tot en met 31 januari 2014, in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 1] over het/de:
- eerste, tweede en/of derde kwartaal 2009, althans over één of meer kwartalen in 2009, en/of
- eerste kwartaal 2010 en/of de maanden mei 2010 tot en met november 2010, althans over één of meer maanden in 2010, en/of
- maanden januari 2011 tot en met december 2011, althans over één of meer maanden in 2011, en/of
- maanden januari 2012 tot en met december 2012, althans over één of meer maanden in 2012, en/of
- maanden januari 2013 tot en met december 2013, althans over één of meer maanden in 2013,
(Vindplaats: D-185, doorgenummerde pagina 1500 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat/die feit(en) er (telkens) toe strekte(n), dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan dat in die aangifte(n) (telkens)
- een te laag bedrag aan verschuldigde omzetbelasting werd aangegeven,
zulks, terwijl zij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of met een ander of anderen, tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 5 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2009
tot en met 31 januari 2014, in de gemeente(n) Lelystad en/of Apeldoorn en/of
(elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [medeverdachte]
en/of met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n)
voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 1] over het/de:
- eerste, tweede en/of derde kwartaal 2009, althans over één of meer kwartalen
in 2009; en/of
- eerste kwartaal 2010 en/of de maanden mei 2010 tot en met november 2010,
althans over één of meer maanden in 2010, en/of
- maanden januari 2011 tot en met december 2011, althans over één of meer
maanden in 2011; en/of
- maanden januari 2012 tot en met december 2012, althans over één of meer
maanden in 2012; en/of
- maanden januari 2013 tot en met december 2013, althans over één of meer
maanden in 2013,
(Vindplaats: D-185, doorgenummerde pagina 1500 e.v.)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, terwijl dat/die feit(en) er (telkens)
toe strekte(n), dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan dat in die
aangifte(n) (telkens)
- een te laag bedrag aan verschuldigde omzetbelasting werd aangegeven.
9 De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 3 primair en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 subsidiair, 4 primair en 5 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 subsidiair, 4 primair en 5 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: valsheid in geschrift;
feit 2 primair
het misdrijf: het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
feit 3 subsidiair
het misdrijf: medeplegen van valsheid in geschrift;
feit 4 primair en feit 5 subsidiair
telkens het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair, 2 primair, 3 subsidiair, 4 primair en 5 subsidiair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 190 (eenhonderd en negentig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 95 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering of in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en mr. A. Skerka, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 september 2017.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit bladzijden uit het dossier van de FIOD van 27 augustus 2015 met nummer 54596. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
De verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 21 augustus 2017 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De aangifte inkomstenbelasting over 2010 heb ik opgesteld en ingediend. Het betrof zowel de aangifte van mijzelf als die van [medeverdachte] .
Hetgeen ik bij de FIOD heb verklaard, is zoals ik het heb beleefd. Ik heb daar niet gelogen en ook hier zit ik niet te liegen.
Desgevraagd zeg ik u dat ik geen boekhoudkundige kennis heb. Er is zeker wel iets fout gegaan bij het doen van aangifte. Ik heb de formulieren ingevuld en ik kan me voorstellen dat ik het ergens niet goed heb ingevuld, maar ik heb het ingevuld zoals ik dacht dat goed was.
Desgevraagd zeg ik u dat ik de BTW-aangiftes verzorgde. Dat was de afspraak. Ik heb soms geen aangiftes ingediend en soms heb ik nihilaangiftes ingediend. Ik wist dan dat het niet goed was. Ik heb dat niet goed gedaan. In antwoord op de vraag van de officier van justitie kan ik zeggen dat ik de BTW-aangiften bewust onjuist heb ingevuld en ingediend.
2.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 24 maart 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 242):
(…) Alles wat [medeverdachte] met werkzaamheden verdient valt binnen de VOF. Daarmee bedoel ik [bedrijf 1] . [medeverdachte] en ik hadden samen deze VOF.
Eigenlijk kun je zeggen dat op het moment dat ik stopte met werken, ik alle administratieve
werkzaamheden ging doen.
Ik deed de administratie in de breedste zin van het woord. Daarmee bedoel ik dat ik alles bijhield, zoals de boekingen, de inschrijvingen, de vluchten, het boeken van de hotels en de dagelijkse administratie. Met de dagelijkse administratie bedoel ik alles, zoals de boekhouding, het financiële bankgebeuren en de BTW aangiften.
(…)
Vraag verbalisanten: Waaruit bestaat de dagelijkse administratie?
