A heeft onder meer verklaard in het begin blij te zijn geweest met de ondersteuning van [verzoeker] . Hij was bereid om tijd in haar te investeren en daar zocht zij niets achter. In het begin waren de afspraken rond lunchtijd, daarna werd dat verschoven naar het einde van de werkdag zodat ze na werktijd een drankje konden doen. Gaandeweg maakte [verzoeker] steeds vaker opmerkingen over haar uiterlijk en over haar relatie en hij ging steeds verder in het claimen van haar tijd. In een concreet geval had zij met een collega afgesproken om samen naar een bedrijfsuitje te rijden en belde [verzoeker] , zonder medeweten van A, die collega op met de mededeling dat zij, A, met [verzoeker] mee zou rijden. Zij voelde zich daar niet prettig bij en het maakte haar onzeker. Tijdens een periode van oververmoeidheid zocht [verzoeker] haar thuis op en stelde hij voor te gaan wandelen. Tijdens de wandeling sloeg [verzoeker] een arm om haar heen en zei hij dat hij wel met haar wilde trouwen en samen een mooie toekomst op wilde bouwen. Zij wees hem resoluut af waarop [verzoeker] zei dat ze andere signalen had afgegeven, omdat zij niet zelf zijn arm had weggeslagen. Toen zij terug kwam op het werk, ongeveer twee maanden later, kreeg zij te horen dat er voor haar geen plek meer was binnen Asito en zij op zoek moest naar ander werk. Na lang twijfelen heeft zij haar verhaal destijds gedaan bij HR directeur [F] .
B heeft onder meer het volgende verklaard. B was destijds onzeker en kreeg begeleiding van [verzoeker] bij haar problemen. [verzoeker] vond het naast het zijn van Regiomanager leuk om ook bezig te zijn met HR. Bij wijze van voorbeeld zei hij dat hij van X een HR manager had gemaakt, van Y een Vestigingsmanager en dat hij Z had geholpen in haar zoektocht naar haar geslachtsvoorkeur voor een partner. Gaandeweg werd buiten kantoor afgesproken om te gaan wandelen en werd er elke dag gebeld. Eind april zat zij op het kantoor in [plaats 2] . [verzoeker] kwam toen langs en zei dat hij verliefd op haar was. Ook later vertelde hij tijdens een lunch dat hij verliefd op haar was. Toen werd B “wakker”. Sinds 12 juli 2019 heeft zij geen gehoor meer gegeven aan telefoontjes en appjes van [verzoeker] . Daarna stond [verzoeker] ineens voor haar neus in [plaats 1] . Hij was speciaal naar [plaats 1] gekomen voor haar. Hij ging tegenover B zitten, legde een hand op haar been en vertelde dat doodzwijgen geen zin had. B heeft hierop haar spullen gepakt en is vertrokken. Achteraf realiseert zij zich dat [verzoeker] tijdens het wandelen een arm om haar heen sloeg, haar hoofd naar hem duwde om een kusje te geven op haar slaap of hoofd. Resumerend stelt zij dat [verzoeker] haar in een roes heeft gekregen waardoor zij is meegegaan in zijn verhaal en niet meer in staat was om zelf na te denken. Zij voelt zich misbruikt, onveilig en bespeeld. Daarom heeft zij besloten dit kenbaar te maken bij de directie van Asito.
C heeft onder meer verklaard dat ook zij hulp nodig had en labiel was, en dat [verzoeker] daar misbruik van heeft gemaakt. [verzoeker] begon over haar privéleven, nam haar mee naar het strand en naar etentjes, legde een hand op haar been. Zij durfde daar niets van te zeggen, zij voelde zich opgelaten en ongemakkelijk bij de situatie. Op een gegeven moment gingen ze met z’n tweeën een hele dag weg en werd er gewandeld op het strand. Op het strand sloeg hij een arm om haar heen en trok hij haar naar hem toe. Hij probeerde te dicht bij haar te komen en het was voor haar moeilijk om dat aan te geven. [verzoeker] werd minder enthousiast in de relatie nadat zij meer afstand van hem had genomen.
D heeft onder meer verklaard dat zij gedurende de samenwerking met [verzoeker] vrij snel het gevoel kreeg dat hij haar “met andere ogen” bekeek. Soms kwam hij bij haar op de kamer en bleef hij gewoon achter haar staan, wat een apart gevoel gaf. Enkele keren begon hij kort haar schouders te masseren. Tijdens een gesprek over het werk vroeg [verzoeker] uit het niets of zij ook eens “rood” droeg. Zij wist niet goed hoe hierop te reageren. Later, toen zij alleen op een kamer zat kwam [verzoeker] binnen, deed hij de deur achter zich dicht en kwam hij dicht bij haar staan. Hij begon over een vrouwelijke collega en zei “dat hij haar even goed tegen de muur aan had gezet en haar even flink had genomen. Ze was nu wel klaar met zeuren, en als D ook nog wat te zeuren had dan mocht zij ook wel even komen”. D stelt verder dat [verzoeker] niet toevallig naast haar gaat zitten bij etentjes en op het terras en dat er sprake is geweest van ongewenste aanrakingen. Op de dag van haar verjaardag kreeg zij een felicitatie bericht via de app, dat werd afgesloten met een hartkuspoppetje. Nadat zij hoorde dat [verzoeker] op staande voet was ontslagen had zij direct het gevoel dat het met iets soortgelijks te maken moest hebben, maar dan erger. Dat andere collega’s ook zo’n last van [verzoeker] hebben gehad vindt zij heel vervelend en zij merkt veel boosheid/woede bij haarzelf. Zij heeft het gevoel dat [verzoeker] gestopt moet worden omdat hij anders bij een andere organisatie verder gaat met dit gedrag. [verzoeker] lijkt niet in te zien of te willen zien dat hij –in een leidinggevende positie- zijn macht misbruikt en inspeelt op zwakheden bij vrouwen die onzeker zijn of niet lekker in hun vel zitten. [verzoeker] is zo manipulatief dat hij je laat twijfelen aan jezelf aan wat je overkomt dat hij je hiermee nog onzekerder maakt, aldus D.