2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
-
in de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003 te Zwolle samen met een ander of anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] te doden door met een mes in het hoofd en/of het lichaam van deze [slachtoffer] te steken;
-
in de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003 te Zwolle samen met een ander of anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] met geweld te beroven door deze [slachtoffer] met de beide polsen en beide enkels vast te tapen aan het bed en hem op het hoofd en lichaam te stompen en met een mes in het hoofd en/of lichaam te steken
en/of
in de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003 te Zwolle samen met een ander of anderen [slachtoffer] van zijn vrijheid heeft beroofd door zijn polsen en enkels vast te tapen aan zijn bed.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003 in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer] een of meermalen met (een) mes(sen), althans met (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) in het hoofd en/of lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003, in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn en/of heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- de woning van die [slachtoffer] wederrechtelijk binnengedrongen en/of
- (vervolgens) de beide polsen, althans armen, en/of de beide enkels, althans benen, van die (slapende) [slachtoffer] met tape, althans bindmiddel, vastgebonden en/of vastgetapet en/of
- (vervolgens) die vastgebonden en/of vastgetapete polsen, althans armen, en/of enkels, althans benen, met tape, althans bindmiddel op en/of aan het bed, althans de bedspijlen vastgebonden en/of vastgetapet en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meermalen op het hoofd en/of lichaam geslagen en/of gestompt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] een of meermalen met (een) mes(sen), althans scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) in het hoofd en/of lichaam gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in of omstreeks de nacht van 9 juli 2003 op 10 juli 2003, in de gemeente Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers is/zijn en/of heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- de woning van die [slachtoffer] wederrechtelijk binnengedrongen en/of
- (vervolgens) de beide polsen, althans armen, en/of de beide enkels, althans benen, van die (slapende) [slachtoffer] met tape, althans bindmiddel, vastgebonden en/of vastgetapet en/of
- (vervolgens) die vastgebonden en/of vastgetapete polsen, althans armen, en/of enkels, althans benen, met tape, althans bindmiddel op en/of aan het bed, althans de bedspijlen vastgebonden en/of vastgetapet.
9 De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- -
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en onder 2 tweede cumulatief/alternatief meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- -
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- -
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1: het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag;
feit 2: het misdrijf: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven/beroofd houden;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 tweede cumulatief/alternatief bewezenverklaarde;
- -
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren;
- -
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. A.A.A.M. Schreuder en mr. M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2017.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Oost-Nederland TGO Bloem, met dossiernummer 2017268274. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 10 juli 20031, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever [slachtoffer] :
Pleegplaats/-adres: Zwolle, [adres]
Nadere omschrijving: woning
Incident: geweld met letsel met wapen
Pleegdatum/-tijd: tussen woensdag 9 juli 2003 10:30 uur en
donderdag 10 juli 2003 02:43 uur(..)
Ik doe aangifte van poging tot doodslag, wederrechtelijke vrijheidsbeneming en zware mishandeling.(..)
Vannacht werd ik wakker van een aanraking aan mijn handen. Ik wilde mijn armen bewegen, maar dit lukte niet, ik was vast. Ik deed mijn ogen open en zag gelijk twee zwarte maskers. Daarna zag ik dat aan beide zijden van het bed een man stond. Ik weet zeker dat het twee mannen waren. Ik hoorde de twee mannen heel snel in een voor mij vreemde taal met elkaar praatten. Ik hoorde aan de stemmen dat het mannen waren. (..) De maskers, die ze droegen waren zwart van kleur. Ik kon het haar van de mannen niet zien, ook de monden niet. (..) Het licht in de hal was aan. Het was schemerdonker in de slaapkamer. De man, die rechts van mij stond had iets in zijn handen, maar ik weet niet wat. Aan de linkerzijde van mij stond de man, met in zijn rechterhand een mes. Toen ik wakker werd was ik nog niet gestoken. Toen ik wakker werd heb ik eerst niets gezegd. Plots voelde ik harde slagen op mijn hoofd. Ik denk dat ik in totaal wel 3 of 4 slagen heb gehad op mijn hoofd. Ik zag dat beide mannen mij op mijn hoofd sloegen met de blote vuisten. Ik heb toen wel wat gezegd, maar weet niet wat, ik denk; oh god.” ofzo.
