De rechtbank veroordeelt de gedaagde om aan de eiser het loon te betalen.
Eiser werkt bij gedaagde, maar gedaagde had het loon van meerdere maanden niet (op tijd) betaald. Eiser vorderde om gedaagde te veroordelen tot het betalen van dit loon.
[eiser] heeft op 29 december 2023 de dagvaarding met producties aan De Interieurbouwers laten betekenen. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 januari 2024. Namens [eiser] is alleen zijn gemachtigde, mr. Van Dijk, verschenen. Namens De Interieurbouwers is niemand verschenen, tegen haar is verstek verleend. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Het vonnis wordt vandaag uitgesproken.
2 De beoordeling
Waar deze zaak over gaat
2.1.
[eiser] werkt als meubelmaker bij De Interieurbouwers op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. Volgens [eiser] heeft De Interieurbouwers zijn loon over de maanden oktober en november 2023 niet (op tijd) betaald, zodat [eiser] in dit kort geding veroordeling daartoe van De Interieurbouwers vordert.
De vordering van [eiser]
2.2.
[eiser] vordert – kort samengevat – veroordeling van De Interieurbouwers tot betaling van het loon over de maand november 2023, als ook het toekomstige loon tot het rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente over deze loonvorderingen, als ook de wettelijke verhoging over het loon van de maand oktober 2023.
De kantonrechter in kort geding verleent verstek tegen De Interieurbouwers en zal de vordering van [eiser] toewijzen
2.3.
Namens De Interieurbouwers is niemand op de zitting verschenen. De kantonrechter stelt vast dat bij het betekenen van de dagvaarding de wettelijke vereisten zijn nageleefd en dat de voorgeschreven termijnen en overige formaliteiten in acht zijn genomen. De kantonrechter verleent daarom verstek tegen De Interieurbouwers.
2.4.
Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat het loon over de maanden november en december 2023 inmiddels is betaald en dat hij zijn vordering overeenkomstig vermindert. Voor het overige handhaaft [eiser] zijn vorderingen. [eiser] heeft toegelicht dat de wettelijke verhoging over het loon van de maand oktober 2023 38% bedraagt, en de wettelijke verhoging over het loon van de maand november 2023 34%.
2.5.
De kantonrechter zal de vordering, nu hem deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, toewijzen, met inachtneming van het volgende. [eiser] vordert de wettelijke verhoging en wettelijke rente over toekomstig te laat betaald loon. Deze vordering is niet toewijsbaar, nu het toekomstige loon nog niet opeisbaar is en De Interieurbouwers dan ook (nog) niet in verzuim is. De wijze waarop deze vordering is ingestoken, namelijk voorwaardelijk, maakt dit niet anders. In zoverre wijst de kantonrechter de vordering af.
Tot slot
2.6.
De Interieurbouwers is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
€
132,42
- griffierecht
€
86,00
- salaris gemachtigde
€
529,00
Totaal
€
747,42
3 De beslissing
De kantonrechter in kort geding
3.1.
veroordeelt De Interieurbouwers om aan [eiser] tijdig te betalen het loon over de maanden volgende op december 2023, tot de dag waarop er rechtsgeldig een einde komt aan het dienstverband tussen partijen,
3.2.
veroordeelt De Interieurbouwers om aan [eiser] te betalen de wettelijke verhoging van 38% over het loon van de maand oktober 2023,
3.3.
veroordeelt De Interieurbouwers om aan [eiser] te betalen de wettelijke verhoging van 34% over het loon van de maand november 2023,
3.4.
veroordeelt De Interieurbouwers om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het loon van de maand november 2023, vanaf 29 december 2023 tot aan de dag van betaling daarvan,
3.5.
veroordeelt De Interieurbouwers in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 747,42,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2024. (wv)
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: