2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte – met een ander of alleen – :
feit 1: heeft gehandeld in bierfusten met daarop de naam Heineken, terwijl die fusten niet gevuld waren met door Heineken gebrouwen bier;
feit 2: THT-stickers heeft vervalst door daarop in strijd met de waarheid Heineken te vermelden;
feit 3: heeft gehandeld in bierfusten met daarop de naam Amstel, terwijl die fusten niet gevuld waren met door Amstel gebrouwen bier;
feit 4: THT-stickers heeft vervalst door daarop in strijd met de waarheid Amstel te vermelden;
feit 5: heeft gehandeld in bierfusten met daarop de naam Grolsch, terwijl die fusten niet gevuld waren met door Grolsch gebrouwen bier;
feit 6: THT-stickers heeft vervalst door daarop in strijd met de waarheid Grolsch te vermelden;
feit 7: bier heeft geschonken uit tapkranen met daarop de naam Heineken, terwijl uit die
tapkranen geen door Heineken gebrouwen bier kwam.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
(telkens) opzettelijk
( a) valse en/of vervalste en/of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
( b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- ongeveer 8.400 (AMB-030, bijlage 8), THT-stickers/etiketten/labels (o.a. DOC-054) met daarop de (merk)naam "Heineken" en/of;
- ongeveer 2.800 (AMB-030, bijlage 9), caps groen (o.a. DOC-057) met daarop een (beeld)merk van een hopblad en/of;
- een groot aantal bierfusten met daarop de (merk)naam "Heineken", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Heineken Brouwerijen B.V. en/of enige (andere) dochtervennootschap van Heineken N.V. gebrouwen was;
heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verkocht en/of te koop heeft aangeboden en/of afgeleverd en/of uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad, z
zulks terwijl zij en/of haar mededaders van het plegen van dit misdrijf haar/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend;
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
een of meer THT-sticker(s)/etiket(ten)/label(s) (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door een of meer anderen te doen gebruiken,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededaders, in/op die THT-sticker(s)/etiketten/labels (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid "Heineken" vermeld en/of doen vermelden;
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
(telkens) opzettelijk
( a) valse en/of vervalste en/of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
( b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- ongeveer 6.000 (AMB-030, bijlage 8), THT-stickers/etiketten/labels (o.a. DOC-054) met daarop de (merk)naam "Amstel", en/of;
- ongeveer 1.250 (AMB-030, bijlage 9), caps rood met daarop een (beeld)merk van een hopblad en/of;
- een groot aantal bierfusten met daarop de (merk)naam "Amstel", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Amstel Brouwerij B.V. en/of enige (andere) dochtervennootschap van Heineken N.V. gebrouwen was;
heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verkocht en/of te koop heeft aangeboden en/of afgeleverd en/of uitgedeeld en/of in voorraad heeft gehad,
zulks terwijl zij en/of haar mededaders van het plegen van dit misdrijf haar/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend;
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
een of meer THT-sticker(s)/etiket(ten)/label(s) (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door een of meer anderen te doen gebruiken,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededaders, in/op die THT-sticker(s)/etiketten/labels (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid "Amstel" vermeld en/of doen vermelden;
zij in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
(telkens) opzettelijk
( a) valse en/of vervalste en/of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
( b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- een groot aantal (AMB-031), THT-stickers/etiketten/labels met daarop de (merk)naam "Koninklijke Grolsch", en/of;
- een groot aantal bierfusten met daarop de (merk)naam "Grolsch", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Koninklijke Grolsch N.V. en/of enige (andere) dochtervennootschap van Asahi Group Holdings Limited gebrouwen was;
heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verkocht en/of te koop heeft aangeboden en/of afgeleverd en/of uitgedeeld en/of in voorraad gehad,
zulks terwijl zij en/of haar mededaders van het plegen van dit misdrijf zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend;
zij in of omstreeks 01 mei 2016 tot 1 maart 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
een of meer sticker(s)/etiket(ten)/label(s) (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door een of meer anderen te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, en/of haar mededaders in/op die THT-sticker(s)/etiketten/labels (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid "Koninklijke Grolsch" en/of "Premium Pilsner" en/of een onjuiste (bar)code vermeld en/of doen vermelden;
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot 28 juni 2017 te Nijkerkerveen, gemeente Nijkerk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal,
(telkens) opzettelijk
( a) valse en/of vervalste en/of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
( b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
bier geschonken uit tapkranen en/of tappunten met daarop de naam en/of het beeldmerk (van) "Heineken", dat niet door of namens Heineken Brouwerijen B.V. en/of enige (andere) dochtervennootschap van Heineken N.V. gebrouwen was;
heeft ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verkocht en/of te koop heeft aangeboden en/of afgeleverd en/of uitgedeeld en/of in voorraad gehad,
zulks terwijl zij en/of haar mededaders van het plegen van dit misdrijf zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen
1
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een bewezenverklaring gevorderd van de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten. Volgens de officier van justitie moet verdachte worden vrijgesproken van het onder 7 ten laste gelegde feit.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De vertegenwoordiger van de besloten vennootschap heeft een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten. Om die reden heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze feiten bewezen kunnen worden, met dien verstande dat de ten laste gelegde periode moet worden ingekort, in zoverre dat deze periode midden februari 2017 zou beginnen. Pas vanaf die periode is de vennootschap actief geworden. Als gevolg van die inkorting kunnen ook niet alle vermelde hoeveelheden bierfusten en THT-stickers bewezen worden.
