Buitengerechtelijke kosten worden toegewezen op basis van het wettelijke tarief en niet conform de bepaling in de algemene voorwaarden, omdat de hoogte van de gevorderde kosten wordt betwist en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de werkelijke kosten het wettelijke tarief overstijgen.
zaaknummer / rolnummer: C/08/226412 / HA ZA 18-560
Vonnis van 12 juni 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAYNED PAYROLLING B.V.,
gevestigd te Nieuwleusen, gemeente Dalfsen,
eiseres,
advocaat mr. H.J.G.M. te Woerd te Almelo,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. I.M. Peeperkorn te Zwolle.
Partijen zullen hierna Payned en [gedaagde] genoemd worden.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het tussenvonnis van 20 februari 2019
-
het proces-verbaal van comparitie van 29 april 2019 en de daarin vermelde stukken, met daaraan gehecht de spreekaantekeningen van Payned, tevens houdende akte vermindering van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1.
Payned heeft diverse diensten aan [gedaagde] verleend, waaronder het uitlenen van arbeidskrachten.
2.2.
[gedaagde] heeft meerdere facturen onbetaald gelaten. [gedaagde] heeft in de afgelopen periode deelbetalingen gedaan.
3 Het geschil
3.1.
Payned vordert samengevat en na vermindering van eis - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 292.221,51 (bestaande uit een hoofdsom van € 226.113,17, wettelijke handelsrente berekend tot en met 6 november 2018 ad € 18.116,36 en buitengerechtelijke incassokosten ad € 47.991,98), te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 319.613,17 vanaf 7 november 2018 tot de dag van algehele voldoening. Tevens vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de beslagkosten, proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
4.1.
Nadat partijen ter zitting de deelbetalingen van [gedaagde] besproken hebben, heeft [gedaagde] erkend een bedrag in hoofdsom van € 226.113,17 verschuldigd te zijn. De gevorderde veroordeling tot betaling van dit bedrag ligt dan ook voor toewijzing gereed.
4.2.
Payned maakt voorts aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Payned heeft de betreffende vordering ad € 47.991,98 gebaseerd op haar algemene voorwaarden, waarin is opgenomen dat de buitengerechtelijke kosten 15% van de hoofdsom bedragen. Nog los van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen - zoals door [gedaagde] is betwist - overweegt de rechtbank het volgende. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een hoger bedrag dan het wettelijk tarief aan buitengerechtelijke kosten alleen toewijsbaar is, indien wordt gesteld en bij betwisting aannemelijk wordt gemaakt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan die tarieven (Hoge Raad 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1868, r.o. 3.5.7). Payned heeft ter zitting te kennen gegeven niet te kunnen aantonen dat de werkelijke kosten hoger zijn dan het wettelijk tarief. Aangezien [gedaagde] heeft betwist dat dergelijk hoge kosten zijn gemaakt en Payned niet aannemelijk heeft gemaakt dat de werkelijke kosten het wettelijke tarief overstijgen, zullen de buitengerechtelijke kosten worden toegewezen conform het wettelijk tarief. Dit betreft op basis van de in de dagvaarding genoemde openstaande hoofdsom van € 319.613,17 een bedrag van € 3.373,07. Laatstgenoemd bedrag zal worden toegewezen.
4.3.
De conclusie is dat een bedrag van € 226.113,17 + € 18.116,36 + € 3.373,07 = € 247.602,60 kan worden toegewezen. Payned vordert - na vermindering van eis - de wettelijke handelsrente over de oorspronkelijke hoofdsom, maar er moet rekening gehouden worden met de deelbetalingen die na dagvaarding zijn gedaan door [gedaagde] . De in de dagvaarding berekende wettelijke handelsrente is toewijsbaar, tot en met 6 november 2018 berekend op € 18.116,36. De betalingen na dagvaarding komen ingevolge artikel 6:44 BW eerst in mindering op de rente en de buitengerechtelijke kosten, zodat de wettelijke rente over € 247.602,60 zal worden toegewezen.
4.4.
Tot slot heeft Payned veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de beslagkosten gevorderd. [gedaagde] heeft betwist dat de beslagkosten daadwerkelijk gemaakt zijn door Payned en daartoe aangevoerd dat deze kosten door een derde zouden zijn betaald. [gedaagde] heeft dat standpunt echter niet van enige onderbouwing voorzien, zodat de rechtbank deze betwisting als onvoldoende onderbouwd terzijde stelt. De vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv voor het overige toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 864,36 voor verschotten (waaronder € 626,00 griffierecht) en € 2.402,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 2.402,00), totaal € 3.266,36.
4.5.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van Payned op basis van het toegewezen bedrag op:
De nakosten zullen worden toegewezen zoals gevorderd. De wettelijke rente over de proceskosten, beslagkosten en nakosten zal worden toegewezen zoals hierna vermeld.
5 De beslissing
De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Payned te betalen een bedrag van € 247.602,60, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over het toegewezen bedrag met ingang van 7 november 2018 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 3.266,36, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Payned tot op heden begroot op € 8.212,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2019.1