Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2022:1734

Rechtbank Overijssel
14-06-2022
20-06-2022
9749226 \ CV EXPL 22-978
Arbeidsrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Gedaagde dient eiser de jaaropgave over 2020 te verstrekken en hem de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW over het te laat betaalde vakantiegeld te betalen.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2022-0691
VAAN-AR-Updates.nl 2022-0691

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer : 9749226 \ CV EXPL 22-978

Vonnis van 14 juni 2022

in de zaak van

[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,

eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,

gemachtigde: mr. A.L. Looijenga

tegen

[gedaagde] , handelend onder de naam BLENDSELECT,
wonende te [woonplaats] ,

gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,

procederend in persoon.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 5 april 2022;

- de mondelinge behandeling op 9 juni 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

1.2.

Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2 Inleiding

2.1.

[eiser] is in dienst geweest bij [gedaagde] . [gedaagde] heeft niet alle loonstroken en jaaropgaves aan [eiser] verstrekt. Daarnaast heeft hij de vakantietoeslag niet op tijd aan [eiser] uitbetaald. Daarom is [eiser] deze procedure begonnen.

3 Het geschil

3.1.

[eiser] heeft gevorderd dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de missende loonstroken en jaaropgaves over 2020 en 2021 te verstrekken, onder verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag indien hij hier niet aan voldoet vanaf drie dagen na betekening van dit vonnis. Daarnaast heeft [eiser] gevorderd dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.652,00 bruto aan vakantietoeslag, € 826,00 bruto aan wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW en € 247,80 netto aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten.

3.2.

[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord aangevoerd dat hij de hoogte van de vakantietoeslag nog moet berekenen.

4 De beoordeling

4.1.

Ter zitting is [gedaagde] niet verschenen.

4.2.

[eiser] heeft ter zitting medegedeeld dat [gedaagde] de vakantietoeslag inmiddels heeft uitbetaald. De wettelijke verhoging en de bijkomende kosten (rente en incassokosten) heeft hij nog niet betaald. Die worden nog steeds gevorderd. Ook heeft hij de loonstroken en de jaaropgave over 2021 verstrekt, zodat [eiser] in deze procedure enkel nog afgifte vordert van de jaaropgave over 2020.

4.3.

[gedaagde] heeft deze vorderingen – ook in zijn conclusie van antwoord – niet weersproken. De vorderingen zullen dan ook worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd tot € 25,00 per dag met een maximum van € 1.500,00. Voor een matiging van de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW ziet de kantonrechter geen aanleiding.

4.4.

[eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Het gevorderde bedrag van € 247,80 voldoet aan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.

4.5.

De wettelijke rente over de vakantietoeslag, de wettelijke verhoging en de buitengerechtelijke incassokosten zal, als onweersproken, eveneens worden toegewezen.

4.6.

[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten aan de zijde van [eiser] betalen. Deze worden tot op heden begroot op: Kosten voor de dagvaarding € 133,45

Griffierecht: € 244,00

Salaris voor de gemachtigde € 436,00

Totaal: € 813,45

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de jaaropgave over 2020 aan [eiser] te verstrekken, met de bepaling dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 25,00 per dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft vanaf de vierde dag na betekening van dit vonnis, met een maximum van € 1.500,00;

5.2.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de vakantietoeslag van € 1.652,00 vanaf 22 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;

5.3.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 826,00 aan wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 22 januari 2021 tot de dag van volledige betaling;

5.4.

veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 247,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 9 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;

5.5.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] begroot op € 813,45;

5.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2022. (SB)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.