Het mes was een steekmes. Het was breed bij het handvat en smal aan het eind. Het had een zwart handvat. Het snij vlak was ongeveer 12 cm. lang. Totaal was het mes ongeveer 20 cm. lang. Het was een glad mes. Over de kleding van de twee mannen kan ik niets zeggen. Ik weet niet was ze aan hadden. Het volgende moment zag ik dat de man met het mes mij boven het linker oog stak. Ik voelde een heftige pijn. Ik was bang dat hij mij wilde vermoorden. Ik heb het idee dat hij vanaf hoog met een boog van voren in zijn had op mijn hoofd in stak. Ik totaal stak hij drie keer, geloof ik. Ik weet niet of de mannen handschoenen droegen. Ik heb geprobeerd het mes af te weren. Ik heb het mes meerdere malen in mijn handen gehad. Ik heb dan ook snijwonden in mijn handen. Ik heb het mes vast gepakt, meerdere malen, tijdens het steken. Ik heb geschreeuwd en ben tegen de mannen gaan platen over Allah en de moskee en dat ze van Allah geen mensen mogen vermoorden. Plots was het stil. Ik hoorde niets meer. Ik heb de mannen niet de slaapkamer uit horen en zien gaan. Ik ben volgens mij niet buiten bewustzijn geraakt. Het geweld hield plots op. (..) Later hoorde ik ze niet meer. Toen de mannen weg waren heb ik mijn handen vrij gemaakt. Volgens mij zaten er knopen in, maar was het hanzaplast, ofzo, waarmee ik vastgebonden zat. Ik heb mijn handen los gewrongen. Dit duurde ongeveer 5 minuten. Ik weet niet zeker of het touw of tape was, maar het was geknoopt. Dat weet ik zeker. Het was dik spul. Daarna heb ik mijn voeten los gemaakt, die zaten op dezelfde manier vast met hetzelfde spul. De binnen polsen van mijn handen zaten aan elkaar vastgebonden. Ook zaten mijn enkels aan elkaar vast. De enkels zaten ook vast aan een spijl van het bed, aan de achterkant. Het spul waarmee ik vast had gezeten, heb ik nadien van me af gegooid.
Een NFI-rapport d.d. 22 januari 20152 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) Onderzoek naar de aard en oorzaak van letsels die op 10 juli 2003 zijn vastgesteld bij de heer [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] . (..)
Mogelijk 16 van de 25 beschreven letsels (kunnen) zijn opgeleverd door snijden dan wel steken met een scherprandig en scherppuntig voorwerp zoals bijvoorbeeld een scherppuntig mes.
Een NFI-rapport d.d. 18 februari 20153 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) Bij de heer [slachtoffer] zijn meerdere letsels vastgesteld die het gevolg waren van krassen, snijden en/of steken met een scherprandig en scherppuntig voorwerp, zoals een scherppuntig mes. Deze letsels bevonden zich voornamelijk aan het hoofd, de hals en de handen. (..)
Snij/steekletsels in het hoofd en de hals kunnen resulteren in ernstige c.q. fatale complicaties; Snij/steekletsels aan de handen kunnen invaliderende gevolgen hebben en door bloedverlies mogelijk in geringe mate een bijdrage leveren aan een ernstig c.q. fataal beloop.
Een proces-verbaal van inbeslagneming van sporenmateriaal d.d. 18 juli 20034, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Omschrijving delict:
Overval op een bejaarde man in zijn woning aan de [adres] te Zwolle op 10 juli 2003, waarbij het slachtoffer werd geboeid, mishandeld en met een mes gestoken.(..)