Antwoord verdachte: Ik maakte facturen en hield bij wat er in en uit ging. Ik hield geen kas- of bankboek bij. Daarvan heb ik niet de know-how. Het enige wat ik deed was onderscheid
maken tussen wat er via de bank betaald werd en wat er cash betaald werd. Verder dan
dat ging het niet.
Vraag verbalisanten: Wie vervaardigt de jaarstukken? Met de jaarstukken wordt de
verlies en winstrekening van de VOF bedoeld.
Antwoord verdachte: In eerste instantie de accountant en daarna heb ik geprobeerd iets in de aangifte te zeten waarvan ik dacht dat het goed was. Dat heb ik vanaf de belastingaangifte 2010 zelf gedaan.
Vraag verbalisanten: Aan de hand waarvan worden de jaarstukken opgemaakt.
Antwoord verdachte: Ik heb niet echt jaarstukken opgemaakt. Ik heb geprobeerd een onderscheid te maken tussen bruto en netto. Ik heb geprobeerd er wijs uit te worden en
er een goed bedrag in te vullen.
Ik heb het gedaan zoals ik dacht dat het goed was.
(…)
Antwoord verdachte: (…) Vanaf 2010 zijn er problemen ontstaan met de Belastingdienst en ik ben een persoon die nogal mijn hoofd in het zand steekt en dan maar hoopt dat het over gaat.
Ik heb de belastingaangifte over de jaren 2010, 2011 en 2012 ingevuld op basis van wat ik in de computer had ingevuld. Deze gegevens heb ik ook op verzoek van de Belastingdienst en de controlerend ambtenaar toegestuurd.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 24 maart 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 248):
Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangifte omzetbelasting over de jaren 2009 tot en met 2013 verzorgd?
Antwoord verdachte: Ik heb de aangifte omzetbelasting van de [bedrijf 1] verzorgd.
Het formulier bestaat voor zover ik weet uit twee delen. Hoe het er precies uit ziet weet ik niet, maar ik weet als ik het formulier zie waar ik wat moet invullen. Ik vulde het formulier niet altijd in. Om eerlijk te zijn vulde ik soms ook wel eens nul in. Dit deed ik op het moment dat er geen geld was of om een andere reden. Die andere reden was bijvoorbeeld als het de laatste dag was voor de aangifte of als ik al te laat was. Dan vulde ik nul in want dan kon de aangifte nog snel weg. Maar ik heb ook wel eens een volgende periode meer aangegeven dan dat ik eigenlijk verschuldigd was om zo de achterstand van de vorige periode in te halen.
Ik heb aangiften digitaal ingediend, terwijl ik wist dat die aangiften soms onjuist waren. Dit had in principe betrekking op alle aangiften omzetbelasting die ik heb ingediend.
(…)
Verbalisanten: In de jaren 2009 tot en met 2013 zijn aangiften omzetbelasting ingediend. In een groot aantal gevallen werden nihil aangiften gedaan. Uit de bij ons in bezit zijnde facturen komt naar voren dat er wel degelijk omzet is geweest gedurende deze jaren. Waarom werden er nihil aangiften gedaan terwijl er wel sprake was van gefactureerde omzetbelasting?
Antwoord verdachte: Ik wist dat ik de BTW die ik heb gefactureerd moest afdragen in de periode waarin ik de BTW heb gefactureerd. Ik heb dat niet gedaan.
(…)
Verbalisanten: Wij tonen u de overzichten D-137 tot en met D-141 en laten u zien wat er in totaal is gefactureerd en wat er op aangifte is afgedragen. Hoe verklaard u de grote verschillen?
Verdachte: Ik wist niet dat het zo weinig was wat ik heb aangegeven.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 25 maart 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 252):
Vraag verbalisanten: Nadat er voor het kalenderjaar 2009 en 2010 ambtshalve aanslagen opgelegd en vastgesteld waren, werden alsnog aangiften ingediend. Deze aangiften zijn aangemerkt en behandeld als een bezwaarschrift. Wie heeft bezwaar gemaakt tegen de ambtshalve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2009 en 2010?
Antwoord verdachte: [bedrijf 2] heeft de aangifte van 2009 opgemaakt en ingediend.
(…) Ik heb de aangifte van het jaar 2010 gedaan. Deze heb ik opgemaakt op basis van de
gegevens die ik thuis had. Ik heb de aangifte digitaal ingediend. Dit heb ik zowel voor mijzelf als voor mijn partner [medeverdachte] gedaan. [medeverdachte] wist dat ik de aangifte gedaan had maar kende de inhoud van mijn en zijn aangifte niet.