Volgens de raadsman kan daarnaast niet bewezen worden wat verdachte bij de feiten 1 en 3 onder het tweede gedachtestreepje ten laste is gelegd. Hij heeft daartoe aangevoerd dat een groene of rode cap met hopblad geen merk is dat aan Heineken respectievelijk Amstel toebehoort. Het gebruik van dergelijke caps levert dan ook geen merkinbreuk op.
Verder heeft verdachte, volgens de raadsman, het onder 5 ten laste gelegde feit slechts eenmalig en daarom niet als beroep en niet bedrijfsmatig uitgevoerd, zodat die strafverzwarende omstandigheid evenmin bewezen kan worden.
Ten slotte heeft de raadsman integrale vrijspraak bepleit van het onder 7 ten laste gelegde feit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de raadsman, van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is vast te stellen dat een groene cap met hopblad een exclusief aan Heineken toebehorend beeldmerk is. Het gebruik van dergelijke caps levert dan ook geen merkinbreuk op. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van wat haar onder het tweede gedachtestreepje ten laste is gelegd.
(redengevende feiten en omstandigheden)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, met uitzondering van het tweede gedachtestreepje, waarbij de rechtbank – nu de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer AMB-030 van 8 mei 2018
en bijlage 8, losbladig;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank – nu de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
De rechtbank is, met de raadsman, van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is vast te stellen dat een groene cap met hopblad een exclusief aan Heineken toebehorend beeldmerk is. Het gebruik van dergelijke caps levert dan ook geen merkinbreuk op. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van wat haar onder het tweede gedachtestreepje ten laste is gelegd.
(redengevende feiten en omstandigheden)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde feit, met uitzondering van het tweede gedachtestreepje, waarbij de rechtbank – nu de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer AMB-030 van 8 mei 2018
en bijlage 8, losbladig;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank – nu de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
(beroeps- of bedrijfsmatige uitoefening)
De rechtbank heeft hierboven bewezen verklaard dat – kort gezegd – verdachte bierfusten van Heineken en Amstel heeft gevuld met bier dat niet was gebrouwen door Heineken en Amstel om deze bierfusten vervolgens te verkopen. Verdachte heeft hetzelfde gedaan met bierfusten van Grolsch. Uit de verklaring van de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap, [verdachte eigenaar] , volgt immers dat bierfusten van Grolsch deels zijn gevuld met Schramovski bier. [verdachte eigenaar] heeft deze bierfusten, in naam van verdachte, verkocht aan Drankenhandel [bedrijf] . Volgens [verdachte eigenaar] ging het hierbij om maximaal vierhonderd bierfusten. Bij het vullen van de bierfusten is gebruik gemaakt van een door [verdachte eigenaar] aangeschafte vulmachine.
Onder deze omstandigheden (de professionele opzet en de totale hoeveelheid) acht de rechtbank bewezen dat verdachte het handelen in bierfusten met ‘vals bier’ als bedrijf heeft uitgeoefend. De rechtbank maakt hierbij geen onderscheid in het merk bier en verwerpt dan ook het verweer van de raadsman op dit punt.