Souche type: vingertop hands, plaats aantreffen: onder bed, voeteneind
|
AFD655
|
Souche type: Stukje tape, plaats aantreffen: onder bed voeteneind
|
AFD650
|
Souche type: stukje tape, plaats aantreffen: linkerzijkant matras
|
AFD651
|
Souche type: stukje tape, plaats aantreffen, spijl voeteneind
|
AFD652
|
Souche type: stukje tape, plaats aantreffen, vloer bergruimte
|
AFD654
|
Een NFI-rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte met bijlage d.d. 1 september 20175 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
DNA-onderzoek
Aan het referentiemonster wangslijmvlies RABH942ONL van verdachte [verdachte] is DNA-onderzoek verricht. Van het DNA in dit referentiemonster is een DNA-profiel verkregen.
Vergelijkend DNA-onderzoek
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] RABH942ONL is vergeleken met het DNA-profiel van het DNA in bemonstering AFD654#02 van een stukje latex (gekoppeld aan onbekende man B). Het DNA-profiel van [verdachte] matcht met dit DNA-profiel. Dit betekent dat het DNA in deze bemonstering afkomstig kan zijn van [verdachte] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
De uitslag van deze vergelijking betekent dat [verdachte] donor kan zijn van DNA in de volgende bemonsteringen (eerder gekoppeld aan onbekende man B):
AFD654#02 een bemonstering van de binnenzijde van een stuk latex op een stuk tape aangetroffen op de vloer van een bergruimte
AFD654#03 een bemonstering van een vermeend bijtspoor op een uiteinde van een stuk
tape
AFD654#07 een bemonstering van een stukje latex op de kleefzijde van stukje tape
aangetroffen op de vloer van een bergruimte
AFD654#08 een bemonstering van een stukje latex op de kleefzijde van stukje tape
aangetroffen op de vloer van een bergruimte (..)
Een proces-verbaal DNA-match [medeverdachte] d.d. 1 mei 20156, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, het relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Op 10 juli 2003, omstreeks 02.40 uur vond een overval plaats op de bewoner van perceel [adres] te Zwolle. De bewoner, de toen 79-jarige [slachtoffer] , lag te slapen in zijn slaapkamer toen hij werd gewekt en mishandeld.(..)
Na onderzoek werden, buiten het DNA-profiel van het slachtoffer, twee separate DNA-profielen bruikbaar geacht. Deze werden in de bescheiden van het NFI aangeduid als ‘onbekende man A’ en ‘onbekende man B’. Op 14 januari 2014 werd in het kader van de Wetgeving DNA en Veroordeelden het referentiemonster opgenomen van [medeverdachte] , geboren op 12 januari 1982. [medeverdachte] voornoemd bleek te matchen met genoemde en bedoelde ‘onbekende man A’.
Een NFI-rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een veroordeelde met bijlage d.d. 17 januari 20147 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) Aan het referentiemonster wangslijmvlies RAAU5853NL van de veroordeelde [medeverdachte] is DNA-onderzoek verricht. (..) Het DNA in het sporenmateriaal met de identiteitszegels AFD650#1,(..) uit DNA-profielcluster 19694, kan afkomstig zijn van [medeverdachte] . (..) De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Een NFI-rapport criminalistische interpretatie van de resultaten van het soucheonderzoek en DNA-onderzoek naar aanleiding van een gewapende overval gepleegd in Zwolle op 10 juli 2003 d.d. 30 juli 20158 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) Soucheonderzoek
Overzicht van de resultaten en conclusies van het soucheonderzoek aan tape
Op basis van overeenkomende klasse-, productie- en scheidingskenmerken, passen alle tapedelen van AFD65O t/m AFD654 aan elkaar, in een volgorde zoals in figuur 1 schematisch is weergegeven.
Voor de bevindingen van het soucheonderzoek is een bewijskracht gegeven. Voor het bepalen van de bewijskracht is uitgegaan van de volgende hypothesen op bronniveau:
Hypothese 1: De ontvangen delen grijze duct tape (AFD65O tot en met -654) hebben oorspronkelijk één geheel gevormd in de volgorde zoals weergegeven in figuur 1.