Ik vond het invullen van de aangifte inkomstenbelasting erg moeilijk. Ik vond mijzelf hiervoor niet gekwalificeerd. Dan kan het best zo zijn dat ik iets heb ingevuld dat niet goed was. Ik heb het ingevuld omdat het moest en ik geen geld had om deskundige hulp in de arm te nemen.
Ik heb nadat ik de aangifte had ingediend tegen [medeverdachte] gezegd dat ik het invullen van de belastingaangifte heel erg moeilijk vond. Hij zei toen dat ik naar iemand moest gaan die er wel verstand van had en die mij met het invullen van de belastingaangifte had kunnen helpen. De aangiften waren toen al door mij ingediend.
(…)
Vraag verbalisanten: Door wie werd de aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2011 en 2012 verzorgd?
Antwoord verdachte: Door mij, ik heb deze aangiften opgemaakt en ingediend. Volgens mij heb ik de aangifte van 2011 tegelijk met de aangifte van 2010 ingediend. [medeverdachte] wist dat ik de aangiften heb opgemaakt en ingediend maar kende de inhoud niet. De aangifte over het jaar 2012 heb ik later ingediend.
Vraag verbalisanten: Aan de hand van welke gegevens werden de aangiftebiljetten ingevuld?
Antwoord verdachte: Op basis van de gegevens die ik thuis had. Ondanks het eerdere advies van [medeverdachte] heb ik bij het indienen van de aangifte 2012 geen hulp gezocht.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] van 23 maart 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 203):
Vraag verbalisanten: Wie verzorgt de facturering voor de VOF?
Antwoord verdachte: Mijn vrouw [verdachte] .
Vraag verbalisanten: Wie verzorgt de dagelijkse administratie?
Antwoord verdachte: Ook mijn vrouw [verdachte] .
(…)
Ergens in 2013 is [verdachte] dat zelf gaan doen. Ik was allang blij dat [verdachte] dat allemaal deed. lk ga er van uit dat alles naar de Belastingdienst is gegaan".
(…)
Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangifte omzetbelasting over de jaren 2009 tot en
met 2013 verzorgd?
Antwoord verdachte: [verdachte] . Ik zag wel eens dat er een bericht binnenkwam van de
Belastingdienst dat er weer aangifte gedaan moest worden. Ik zei dan tegen haar dat ze
aangifte moest doen. Ik ga er dan ook vanuit dat zij wel aangifte heeft gedaan. Zij was
ook wel eens te laat.
Vraag verbalisanten: Op basis van welke gegevens worden de aangiften
omzetbelasting opgemaakt?
Antwoord verdachte: Ik neem aan op basis van de inkomsten en de uitgaven.
(…)
Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangiften omzetbelasting bij de Belastingdienst
ingediend?
Antwoord verdachte: Dat zou ook [verdachte] moeten zijn.
(…)
Vraag verbalisanten: Zijn deze nog te betalen bedragen aan omzetbelasting door u
aangegeven?
Antwoord verdachte: Nee, ik heb mij daar niet mee bemoeid. Ik zei wel tegen [verdachte] dat ze aangiften moest doen maar daar bleef het dan ook bij. lk ging er van uit dat ze aangifte deed.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] van 23 maart 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 207):
Vraag verbalisanten: Waarom heeft u geen aangifte inkomstenbelasting over de jaren
2009 en 2010 ingediend?
Antwoord verdachte: Ik ging er van uit dat dat wel gedaan was.
Vraag verbalisanten: Nadat er voor het kalenderjaar 2010 een ambtshalve aanslag was
opgelegd en vastgesteld, werd alsnog een aangifte ingediend. Deze aangifte is aangemerkt en behandeld als een bezwaarschrift. Wie heeft bezwaar gemaakt tegen de ambtshalve aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2010?
Antwoord verdachte: [verdachte] heeft dat gedaan. [verdachte] was in het bezit van mijn DigiD en regelde alles.
Vraag verbalisanten: Wie heeft het bezwaarschrift over het jaar 2010 ingediend bij de
Belastingdienst?
Antwoord verdachte: [verdachte] . Ik hield mij daar ook niet mee bezig omdat het ook niet mijn ding was. Zij zou het doen. We hadden afgesproken dat zij de administratie zou doen dus dan bemoeide ik mij daar ook niet mee.
Vraag verbalisanten: Door wie werd de aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2011
en 2012 verzorgd?
Antwoord verdachte: Door [verdachte] .
