1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 april 2018, waarbij vervroegd de onteigening is uitgesproken, deskundigen zijn benoemd aan wie is opgedragen de schadeloosstelling voor [gedaagde] te begroten en het voorschot op de schadeloosstelling van [gedaagde] is bepaald,
- de akte ex artikel 54n onteigeningswet van 28 mei 2018,
- de brief van 13 juni 2018 van de Staat houdende mededeling van inschrijving van het onteigeningsvonnis van 25 april 2018 in de openbare registers van het Kadaster op 6 juni 2018,
- het concept-deskundigenrapport van 12 juli 2018,
- de reactie van [gedaagde] van 13 september 2018 op het concept-deskundigenrapport,
- de reactie van de Staat van 9 november 2018 op het concept-deskundigenrapport,
- het definitieve deskundigenrapport van 21 december 2018,
- de akte depot deskundigenbericht van 27 december 2018,
- de brief van de Staat van 9 mei 2019 met toezending van een drietal stukken,
- de pleidooien op 23 mei 2019 en de ter gelegenheid daarvan door de Staat en [gedaagde] overgelegde pleitnotities,
- de brief van [gedaagde] van 29 mei 2919 houdende opgave van de kosten van deskundigen aan de zijde van [gedaagde] ,
- de bij brief van de voorzitter van de deskundigen van 6 juni 2019 overgelegde kostenopgave(n) van de deskundigen,
- de brief van de Staat van 10 juli 2019 houdende reactie op de kostenopgave aan de zijde van [gedaagde] , alsook op de kostenopgave van de deskundigen, tevens houdende bevestiging van een aanbod inzake demping van een sloot,
- de brief van [gedaagde] van 11 juli 2019 inzake haar kostenopgave.