2.1.
[eiseres] , geboren [1956] , is op 14 juli 1997 in dienst getreden bij Carint. [eiseres] is werkzaam in de functie (wijk)verzorgende, in weke functie zij cliënten verzorgt en begeleidt volgens het zorg-leefplan. In haar functie verricht [eiseres] onregelmatige diensten.
2.4.
In het arrest van het Hof van Justitie EU van 15 september 2011, C-155/10 (Williams c.s. vs British Airways, JAR 2011/279) heeft het Hof - voor zover hier van belang - geoordeeld:
"Elke last die intrinsiek samenhangt met de uitvoering van de taken die de werknemer zijn opgedragen in zijn arbeidsovereenkomst en waarvoor hij een financiële vergoeding ontvangt, wordt gerekend tot de globale beloning van de werknemer […]die noodzakelijkerwijs deel moet uitmaken van het bedrag waarop de werknemer recht heeft gedurende zijn jaarlijkse vakantie.
[…]
Het is aan de nationale rechter om te beoordelen of er een intrinsiek verband bestaat tussen de verschillende componenten van het globale loon van de werknemer en de uitvoering van de taken die hem zijn opgedragen in zijn arbeidsovereenkomst. Deze beoordeling dient betrekking te hebben op een gemiddelde over een representatief geachte periode en plaats te vinden in het licht van het in de rechtspraak ontwikkelde beginsel dat richtlijn 2003/88 het recht op jaarlijkse vakantie en het recht op betaling uit hoofde daarvan behandelt als twee aspecten van één recht (zie reeds aangehaalde arresten Robinson-Steele e.a., punt 58, en Schultz-Hoff, punt 60).
[…]"
2.5.
In vervolg op dit arrest, dat door het Hof van Justitie is bevestigd zijn arrest van 22 mei 2014, C-539/12 (Lock vs British Gas, JAR 2014/163), hebben de CAO- partijen in de CAO een regeling opgenomen ter vergoeding van de, ten onrechte over de jaren 2012 tot en met 2016 nog onbetaald gebleven onregelmatigheidstoeslag over opgenomen vakantie- en verlofuren.
2.6.
In artikel 3:15 van de CAO is daartoe bepaald:
"Aanbod werkgever aan werknemer ter oplossing problematiek ORT tijdens vakantie-uren
1. Dit artikel geldt als je bij je werkgever in dienst bent en aan jou in het verleden geen
CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg 19
onregelmatigheidstoeslag is betaald over je vakantie-uren. Onenigheid bestaat over het antwoord op de vraag of respectievelijk over de mate waarin die toeslag had moeten worden doorbetaald. Cao-partijen hebben, ter beëindiging van deze onzekerheid en geschillen daarover, de navolgende regeling getroffen.
2. Je werkgever doet aan jou een aanbod om deze problematiek op te lossen. Dit aanbod houdt in dat je, tegen afstand van je eventuele rechten, waaronder het recht tot een hoger bedrag en dus tegen finale kwijting, een schikkingsbedrag ontvangt dat bestaat uit twee delen:
a. Je ontvangt uiterlijk februari 2017 een schikkingsaanbod ter grootte van de
onregelmatigheidstoeslag die je over de wettelijke vakantie-uren zou hebben ontvangen
opgebouwd in de periode 2012-2016, voor zover je in die periode in dienst was. Het
bedrag in dit aanbod is gebaseerd op de duur van je dienstverband in die periode, de
omvang van je arbeidsduur, de periode waarover je onregelmatigheidstoeslag hebt
ontvangen en de representativiteit van die periode. In beginsel geldt het kalenderjaar 2015
daarbij als representatieve periode. Als jij of je werkgever echter beargumenteerd van
mening zijn dat het kalenderjaar 2015 niet representatief is voor de gehele periode waarop
je een onregelmatigheidstoeslag hebt ontvangen, dan wordt een andere, wel representatieve
periode overeengekomen.
Omdat de betaling aan alle medewerkers die onregelmatige diensten verrichten voor je
werkgever om dusdanig grote bedragen gaat die niet in één keer te dragen zijn, wordt het
schikkingsbedrag aan jou in drie gelijke delen uitbetaald. Het eerste bedrag wordt
uitgekeerd uiterlijk in mei 2017, het tweede bedrag in februari 2018 en het derde bedrag in
februari 2019. In afwijking hiervan kan je werkgever besluiten het schikkingsbedrag in één
keer uit te betalen, uiterlijk in mei 2017, tenzij je dat niet wilt omdat je de voorkeur hebt
voor gespreide betaling. Als je voordien uit dienst gaat, wordt op dat moment het nog
resterende bedrag aan je uitbetaald.
b. Tevens ontvang je, maar alleen bij aanvaarding van het aanbod van sub a, tweemaal een
eenmalige uitkering van 1,2% van 12 maal het voor jou geldende maandsalaris van
december 2016 respectievelijk februari 2017 als bedoeld in artikel 3.9A."
2.7.
Carint heeft [eiseres] dienovereenkomstig een aanbod gedaan. Op basis van het refertejaar 2015 is door Carint aan [eiseres] aangeboden in totaal een bedrag van
€ 1.759,57 bruto te betalen.
[eiseres] heeft bij brief van 8 juni 2017 laten weten dit aanbod niet te aanvaarden omdat toepassing van artikel 3.15 van de CAO voor [eiseres] tot een lagere uitkering over de jaren 2012-2016 leidt dan wanneer op basis van ieder jaar de aan [eiseres] toekomende ORT over opgenomen vakantie- en verlofuren wordt berekend.
[eiseres] maakt aanspraak op een, op basis van jaargemiddelden, berekende ORT.
Carint heeft bij brief van 19 juni 2017 [eiseres] aangeboden om, overeenkomstig de regeling in de CAO, een ander refertejaar te kiezen. [eiseres] heeft daarop niet inhoudelijk gereageerd door een voorstel te doen. Evenmin heeft [eiseres] op het voorstel van Carint, om haar financieel op andere wijze te compenseren tot (nagenoeg) het door haar gevorderde bedrag, in willen gaan.