RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 08-994501-19 (P)
Datum vonnis: 12 april 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte]
,
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .
1 Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 december 2020 en 10, 11 en 29 maart 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie
mr. D. van Ieperen en mr. F.A. Demmers en van hetgeen namens verdachte door haar raadsman mr. A.H.J.G. van Voorthuizen, advocaat te Ede, naar voren is gebracht.
2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode vanaf 11 augustus 2017 tot en met 12 februari 2018, al dan niet samen met een ander, biociden zonder toelating in haar bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 11 augustus 2017
tot en met 12 februari 2018, te Barneveld en/of Lunteren en/of Wageningen
en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
meermalen, maar in ieder geval eenmaal,
(telkens), opzettelijk, een of meer biocide(n), te weten (AMB-00287)
- een witte plastic flacon á 5 liter (DOC-03360), bevattende de werkzame stof
Amitraz en/of
- Dega 16 (DOC-03362), bevattende de werkzame stof Fipronil en/of
- 20 liters can 1 blauw 4% 15 1 = 375 L (DOC-03370), bevattende de werkzame
stof Fipronil en/of
- verzegelde witte liters verpakking zonder opschrift (DOC-03374), bevattende
de werkzame stof Fipronil en/of
- gele can half vol Debi puur (DOC-03376), bevattende de werkzame stof
Fipronil,
althans een of meer biocide(n), voorhanden heeft gehad,
terwijl (telkens) dat/die biocide(n) niet ingevolge de "Wet
gewasbeschermingsmiddelen en biociden" was/waren toegelaten.
4 De beslissing
- verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de tenlastelegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. M.B. Werkhoven en
mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 april 2021.