Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2023:4211

Rechtbank Overijssel
26-10-2023
02-11-2023
10721254 CV EXPL 23-3527
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

De rechtbank veroordeelt Meubelcomfort Enschede B.V. tot betaling aan eiseres: 7.617,75 euro bruto achterstallig salaris over de periode 1 mei t/m 30 september 2023, 609, 40 euro bruto achterstallig vakantiegeld over de periode 1 mei t/m 30 september 2023, 1.000 euro netto over de periode 1 mei t/m 30 september 2023, 1.523,55 euro bruto verschuldigd als salaris vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking, vermeerderd met de som van 121,80 euro bruto vakantietoeslag, 200 euro netto verschuldigd als onbelaste reiskostenvergoeding vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking. de kosten van de procedure 904,42 euro. Vanwege onbetaald loon.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2023-1339
VAAN-AR-Updates.nl 2023-1339

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Enschede

Zaaknummer : 10721254 CV EXPL 23-3527

Vonnis in kort geding van 26 oktober 2023

in de zaak van

mevrouw [eiseres],
wonende te [woonplaats] , Duitsland,

eisende partij, hierna te noemen [eiseres] ,

gemachtigde: mr. Z. Alkan, advocaat te Almelo,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Meubelcomfort Enschede B.V.,

h.o.d.n. Rofra Meubelen Enschede,
gevestigd te Vaassen, voorheen kantoorhoudend te Enschede,

gedaagde partij, hierna te noemen Meubelcomfort Enschede,

niet verschenen noch vertegenwoordigd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.1.

De namens [eiseres] betekende dagvaarding met producties van 27 september 2023, waarbij [eiseres] een vordering heeft ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en Meubelcomfort Enschede heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen.

1.2.

De vordering is behandeld ter zitting van 20 oktober 2023.

[eiseres] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.

Tegen de niet verschenen Meubelcomfort Enschede is verstek verleend.

1.3.

[eiseres] heeft haar standpunt laten toelichten door haar gemachtigde.

1.4.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[eiseres] is sinds 2 januari 2020 in dienst bij Meubelcomfort Enschede in de functie van verkoopmedewerker op de vestiging van Meubelcomfort Enschede in Enschede. Sinds

1 oktober 2021 gaat het om een dienstverband voor onbepaalde tijd.

2.2.

Het salaris van [eiseres] bedroeg laatstelijk € 1.523,55 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten, waaronder een bedrag van € 200,00 per maand aan onbelaste reiskostenvergoeding. De vakantietoeslag werd maandelijks betaald.

2.3.

Sinds 12 augustus 2022 is [eiseres] arbeidsongeschikt. Tijdens de arbeidsongeschiktheid is de vestiging Enschede, waar [eiseres] werkzaam was, gesloten.

2.4.

[eiseres] is onder controle bij de Arboarts. Het loon is tot en met april 2023 doorbetaald. In de maanden mei tot en met september 2023 ontving [eiseres] nog wel salarisstroken maar geen daadwerkelijke salarisbetalingen.

2.5.

Op vragen aan de afdeling HR waarom er geen loon meer werd betaald kwam als reactie dat er geen antwoord kan worden gegeven op die vraag. Op een later moment was de afdeling HR niet meer bereikbaar.

2.6.

Op sommaties van de gemachtigde van [eiseres] is niet gereageerd.

3 Het geschil en de beoordeling

3.1.

Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen.

[eiseres] is woonachtig in Duitsland en Meubelcomfort Enschede is gevestigd in Nederland. Daarmee heeft deze zaak internationale aspecten.

Het onderhavige geschil betreft een burgerlijke- of handelszaak in de zin van artikel 1 van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Herschikte EEX-Vo). De vordering is ingesteld na 10 januari 2015 (art. 66 lid 1 Herschikte EEX-Vo), zodat op basis van deze Verordening de rechterlijke bevoegdheid moet worden bepaald.

De Nederlandse rechter is op grond van artikel 21 van deze Verordening in deze zaak bevoegd, omdat het gaat om een individuele arbeidsovereenkomst waarbij de arbeid in Nederland werd verricht.

