Welbions vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat:
I. eiseres te machtigen ex artikel 3:299 van het Burgerlijk Wetboek (BW) om voor rekening van gedaagde de door hem van eiseres gehuurde woning, inclusief onroerende aanhorigheden, aan [adres] te [plaats] , op te (laten) ruimen en schoonmaken, in zodanige mate dat deze een verzorgde indruk maakt; hetgeen onder meer betekent dat de voor- en achtertuin worden opgeruimd en onderhouden en alle ruimtes in de woning worden geïnspecteerd, opgeruimd, schoongemaakt, zodat deze ruimtes volledig toegankelijk en schoon zijn en deze ruimtes kunnen worden gebruikt voor hun doeleinden;
II. gedaagde te veroordelen om de dringende werkzaamheden zoals verwoord onder I. te gedogen en daaraan zijn medewerking te verlenen, waaronder het verschaffen van toegang tot de woning aan [adres] te [plaats] , aan medewerkers van eiseres en/of derden die van eiseres opdracht hebben gekregen om de werkzaamheden uit te voeren;
III. gedaagde, wanneer hij niet vrijwillig aan de onder I. en II. opgenomen veroordeling voldoet, te veroordelen om uiterlijk binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, de onroerende zaak gelegen aan [adres] te [plaats] , met al het zijne en de personen die zijdens gedaagde in voormelde woning verblijven, tijdelijk, voor de duur van de noodzakelijke werkzaamheden, te ontruimen, een en ander ter uitsluitende beoordeling van eiseres, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub a jo. 556 lid 1 jo 557 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
IV. gedaagde te veroordelen om de kosten, die zijn verbonden met de in sub I. van het petitum genoemde werkzaamheden, binnen 30 dagen na overlegging door eiseres aan gedaagde van de facturen, werkstaten en/of berekeningen, althans op vertoon van zodanige bescheiden als de kantonrechter geraden acht, aan eiseres te voldoen tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
V. gedaagde een gebod op te leggen om binnen 4 weken na betekening van het vonnis een begeleidingsovereenkomst aan te gaan met één of meerdere hulpverleningsinstanties, en deze overeenkomst gestand te doen en na te komen, waarbij de begeleiding gericht zal zijn op het schoonmaken/schoon houden van het gehuurde (waaronder de tuinen) te [plaats] , aan [adres] en het opruimen en ordenen van de inboedel, en welke begeleidingsovereenkomst onder andere afspraken zal bevatten ten aanzien van: hulp en begeleiding bij dagelijkse huishoudelijke taken en het toelaten van (medewerkers van) de
hulpverleningsinstanties om de woning te inspecteren;
VI. gedaagde te veroordelen tot verbeurte van een dwangsom van € 1.500,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, indien gedaagde niet de onder V. gevorderde begeleidingsovereenkomst(en) aangaat en/of indien gedaagde deze
begeleidingsovereenkomst(en) niet nakomt, na behoorlijke ingebrekestelling, gedurende een
periode van vijf jaar, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, na het aangaan van de overeenkomst(en);
VII. gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding, daaronder begrepen het salaris, de nakosten en de verschotten van de gemachtigde van eiseres.