A. Betaling van het salaris ter hoogte van € 3.900,00 netto, binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn;
B. Betaling van een bedrag ter hoogte van € 423,56 bruto ter zake ten onrechte ingehouden pensioenpremie binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn;
C. Een correcte eindafwikkeling van het dienstverband, derhalve uitbetaling van de naar rato opgebouwde vakantietoeslag ter hoogte van € 997,77 bruto alsmede uitbetaling van de opgebouwde doch niet genoten vakantiedagen ter hoogte van € 1.953,72 bruto, binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn;
D. Betaling van de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het gevorderde onder sub A ter hoogte van € 1.950,00 netto dan wel een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn;
E. Betaling van de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het gevorderde onder sub B en C ter hoogte van € 1.687,53 bruto dan wel een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen, binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen
vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn;
F. Betaling van de wettelijke rente vanaf ieder moment van verschuldigdheid van het
gevorderde onder sub A tot ten met E.
G. Afgifte van correcte bruto-netto specificaties over de maanden november 2021 tot en met januari 2022 alsmede over de correcte afwikkeling van de dienstbetrekking, binnen
14 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, of een bedrag door de kantonrenrechter in goede justitie vast te stellen, voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft;
H. Aanmelding van [eiser] als werknemer bij het UWV, binnen 3 werkdagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, of een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen, voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft;
I. Betaling van de verschuldigde buitengerechtelijke kosten, zijnde een bedrag van
€ 883,81, dan wel een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen;
J. Betaling van de daadwerkelijk gemaakte kosten van dit geding, waaronder het salaris van gemachtigde ter hoogte van € 2.500,00 ex btw, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag en de nakosten.