Hypothese 2: De ontvangen delen grijze duct tape [AFD65O tot en met -654] hebben oorspronkelijk één geheel gevormd in een andere volgorde dan is weergegeven in figuur 1 of met ontbrekende delen soortgelijke grijze duct tape.
De bevindingen van het soucheonderzoek zijn
extreem veel waarschijnlijker
wanneer hypothese 1 juist is, dan wanneer hypothese 2 juist is.
De in volgorde aan elkaar passende tapedelen wordt het tapegeheel genoemd.
Uiteinde 25 en 19 S zijn de twee buitenste uiteinden van het tapegeheel, waarvan er maar één het buitenste uiteinde van de rol tape kan zijn geweest. Uiteinde 2E is als enige gesneden en omgeslagen. De andere uiteinden zijn door scheuren (waaronder uiteinde 19E) of knippen ontstaan. Deze combinatie van bevindingen wordt verwacht wanneer uiteinde 2B het buitenste uiteinde van de rol tape is geweest. Uitgaande van een roldiameter van 15 centimeter (gebruikelijk voor een rol met een lengte van circa 50 meter tape), heeft de eerste 47 centimeter van tapedeel 2 [AFD651J, gezien vanaf het omgeslagen uiteinde 28, de buitenzijde van de rol gevormd.(..)
Conclusie
Hypothese 1; Verdachte [medeverdachte] heeft de tape van de rol gescheurd en/of het slachtoffer met tape vastgebonden.
Hypothese 2; Een onbekende persoon heeft de tape van de rol gescheurd en/of het slachtoffer met tape vastgebonden. De verdachte is hier niet bij betrokken geweest Ten aanzien van bovengenoemde hypothesen, en onder de genoemde aannamen, concluderen wij:
De resultaten van het DNA-onderzoek in combinatie met de resultaten van het soucheonderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Een NFI-rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een gewapende overval gepleegd in Zwolle op 10 juli 2003 d.d. 8 december 20169 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) 2) Verzocht om de matchkans te berekenen van het DNA-profiel verkregen uit het DNA in bemonstering AFD654#08.(..)
(..) Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
|
Beschrijving DNA-profiel
|
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
|
Matchkans DNA-profiel
|
(..) AFD654#2
|
DNA-profiel van een man
|
Onbekende man B
|
Kleiner dan 1 op 1 miljard
|
AFD654#3
|
DNA-mengprofiel van minimaal 3 personen
|
[slachtoffer] , [medeverdachte] en onbekende man B
|
Zie statische evaluatie
|
AFD654#07
|
DNA-mengprofiel van minimaal 2 personen
|
Onbekende man B (DNA-hoofdprofiel) [slachtoffer] (DNA-nevenprofiel)
|
Kleiner dan 1 op 1 miljard
|
(..) Statische evaluatie
Ten aanzien van onderzoeksvraag 2 (bemonstering AFD654#8)
De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met het DNA-profiel van het DNA in de bemonstering AFD654#08 is kleiner dan één op één miljard.(..)
Ten aanzien van bemonstering AFD654#3(..)
Hypothese I: De bemonstering bevat DNA van [slachtoffer] , onbekende man B en een willekeurige onbekende persoon.
Hypothese II: De bemonstering bevat DNA van [slachtoffer] en van twee willekeurige onbekende personen.
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn
ten minste één miljoen maal waarschijnlijker
als hypothese 1 waar is dan als hypothese II waar is.