Vraag verbalisanten: Aan de hand van welke gegevens werden de aangiftebiljetten ingevuld?
Antwoord verdachte: Ik ga er van uit dat dat is gebeurd op basis van de gevoerde administratie.
Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangiften ingediend bij de Belastingdienst?
Antwoord verdachte: "Ik ga er van uit dat [verdachte] dat heeft gedaan. lk heb het in ieder geval niet zelf gedaan.
7.
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] van 18 augustus 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pag. 221):
Vraag verbalisanten: Wie nam het initiatief om de administratie voor het kalenderjaar 2010 in
eigen beheer te gaan doen?
(…) [verdachte] heeft toen gezegd dat ze het zelf wilde gaan doen. lk heb wel aan haar gevraagd of ze dat wel kon. Zij zei dat ze zich er in ging verdiepen en als ze het niet wist dan zou ze hulp gaan vragen.
Vraag verbalisanten: Wat vond u als vennoot binnen de VOF hiervan?
Antwoord: (…) Ik heb meerdere keren aan [verdachte] gevraagd hoe het allemaal ging. Zij gaf als antwoord dat alles liep en dat ze bij vragen hulp vroeg.
(…)
Vraag verbalisanten: Waarom heeft u zich als vennoot niet eerder met de administratieve
zaken heb beziggehouden?
Antwoord: Dat heb ik niet gedaan omdat ik helemaal geen kennis van boekhouden heb. (…)
Over het algemeen mocht ik mij niet met het voeren van de administratie bemoeien.
Vraag verbalisanten: Hoe of waaraan zag u dat het met de maandaangiften beter ging dan
tijdens de periode dat u er door de VOF nog kwartaalaangiften werden ingediend?
Antwoord: Dat zag ik als ik een e-mailaccount opende. Dan zag ik dat er niet alleen aangifte moest worden ingediend, maar ook dat er aangifte gedaan was. Dat zag ik aan
de onderwerp van het betreffende bericht.
(…)
Ik zag uit correspondentie van de Belastingdienst die [verdachte] open op tafel had laten liggen dat we een keer een boete kregen. Toen vertelde [verdachte] dat ze een kwartaal te laat was. De volgende periode zou ze dat rechtzetten. Dit is niet één keer maar meerdere keren voorgekomen. Op een gegeven moment zag ik het ook in de e-mailberichten. Ik ben daar toen ook specifiek op gaan letten. Volgens mij ging het toen beter. Inhoudelijk weet ik het echter niet want daar keek ik niet naar.
8.
Een ambtsedige verklaring Inkomstenbelasting van mw. [naam] , ambtenaar bij de Belastingdienst, van 14 april 2015, pag. 1479, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Dat zij in de door haar geraadpleegde systemen heeft waargenomen ten behoeve van [verdachte] dat de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2010 t/m 2012 elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst.
9.
Een document D-164 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2010 van [verdachte] , pag. 589.
10.
Een document D-165 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2011 van [verdachte] , pag. 590-591.
11.
Een document D-166 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2012 van [verdachte] , pag. 592-593.
12.
Een document D-161 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2010 van [medeverdachte] , pag. 563-566.
13.
Een document D-162 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2011 van [medeverdachte] , pag. 570.
14.
Een document D-163 betreffende de aangifte Inkomstenbelasting over 2012 van [medeverdachte] , pag. 581.
15.
Een ambtsedige verklaring Inkomstenbelasting van mw. [naam] , ambtenaar bij de Belastingdienst, van 14 april 2015 (D-182), pag. 1146, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Dat zij in de door haar geraadpleegde systemen het volgende heeft waargenomen ten behoeve van [medeverdachte] :
- -
dat de inkomstenbelastingaangiften over de jaren 2009 t/m 2012 van belastingplichtige in het beveiligde gedeelte van de Belastingdienst internetsite binnen het onderdeel 'overzicht aangiften' zijn geplaatst.
- -
dat over de jaren 2010 t/m 2012 de aangiften inkomstenbelasting betreffende voorgenoemde belastingplichtige elektronisch zijn binnengekomen op de computersystemen van de Belastingdienst internetsite.
16.
De aangiften Omzetbelasting ten name van [bedrijf 1] over het eerste, tweede en derde kwartaal 2009, het eerste kwartaal 2010 en de maanden mei 2010 tot en met november 2010, de maanden januari 2011 tot en met december 2011, de maanden januari 2012 tot en met december 2012 en de maanden januari 2013 tot en met december 2013 (D-185, pag. 1500-1546).