3.2.

[eiseres] vordert - samengevat – om Meubelcomfort Enschede te veroordelen om aan haar te betalen:

I € 7.617,75 bruto, verschuldigd als achterstallig salaris over de periode

1 mei tot en met 30 september 2023, te vermeerderen met 50% verhoging en de wettelijke vertragingsrente vanaf 1 juni tot aan de dag van betaling;

II € 609,40 bruto als achterstallig vakantiegeld over de periode 1 mei tot en met 30 september 2023, te vermeerderen met 50% verhoging en de wettelijke vertragingsrente vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag van betaling;

III € 1.000,00 netto, verschuldigd als achterstallig onbelaste reiskostenvergoeding over de periode 1 mei tot en met 30 september 2023, vermeerderd met wettelijke rente vanaf

1 juni 2023 tot aan de dag van betaling;

IV € 1.523,55 bruto, verschuldigd als salaris, vermeerderd met de som van € 121,80 bruto vakantietoeslag, voor iedere maand vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking, te vermeerderen met 50% verhoging en de wettelijke vertragingsrente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van betaling;

V € 200,00 netto, verschuldigd als onbelaste reiskostenvergoeding vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van betalen;

VI de kosten van deze procedure, vermeerderd met rente indien niet binnen twee dagen na betekening van dit vonnis is betaald.

3.3.

De vordering komt de kantonrechter vooralsnog niet onrechtmatig of ongegrond voor en behoort daarom te worden toegewezen, met dien verstande dat de onder I, II en III gevorderde wettelijke rente niet over de gehele som toewijsbaar is vanaf 1 juni 2023 maar vanaf het moment van opeisbaarheid van de verschillende onderdelen van de bedragen. De wettelijke verhoging over de gevorderde bedragen zal worden toegewezen conform berekening op grond van artikel 7:625 BW.

3.4.

Meubelcomfort Enschede zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld, bestaande uit griffierecht

€ 244,00, explootkosten € 132,42 en salaris gemachtigde € 528,00 (2 x € 264,00), alles bij elkaar € 904,42. Over dit bedrag is Meubelcomfort Enschede de wettelijke rente verschuldigd indien het niet binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis is betaald.

4 De beslissing in kort geding

I Veroordeelt Meubelcomfort Enschede B.V. tot betaling aan [eiseres] van:

I € 7.617,75 bruto, verschuldigd als achterstallig salaris over de periode

1 mei tot en met 30 september 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging berekend conform artikel 7:625 BW en met de wettelijke vertragingsrente vanaf het moment van opeisbaarheid van de verschillende onderdelen van het bedrag tot aan de dag van betaling;

II € 609,40 bruto als achterstallig vakantiegeld over de periode 1 mei tot en met 30 september 2023, te vermeerderen met de wettelijke verhoging berekend conform artikel 7:625 BW en met de wettelijke vertragingsrente vanaf het moment van opeisbaarheid van de verschillende onderdelen van het bedrag tot aan de dag van betaling;

III € 1.000,00 netto, verschuldigd als achterstallig onbelaste reiskostenvergoeding over de periode 1 mei tot en met 30 september 2023, vermeerderd met wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid van de verschillende onderdelen van het bedrag tot aan de dag van betaling;

IV € 1.523,55 bruto, verschuldigd als salaris, vermeerderd met de som van € 121,80 bruto vakantietoeslag, voor iedere maand vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking, te vermeerderen met de wettelijke verhoging berekend conform artikel 7:625 BW en de wettelijke vertragingsrente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van betaling;

V € 200,00 netto, verschuldigd als onbelaste reiskostenvergoeding vanaf 1 oktober 2023 tot het einde van de dienstbetrekking, vermeerderd met de wettelijke rente van de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van betalen;

VI de kosten van deze procedure ad € 904,42, vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen twee dagen na betekening van dit vonnis is betaald.

VII Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

VIII Wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023.

(RS(O)

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.