Een NFI-rapport aanvullende onderzoek en beantwoording van vragen naar aanleiding van een gewapende overval gepleegd in Zwolle op 10 juli 2003 d.d. 20 juli 201710 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(..) In tabel 1 zijn de afstanden van de relevante DNA-bemonsteringen ten opzichte van de linker- en rechteruiteinde van het tapegeheel bij benadering weergegeven:
Tabel 1
DNA-bemonstering
|
Tapedeel nr.
|
Afstand t.o.v. rechter uiteinde tapedeel 2B
|
Afstand t.o.v. linker uiteinde tapedeel 19B (..)
|
AFD654#02
|
24
|
385 cm
|
146
|
AFD654#03
|
19
|
531 cm
|
0 cm (..)
|
AFD654#07
|
Ergens op 19 t/m 24
|
359,5 – 531 cm
|
0 – 171,5 cm
|
AFD654#08
|
Ergens op 19 t/m 24
|
359,5 – 531 cm
|
0- 171,5 cm
|
Opmerkingen: De totale lengte van het tapegeheel bedraagt 531 cm.
Een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 12 december 201411 , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte] :
Er is mij gisteren door de politie een kleine foto getoond. Eerst herkende ik de man op de foto niet. Toen ik in mijn cel was herinnerde ik mij deze man op de foto toch. Ik denk dat ik die man wel ken. Ik ken hem van Zwolle van de straat. Ik ben wel eens met hem omgegaan. (..) Ik ben automonteur en gebruik tape. Misschien heeft iemand de tape die ik eerder heb gebruikt opnieuw gebruikt. Ik ben zelf niet in die woning geweest maar het kan goed zijn dat ik de jongens die het gedaan hebben wel heb weggebracht naar die woning. De politie zegt immers dat ik telefonisch contact heb gehad met [naam] . Er was ook een Irakese jongen bij maar ik herinner mij zijn naam niet. Ik kende die jongens van de straat of de coffeeshop. Ik herinner mij dat ik die jongens ergens heen heb gebracht. Ik herinner mij dan niet of het laat was. Ik heb deze jongens wel vaker ergens heen gebracht. Ik heb een auto en als iemand mij vraagt ze weg te brengen dan doe ik dat. Ik heb op de jongens gewacht en daarna kwamen ze weer terug. Ik weet niet waar ze heen gingen. Ik heb dat ook niet gevraagd. Ze zeiden dat ze 10 minuten weg zouden blijven. Ze waren een beetje laat daarom belde ik.
Een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 16 december 201412 , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte] :
(V: We hebben het vorige week met je gehad over het telefonisch contact van jou met [naam] in de nacht van de overval. Is dat ook de persoon van de foto?)
Ik kan mij dat niet herinneren. Wel weet ik dat ik via die [naam] een andere Irakese jongen heb leren kennen. Dat was een wat grotere forsere jongen. Hij was iets ouder dan mij en had 2 kinderen.(..) Ik weet dat die jongen ergens in Holtenbroek woonde, maar zijn ouders hadden een winkel naast [coffeeshop] aan [adres] in Zwolle. Die ouders woonden zelf in Zwolle-Zuid. Daar ben ik 1 x geweest. Ik weet niet hoe die jongen heette. Ik weet zijn voor- of achternaam niet meer. Wel weet ik dat hij een keet naar Engeland is geweest en daar toen ook een oude Rover heeft gekocht (..)
(V: Je hebt vrijdag ook bij de Rechter-Commissaris verteld, dat je zelf geen overval hebt gepleegd, maat dat je wel eens jongens hebt weggebracht. Klopt dat?)
Ik heb heel vaak jongens weggebracht. Als jongens mij dat vragen dan doe ik dat. Ik heb die [naam] ook wel eens weggebracht. Dan waren we in de coffeeshop en dan bracht ik de jongens wel eens weg naar de stad. Ik kan mij herinneren dat ik die [naam] een keer achterin Holtenbroek heb afgezet. Ik weet niet of die andere Irakese jongen daar ook bij was. Ze waren wel vaak bij elkaar. Dat was ergens achter de Gamma bij de Zwartewaterallee. Op het industrieterrein.
(V: Was dat middenin de nacht?)
Dat zou kunnen. Dat kan ik mij niet herinneren, maar dat zou wel kunnen.
