Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2023:3001

Rechtbank Overijssel
02-06-2023
28-07-2023
10421812 \ EJ VERZ 23-94
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Tussenbeschikking

Tussenbeschikking. Eisende partij vordert een aanzegvergoeding en transitievergoeding. Volgens eisende partij heeft haar voormalig werkgever niet tijdig aangezegd dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd en is de arbeidsovereenkomst op initiatief van haar voormalig werkgever geëindigd. Eisende partij wordt in gelegenheid gesteld getuigen te horen.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-0935
VAAN-AR-Updates.nl 2023-0935

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer: 10421812 \ EJ VERZ 23-94

Beschikking van 2 juni 2023

in de zaak van

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekende partij,

hierna te noemen: [verzoekster] ,

gemachtigde: mr. A.C. van Bekkum

tegen

de besloten vennootschap EPOS B.V.,

gevestigd te Zuidveen,

verwerende partij,

hierna te noemen: EPOS B.V.,

gemachtigde: mr. C.J. de Wever.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 16, ontvangen op 29 maart 2023,

- het verweerschrift met 1 productie, ontvangen op 1 mei 2023.

- de mondelinge behandeling van 8 mei 2023, waarbij partijen zijn verschenen en waarvan aantekeningen zijn gemaakt door de griffier,

- pleitaantekeningen aan de kant van [verzoekster] ,

- de akte met een nadere productie aan de kant van EPOS,

- de antwoordakte aan de kant van [verzoekster] .

1.2.

Vervolgens heeft de kantonrechter besloten dat er vandaag een uitspraak in deze zaak wordt gedaan.

2 De beoordeling

Waar deze zaak over gaat

2.1.

[verzoekster] heeft een kleine twee jaar als begeleider gewerkt bij EPOS, een ggz-instelling. Volgens [verzoekster] heeft EPOS niet op tijd aangezegd dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet, zodat EPOS de aanzegvergoeding verschuldigd is. Daarnaast is [verzoekster] van mening dat EPOS haar een transitievergoeding verschuldigd is, aangezien de arbeidsovereenkomst op initiatief van EPOS niet is voortgezet.

Wat er vast staat

2.2.

[verzoekster] is per 1 februari 2021 in dienst getreden bij EPOS in de functie van begeleider, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor 32 uren per week tegen een bruto maandsalaris van € 2.370,70.

2.3.

De eerste tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst had een looptijd van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022. Partijen hebben de arbeidsovereenkomst met een jaar verlengd, zodat de arbeidsovereenkomst zou lopen tot en met 31 januari 2023.

2.4.

Vanaf september 2022 hebben partijen gesproken over een mogelijke verlenging van het dienstverband van [verzoekster] bij EPOS.

2.5.

Bij brief van 11 januari 2023 heeft EPOS aan [verzoekster] te kennen gegeven de samenwerking te beëindigen. Vervolgens hebben partijen contact gehad via e-mail en WhatsApp, waarbij door [verzoekster] aanspraak is gemaakt op een aanzegvergoeding en een transitievergoeding.

2.6.

Bij brief van 17 maart 2023 aan EPOS heeft (de gemachtigde van) [verzoekster] nogmaals aanspraak gemaakt op een aanzegvergoeding en een transitievergoeding en is EPOS gesommeerd tot betaling daarvan.

Wat [verzoekster] wil

2.7.

[verzoekster] wil twee vergoedingen van EPOS ontvangen.

- de aanzegvergoeding op grond van artikel 7:668 BW.

- de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 BW.

2.8.

[verzoekster] wil ook dat EPOS een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten (€ 450,71) en de proceskosten vergoedt.

Het verweer van EPOS

2.9.

EPOS vindt dat zij geen enkele vergoeding aan [verzoekster] is verschuldigd. EPOS heeft een schriftelijk contractsvoorstel aan [verzoekster] uitgereikt, door daar niet mee in te stemmen ligt het eindigen van de arbeidsovereenkomst in de risicosfeer van [verzoekster] . Bovendien heeft EPOS met het uitreiken van het voorstel aan haar aanzegging voldaan. EPOS vraagt de kantonrechter daarom de vergoedingen af te wijzen, met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.

Het oordeel van de kantonrechter

2.10.

De werkgever is een aanzegvergoeding verschuldigd, als hij niet uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt de werknemer schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. De gedachte hierachter is dat de werknemer op tijd weet of hij of zij uit moeten kijken naar een nieuwe baan.

2.11.

EPOS heeft aangevoerd dat zij tijdens een gesprek met [verzoekster] op 2 november 2022 een schriftelijk contractsvoorstel aan [verzoekster] heeft overhandigd en dat zij daarmee aan haar aanzegplicht heeft voldaan. Dit contractsvoorstel heeft EPOS op verzoek van de kantonrechter bij akte in deze procedure gebracht. [verzoekster] heeft betwist dat EPOS het contractsvoorstel aan haar heeft overhandigd. Volgens [verzoekster] heeft zij het contractsvoorstel waar EPOS naar verwijst überhaupt nooit onder ogen gekregen.

2.12.

Omdat [verzoekster] heeft betwist dat zij het contractsvoorstel van EPOS overhandigd heeft gekregen, kan de kantonrechter niet vaststellen dat EPOS [verzoekster] schriftelijk duidelijkheid heeft gegeven over het voortzetten van de arbeidsovereenkomst, en dus of EPOS aan haar aanzegplicht heeft voldaan. EPOS heeft aangeboden om door middel van getuigen te bewijzen dat zij het contractsvoorstel aan [verzoekster] heeft overhandigd. De kantonrechter zal EPOS daartoe in de gelegenheid stellen.

2.13.

Iedere verdere beslissing wordt intussen aangehouden.

3 De beslissing

De kantonrechter

3.1.

draagt EPOS op om door middel van het horen van getuigen te bewijzen dat het contractsvoorstel dat door EPOS bij akte in het geding is gebracht op 2 november 2022 aan [verzoekster] is overhandigd,

3.2.

bepaalt dat EPOS de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden juni tot en met oktober 2023 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,

3.3.

bepaalt dat de eventuele getuige(n) aan de kant van [verzoekster] direct aansluitend op het getuigenverhoor aan de kant van EPOS kunnen worden gehoord, zodat ook [verzoekster] haar getuige(n) direct moet opgeven;

3.4.

bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. C.H. de Haan in het gerechtsgebouw te Zwolle aan de Schuurmanstraat 2,

3.5.

houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.H. de Haan en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023. (wv)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.