[eisers c.s.] vorderen bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Vitens te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.048,32 per jaar vanaf 2011 tot en met 2014 als vergoeding voor het vaker moeten herinzaaien van het grasland ten gevolge van de waterwinning door Vitens, zijnde € 4.193,28 in totaal, te voldoen binnen vijf dagen na heden en te vermeerderen met de daarover wettelijk verschuldigde rente vanaf 1 januari van de verschillende jaren tot de dag van algehele voldoening;
II. te verklaren voor recht dat Vitens ook in de jaren vanaf 2015 rekening moet houden met de toename van de herinzaaifrequentie op de percelen van [eisers c.s.] en daartoe een
schadevergoeding moet uitkeren die een bedrag van € 5,60 per % droogteschade bedraagt;
III. Vitens te veroordelen tot betaling van het verschil tussen de reeds uitbetaalde
droogteschadevergoeding en deze droogteschadevergoeding verhoogd met 7,5% gelet op het
normbedrag over de jaren 2011 tot en met 2014, hetgeen resulteert in een bedrag van
€ 471,42 over 2011, € 640,78 over 2012, € 724,33 over 2013 en € 622,18 over 2014
(totaal € 2.458,71), te voldoen binnen vijf dagen na heden, te vermeerderen met de daarover wettelijk verschuldigde rente vanaf 1 januari van de verschillende jaren tot de dag van algehele voldoening;
IV. te verklaren voor recht dat Vitens ook in de jaren vanaf 2015 rekening moet houden met de verhoging van 7,5% van de droogteschadevergoeding;
V. Vitens te veroordelen tot het inschakelen van Van Essen althans een door
[eisers c.s.] en Vitens gezamenlijk te benoemen deskundige voor het verrichten van
nader onderzoek ten aanzien van de droogteschadepercentages, voor welk onderzoek de
kosten door Vitens worden gedragen;
VI. Vitens te veroordelen tot betaling van de kosten die [eisers c.s.] hebben moeten
voldoen ter vaststelling van het hen toekomende schadebedrag ten gevolge van de
waterwinning op hun percelen, waaronder de kosten van het deskundigenonderzoek dat Van Essen uitvoerde, zijnde in zijn totaliteit een bedrag van € 17.926,80, te voldoen
binnen vijf dagen na heden, te vermeerderen met de daarover wettelijk verschuldigde rente vanaf 1 januari van de verschillende jaren tot de dag van algehele voldoening;
VII. Vitens te veroordelen in de kosten van deze procedure daaronder begrepen de nakosten
alsmede de buitengerechtelijke kosten van deze procedure.