(V: Hoe is dat verder gegaan? Wat moesten ze daar?)
Dat zou ik echt niet weten. Ze zeiden dat ze zo terug zouden komen. Ik moest met de auto blijven wachten. Ze zouden zo terug komen. Ik heb toen gewacht. Ik kan mij niet herinneren dat ik toen naar die [naam] gebeld heb, maar dat zou wel kunnen, omdat het misschien allemaal te lang duurde.
(V: Waar zijn ze heen gelopen?)
Ze zijn gewoon recht voor mij uitgelopen, maar ik weer niet waar ze heen gingen.
(V: Hoe ver heb je ze zien lopen?)
Iets van 20 meter, maar kan ook wel 50 of 70 meter zijn. Ik zat in de auto. Ik weet niet of ze rechts of links zijn gegaan. Ik zag ze een klein stukje weglopen en daarna niet meer.
(V: Wat was het telefoonnummer van die [naam] dan?)
Dat weet ik niet. Ik heb wel het hele weekeinde nagedacht over de naam van die andere Irakese jongen, maar ik kan er niet opkomen. Mogelijk [verdachte] , maar ik weet dat niet zeker. Dat is wel een naam die ik mij van vroeger herinner, maar ik ben daar niet zeker van.
(V: Hoe lang heb je op die jongens staan wachten dan?)
Ik denk ongeveer 10 minuten. Hooguit een kwartiertje, maar langer niet, want als ik vantevoren wist dat het een half uur zou duren dan was ik daar niet op blijven wachten. Dan was ik wel naar huis gegaan.
(V: Na 10 a 15 minuten kwamen die jongens terug. En dan?)
Toen heb ik ze naar huis gebracht. Die andere Irakese jongen woonde in de grote flat aan de [adres] in Holtenbroek. Ik kan mij nog herinneren dat die jongen een Russische vrouw had met een hoofddoek. Dat was ook een forse vrouw. Die [naam] heb ik toen naar zijn huis aan [adres] in Zwolle gebracht. Ik heb hem toen voor de deur afgezet. Ik ben daar nooit binnen geweest. Dat was het huis van zijn ouders.(..)
(V: Met wie bedoel jij die jongens”?)
A: Daarmee bedoel ik [naam] en die andere Irakese jongen met die Russische vrouw, mogelijk [verdachte] .
Een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 23 oktober 201713 , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte [medeverdachte] :
(..) Ik ken de ene jongen als [verdachte] , dat is [verdachte] .
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 201414, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant of één van hunner:
(..) Op 10-07-2003 om 02:37:48 werd door nummer (31) [telefoonnummer 1] contact gelegd/gepoogd contact te leggen met nummer (31) [telefoonnummer 2] (duur 3 sec) Beginpaal [adres] – Eindpaal [adres] .
Uit de gegevens van RBT Bloem blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in 2003 op naam stond van [medeverdachte] , [adres] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] stond in 2003 op naam van [naam] , [adres] .(..)
De telefoon van verdachte [medeverdachte] en de telefoon van [naam] bevonden zich rond het tijdstip van de overval onder bereik van palen in de omgeving van de PD.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 15 juni 201715, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
(..) (V: In hoeverre ken jij [medeverdachte] ?)
Ik kende hem via [naam] . Dit was gewoon op straat. Ik kan me niet herinneren hoe dat is gegaan. Maar het was op straat. We gingen wel eens samen met vrienden uit. Het was gewoon een vriend.
(V: In hoeverre ken jij [naam] ?)
Volgens mij kende hij [naam] en [naam] . Hij ging ook om met vrienden van mij. Ik kan het mij niet goed herinneren. Volgens mij was hij van een tweeling. (..)
(V: Wij tonen jou een fotoblad. Wie zijn de personen die jij op deze foto’s ziet (bijlage 5)
De linkse persoon is [naam] . Dit is de [naam] over wie ik net sprak. De middelste op de foto ben ik.