(verdere redengevende feiten en omstandigheden)
Behoudens de beroeps- of bedrijfsmatige uitoefening van het onder 5 ten laste gelegde feit
is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, en daarom wordt in zoverre volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- proces-verbaal van bevindingen inzake Grolsch met proces-verbaalnummer AMB-031 van 8 mei 2018 met bijlagen, losbladig;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
Gelet hierop acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 ten
laste gelegde feit heeft gepleegd.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 6 ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank – nu de vertegenwoordiger van de besloten vennootschap een bekennende verklaring heeft afgelegd en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
- proces-verbaal verhoor van getuige [getuige] van 13 september 2017, p. 298
midden;
- geschriften, zijnde facturen van verdachte aan drankenhandels van 13, 14, 27 februari
2017 en 7 en 8 maart 2017, p. 529, 531, 532, 538 en 542;
- proces-verbaal van bevindingen inzake Grolsch met proces-verbaalnummer AMB-031 van 8 mei 2018 met bijlagen, losbladig;
- de bekennende verklaring van [verdachte eigenaar] , zoals die is opgenomen in het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte eigenaar] van 13 december 2017, p. 233-248, en het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 april 2019.
feiten 1 tot en met 6: de pleegperiode
Op grond van de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen, meer in het bijzonder de
getuigenverklaring van [getuige] en de facturen, is de rechtbank ten aanzien van alle bewezenverklaarde feiten van oordeel dat de ten laste gelegde periode moet worden ingekort, in zoverre dat zij begint op 13 februari 2017 en eindigt op 1 maart 2017.
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevat om tot een bewezenverklaring van het onder 7 ten laste gelegde te concluderen. Zij spreekt verdachte daarom vrij van dit feit.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
telkens opzettelijk
(a) valse en wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
(b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- THT-stickers (o.a. DOC-054) met daarop de merknaam "Heineken" en;
- een aantal bierfusten met daarop de merknaam "Heineken", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Heineken Brouwerijen B.V. of enige andere dochtervennootschap van Heineken N.V. gebrouwen was;
heeft verkocht en te koop aangeboden en afgeleverd en in voorraad gehad,
zulks terwijl zij en haar mededaders het plegen van dit misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend;
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
THT-stickers, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft doen opmaken,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken,
immers hebben verdachte en haar mededaders op die THT-stickers telkens opzettelijk in strijd met de waarheid "Heineken" doen vermelden;
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
telkens opzettelijk
(a) valse en wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
(b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- THT-stickers (o.a. DOC-055) met daarop de merknaam "Amstel", en;
- een aantal bierfusten met daarop de merknaam "Amstel", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Amstel Brouwerij B.V. of enige andere dochtervennootschap van Heineken N.V. gebrouwen was;
heeft verkocht en te koop aangeboden en afgeleverd en in voorraad gehad,
zulks terwijl zij en haar mededaders het plegen van dit misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend;
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
THT-stickers, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft doen opmaken,
zulks telkens met het oogmerk die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken,
immers hebben verdachte en haar mededaders op die THT-stickers telkens opzettelijk in strijd met de waarheid "Amstel" doen vermelden;
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
telkens opzettelijk
(a) valse en wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
(b) waren die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander en/of van het merk waarop een ander recht heeft, te weten:
- een aantal (AMB-031) THT-stickers met daarop de merknaam "Koninklijke Grolsch", en;
- een aantal bierfusten met daarop de merknaam "Grolsch", dat met bier gevuld was dat niet door of namens Koninklijke Grolsch N.V. of enige andere dochtervennootschap van Asahi Group Holdings Limited gebrouwen was;
heeft verkocht en te koop aangeboden en afgeleverd en in voorraad gehad,
zulks terwijl zij en haar mededaders het plegen van dit misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend;
zij in de periode van 13 februari 2017 tot 1 maart 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
THT-stickers, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft doen opmaken,
zulks telkens met het oogmerk die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken,
immers hebben verdachte en haar mededaders op die THT-stickers telkens opzettelijk in strijd met de waarheid "Koninklijke Grolsch" en "Premium Pilsner" en een onjuiste barcode doen vermelden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
9 De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk valse en wederrechtelijk vervaardigde merken en waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft
verkopen, te koop aanbieden, afleveren en in voorraad hebben, terwijl de schuldige het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, begaan door een rechtspersoon;
het misdrijf: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van € 50.000,00 (vijftigduizend euro);
- bepaalt dat deze geldboete in haar geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, voorzitter, mr. M. Melaard
en mr. M. Aksu, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.R. Mulder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2019.