Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2024:6665

Rechtbank Overijssel
12-12-2024
19-12-2024
11364496 \ CV EXPL 24-2075
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Kort geding

Eiser is op 4 april 2024 voor onbepaalde tijd bij Taxi Vervoerscentrale Nederland in dienst getreden en op 13 mei 2024 heeft Taxi Vervoerscentrale Nederland de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd – met onmiddellijke ingang – beëindigd. Ondanks diverse aanmaningen daartoe, heeft eiser geen salaris van Taxi Vervoerscentrale Nederland ontvangen over de tijd dat hij bij Taxi Vervoerscentrale Nederland in dienst was. Eiser vordert in deze procedure nabetaling van het salaris, het vakantiegeld, wettelijke rente, wettelijke verhoging en vergoeding van de proceskosten. Daarnaast vordert hij salarisspecificaties en een eindafrekening, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter wijst in dit vonnis de vorderingen van eiser toe.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2024-1561

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht

Voorzieningenrechter

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer: 11364496 \ CV EXPL 24-2075

Vonnis in kort geding van 12 december 2024

in de zaak van

de heer [eiser],

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: mr. E. Nijhoff,

tegen

TAXI VERVOERSCENTRALE NEDERLAND B.V.,

te Goor,

gedaagde partij,

hierna te noemen: Taxi Vervoerscentrale Nederland,

niet verschenen.

1 De procedure

1.1.

De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding.

1.2.

Op 5 december 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij waren [eiser] en mr. E. Nijhoff aanwezig. Nijhof heeft tijdens de mondelinge behandeling een e-mail van [beschermingsbewindvoerder] van Beschermingsbewind Oost Nederland B.V. (hierna: de bewindvoerder) van 4 december 2024 aan de voorzieningenrechter overhandigd, tezamen met de beschikking tot onderbewindstelling.

Taxi Vervoerscentrale Nederland is niet verschenen; tegen haar is verstek verleend.

1.3.

De beslissing wordt vandaag gegeven en toegelicht in dit vonnis.

2 De zaak in het kort

2.1.

[eiser] is op 4 april 2024 voor onbepaalde tijd bij Taxi Vervoerscentrale Nederland in dienst getreden voor een loon van € 2.474,92 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld. Op 13 mei 2024 heeft Taxi Vervoerscentrale Nederland de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd – met onmiddellijke ingang – beëindigd. Ondanks diverse aanmaningen daartoe, heeft [eiser] geen salaris van Taxi Vervoerscentrale Nederland ontvangen over de tijd dat hij bij Taxi Vervoerscentrale Nederland in dienst was.

2.2.

[eiser] vordert in deze procedure nabetaling van het salaris, het vakantiegeld, wettelijke rente, wettelijke verhoging en vergoeding van de proceskosten. Daarnaast vordert hij salarisspecificaties en een eindafrekening, op straffe van een dwangsom.

2.3.

De voorzieningenrechter wijst in dit vonnis de vorderingen van [eiser] toe, zoals hieronder vermeld.

3 De beoordeling

3.1.

De procedure is door [eiser] gestart, terwijl hij onder bewind stond en dus in beginsel niet als procespartij in rechte kan optreden. Uit de overgelegde e-mail van 4 december 2024 begrijpt de voorzieningenrechter echter dat de bewindvoerder instemt met deze procedure en ermee akkoord is dat mr. E. Nijhoff daarbij als gemachtigde optreedt. Daarbij vermeldt de bewindvoerder dat als Taxi Vervoerscentrale Nederland B.V. wordt veroordeeld bedragen aan [eiser] te betalen, die overgemaakt moet worden naar [rekeningnummer] t.n.v. [eiser] . De procedure kan dan ook worden voortgezet met [eiser] als procespartij.

3.2.

De voorzieningenrechter heeft aan de hand van de betekende dagvaarding geconstateerd dat Taxi Vervoerscentrale Nederland correct is opgeroepen voor de mondelinge behandeling. Aangezien ook de overige bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, heeft de voorzieningenrechter tegen Taxi Vervoerscentrale Nederland verstek verleend.

3.3.

Het is voldoende gebleken dat sprake is van een spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen, temeer nu het om een loonvordering gaat.

3.4.

De vorderingen van [eiser] komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De voorzieningenrechter wijst deze vorderingen dan ook toe, met inachtneming van het volgende.

3.5.

[eiser] vordert een loonsom van € 4.009,36 bruto, inclusief vakantiegeld. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde de gemachtigde van [eiser] dat hierin waarschijnlijk een rekenfout is gemaakt. [eiser] heeft veertig kalenderdagen bij Taxi Vervoerscentrale Nederland gewerkt. Dit komt bij een maandsalaris van € 2.474,92 bruto in totaal neer op € 3.515,06 bruto aan salaris en vakantiegeld.1 Het meer gevorderde wordt dan ook afgewezen.

3.6.

De overige vorderingen worden toegewezen zoals gevorderd, waarbij de wettelijke verhoging wordt berekend over het toe te wijzen bedrag aan loon en de gevorderde dwangsom wordt gemaximeerd tot een bedrag van € 2.000,-.

3.7.

Taxi Vervoerscentrale Nederland is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiser] procedeert op basis van een toevoeging, zal Taxi Vervoerscentrale Nederland niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:

- griffierecht

87,00

- salaris gemachtigde

339,00

- nakosten

135,00

(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

561,00

4 De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1.

veroordeelt Taxi Vervoerscentrale Nederland om aan [eiser] te betalen (en op de onder rechtsoverweging 3.1 genoemde rekening over te maken) een bedrag van € 3.515,06 bruto aan salaris en vakantiegeld, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek met ingang van 25 oktober 2024 (de dag van de dagvaarding) tot de dag van volledige betaling;

4.2.

veroordeelt Taxi Vervoerscentrale Nederland om aan [eiser] te betalen (en op de onder rechtsoverweging 3.1 genoemde rekening over te maken) een bedrag van € 1.757,53 bruto aan wettelijke verhoging;

4.3.

veroordeelt Taxi Vervoerscentrale Nederland om binnen negen dagen na betekening van dit vonnis aan [eiser] deugdelijke salarisspecificaties en een eindafrekening over de periode 4 april tot en met 13 mei 2024 te verstrekken;

4.4.

veroordeelt Taxi Vervoerscentrale Nederland om aan [eiser] een dwangsom te betalen (en op de onder rechtsoverweging 3.1 genoemde rekening over te maken) van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling onder 4.3 voldoet, tot een maximum van € 2.000,00 is bereikt;

4.5.

veroordeelt Taxi Vervoerscentrale Nederland om aan [eiser] de proceskosten te betalen (en op de onder rechtsoverweging 3.1 genoemde rekening over te maken). De proceskosten van [eiser] zijn tot op heden begroot op € 561,00. Als Taxi Vervoerscentrale Nederland niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet zij ook de eventuele kosten van betekening aan [eiser] betalen;

4.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

4.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2024. (JK)

1 40 kalenderdagen x 12 maanden / 365 dagen per jaar (=afgerond 1,315 maanden) x € 2.474,92 aan bruto maandsalaris x 1,08 in verband met 8% vakantiegeld.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.