3.1.
De vordering
[eiser 1] c.s. vorderen, na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
- voor zover vereist en van toepassing de buitengerechtelijke opzegging door Rapide c.s. van de overeenkomst(en) d.d. 16 juli 2018 in rechte te vernietigen en verder recht spreekt als volgt:
- Rapide c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 6.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging en onder oplegging van een nader omschreven dwangsom;
- verklaart voor recht dat Rapide c.s. hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van een nettobedrag ad € 2.200,00 aan [eiser 1] , over te maken op haar bankrekeningnummer of haar erfgenaam [eiser 2] onder oplegging van een nader omschreven dwangsom;
- Rapide c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 828,25 wegens incassokosten;
- voor zover vereist en van toepassing de buitengerechtelijke opzegging door Rapide c.s. van de overeenkomst(en) d.d. 16 juli 2018 in rechte te vernietigen en verder recht spreekt als volgt:
- verklaart voor recht dat Rapide c.s. hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van een nettobedrag ad € 1.000,00 aan [eiser 1] , over te maken op haar bankrekeningnummer of haar erfgenaam [eiser 2] onder oplegging van een nader omschreven dwangsom;
- verklaart voor recht dat gedaagden gehouden zijn uitvoering te blijven geven aan de standaardovereenkomst tussen partijen, zoals neergelegd in productie 1 bij dagvaarding, waarbij de financiële verplichtingen, in het bijzonder het aandeel in de winst gerealiseerd op de Huishoudbeurs, Libelle Zomerweek en Margriet Winterfair ten gunste van [eiser 1] c.s. komen;
- gedaagden hoofdelijk te verplichten om in een nader omschreven termijn inzage te verschaffen in de financiële gegevens van de hiervoor genoemde beurzen over de jaren 2016, 2017 en 2018 onder een nader omschreven dwangsom;
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot het betalen aan [eiser 1] c.s. van 2/3 deel van de nettowinst die is gerealiseerd op de Huishoudbeurs, Libelle Zomerweek en Margeriet Winterfair in de jaren 2016, 2017 en 2018;
- Rapide c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een nader in goede justitie vast te stellen bedrag wegens incassokosten;
- voor zover vereist en van toepassing de buitengerechtelijke opzegging door Rapide c.s. van de overeenkomst(en) d.d. 16 juli 2018 in rechte te vernietigen en verder recht spreekt als volgt:
- gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een nader in goede justitie te bepalen bedrag voor de overdracht aan eisers van de gebruiksrechten van de naam Natural Glo Cosmetics ingaande 1 januari 2019;
primair en subsidiair en meer subsidiair
met de hoofdelijke veroordeling van Rapide c.s. in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten.
3.2.
Het verweer
Rapide c.s. concluderen tot onbevoegdheid, althans niet-ontvankelijkheid van [eiser 1] c.s. in hun vorderingen, althans tot afwijzing van de vorderingen met de hoofdelijke veroordeling van [eiser 1] c.s. in de kosten van de procedure, waaronder begrepen de nakosten.
Zij voeren daartoe, samengevat, het volgende aan.
Primair zijn zij van mening dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de ingestelde vorderingen kennis te nemen, zij concluderen dan ook tot verwijzing.
Voor het geval de kantonrechter wel bevoegd is te oordelen, stellen Rapide c.s. zich op het standpunt dat sprake is van een overeenkomst tussen eiser sub 2. gedaagde sub 2. en een overeenkomst tussen eiser sub 2. en gedaagde sub 1. Eiseres sub 1. is dan ook niet-ontvankelijk in haar vordering en ook dient eiser sub 2. in zijn vorderingen jegens gedaagde sub 3. niet-ontvankelijk verklaard te worden.
Uitgaande van de stelling van [eiser 1] c.s. dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, beroepen Rapide c.s. zich op de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 BW. Volgens Rapide c.s. is echter sprake geen sprake van een arbeidsovereenkomst maar van een overeenkomst sui generis c.q. van opdracht. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd terwijl geen opzegregeling is getroffen in de overeenkomst. Met inachtneming van de jurisprudentie hebben Rapide c.s. de overeenkomst bij brief van 16 juli 2018 opgezegd ingaande 1 januari 2019 zodat vanaf deze datum geen verplichtingen meer bestaan voor Rapide c.s.. Uitgaande van de verplichtingen zoals opgenomen in de overeenkomst hebben Rapide c.s. met de reeds gedane betalingen aan hun verplichtingen voldaan. Hierbij wordt betwist dat in maart 2016 een gewijzigde afspraak is gemaakt met betrekking tot de maandelijkse betalingen: er zijn slechts maandelijkse voorschotten op de te behalen winsten betaald. De beurzen zijn echter, met uitzondering van de Huishoudbeurs 2018, niet winstgevend geweest. Het winstaandeel van [eiser 2] over de Huishoudbeurs 2016 is in maart 2016 reeds in contanten aan hem uitbetaald.