Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2025:1210

Rechtbank Overijssel
04-03-2025
07-03-2025
11474845 \ EJ VERZ 25-1
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Arbeidsrecht. Cao Technisch Installatiebedrijf. Contract voor bepaalde tijd afgesproken?

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2025-0303

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer : 11474845 \ EJ VERZ 25-1

Beschikking van de kantonrechter van 4 maart 2025

in de zaak van

[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,

verzoekende partij, hierna te noemen [verzoeker] ,

gemachtigde: mr. P.T. Pel

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DFNETWORKS,
gevestigd en kantoorhoudende te Nijverdal,

verwerende partij, hierna te noemen DFNetworks,

gemachtigde: mr. R.F. Kötter.

1 De procedure

1.1.

[verzoeker] heeft een verzoek ingediend dat hoofdzakelijk strekt tot een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet van rechtswege is geëindigd op 3 november 2024 en dat [verzoeker] recht heeft op doorbetaling van loon en eventueel op een transitievergoeding. DFNetworks heeft een verweerschrift ingediend.

1.2.

Op 4 februari 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2 De feiten

2.1.

[verzoeker] is sinds 3 oktober 2023 werkzaam als glasvezelmonteur bij DFNetworks. Het dienstverband is begonnen met een contract voor bepaalde tijd, tot 3 april 2024, en is daarna verlengd.

2.2.

Aan de verlenging gingen onder meer de volgende berichten per Whatsapp vooraf.

Op 26 maart 2024 stuurde DFNetworks [verzoeker] een Whatsapp bericht met de volgende inhoud:

“Hallo [verzoeker] , er ligt een nieuw contract voor je klaar op de zaak. Zou je deze willen inlezen en tekenen als het mogelijk is? Graag voor 3 April. Alvast bedankt.”

[verzoeker] heeft daarop aansluitend geantwoord met “Is goed.”

2.3.

Er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst, getekend door DFNetworks, voor verlenging met 7 maanden (na 3 april 2024) en er is een schriftelijke arbeidsovereenkomst, getekend door DFNetworks voor verlenging met 12 maanden (na 3 april 2024).

2.4.

Tussen partijen staat vast dat op de arbeidsovereenkomst van toepassing is de cao Technisch Installatiebedrijf. De artikelen 12 en 13 van de cao luiden als volgt, voor zover relevant:

“Artikel 12. Wanneer eindigt een vaste arbeidsovereenkomst?

1. Standaard is een arbeidsovereenkomst voor ‘onbepaalde tijd’.

…”.

“Artikel 13. Wanneer eindigt een tijdelijke arbeidsovereenkomst?

1. Anders dan in artikel 12.1 is geregeld, kan een arbeidsovereenkomst alleen maar tijdelijk zijn als dat schriftelijk is afgesproken. Deze arbeidsovereenkomst voor ‘bepaalde tijd’ kan voor een bepaalde periode of voor een bepaalde taak zijn.

2. …

2.5.

Rond en na de verlenging van het dienstverband kreeg [verzoeker] kritiek op zijn functioneren. [verzoeker] heeft zich hierna op 5 september 2024 ziek gemeld.

2.6.

Vervolgens ontving [verzoeker] van DFNetworks een brief van 23 september 2024 waarin onder meer stond:

Geachte [verzoeker] ,

Bij deze willen wij u melden dat uw contract met DFNetworks B.V. wordt beëindigt op 3 November 2024, wij zullen u geen nieuw contract aanbieden.

2.7.

Na de ziekmelding van [verzoeker] heeft de bedrijfsarts op 25 september 2024 in zijn ‘Probleemanalyse en advies’ onder meer geschreven:

“Conclusie over de arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte

Het betreft een 38 jarige man met medische klachten waarvoor hij gestart is met een behandeling. Er spelen stroeve arbeidsrelaties.

Dit geeft de volgende mogelijkheden ten aanzien van de werkhervatting

Op dit moment acht ik medewerker arbeidsongeschikt. Ik adviseer werkgever en -nemer om binnen 2 weken met elkaar om de tafel te gaan zitten om een oplossingen te bedenken voor de reden van de ziekte.

Is de arbeidsongeschiktheid een gevolg van het werk of de werkomstandigheden?

Ja, het werk is een belangrijke oorzaak.

Zijn er andere aspecten die van belang zijn voor het verzuim?

Het arbeidscontract eindigt van rechtswege op 3-11-2024. Ik adviseer tevens dat medewerker om tijdens het gesprek tussen werkgever en werknemer een vertrouwenspersoon mee te nemen. Eventueel kan het gesprek begeleid worden door een Maatschappelijk Werkster van ArboNed. Laat ons weten indien u dit wenst.

Vervolgafspraak

Er is een spreekuur gepland op 23-10-2024 om 11.30 uur aan de [adres] .

…”.

3 Het verzoek

3.1.

[verzoeker] verzoekt om een verklaring voor recht dat de tussen partijen bestaande (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 12 maanden niet van rechtswege is geëindigd op 3 november 2024 (zoals DFNetworks stelt) en om DFNetworks te veroordelen tot doorbetaling van loon, met wettelijke verhoging, en tot het betalen van een transitievergoeding, indien en zodra de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege is geëindigd en niet op initiatief van DFNetworks is voortgezet. DFNetworks dient volgens [verzoeker] ook de proceskosten te dragen.

3.2.

Volgens [verzoeker] heeft hij op 2 april 2024 een (ook) door hem ondertekend exemplaar van de arbeidsovereenkomst voor 12 maanden bij DFNetworks ingeleverd en is daarmee een contract voor bepaalde tijd van 12 maanden overeengekomen, dat dus loopt tot 3 april 2025.

Het klopt dat DFNetworks hem ook een concept contract voor 7 maanden heeft overhandigd, maar dat contract heeft hij niet getekend en niet willen tekenen. [verzoeker] is ziek geweest tot 1 of 2 december 2024, toen heeft hij zich beter gemeld bij het UWV. Hij werkt inmiddels elders, bij BAM Telecom. DFNetworks heeft ten onrechte het loon niet doorbetaald. Vanaf 28 oktober 2024 is er niets meer betaald, ook niet het vakantiegeld en loon na correctie over de periodes 7, 8 en 9. Volgens [verzoeker] is de arbeidsovereenkomst nog niet geëindigd en kan hem niet worden verweten dat er geen nader contact met de bedrijfsarts heeft plaatsgevonden. Dit gelet op het standpunt van DFNetworks dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd per 3 november 2024.

4 Het verweer

4.1.

DFNetworks heeft verweer gevoerd en is van mening dat de verzoeken moeten worden afgewezen, met uitzondering van het verzoek om een transitievergoeding, voor zover deze betrekking heeft op de periode 3 oktober 2023 tot 3 november 2024.

Volgens DFNetworks is het dienstverband per 3 april 2024 verlengd met 7 maanden, dus tot 3 november 2024. Het klopt dat [verzoeker] eerder een contract voor 12 maanden aangeboden heeft gekregen, maar dat aanbod was niet aanvaard en is ingehaald door het latere aanbod voor 7 maanden. Dat hem later een contract voor maar 7 maanden is aangeboden hield verband met zijn functioneren. Uit de omstandigheden van het geval kan afgeleid worden dat partijen uiteindelijk een contract voor 7 maanden hebben afgesproken, vindt DFNetworks. Het einde is [verzoeker] ook aangezegd, in de brief van 23 september 2024. Loon na die datum is niet verschuldigd en over de periode 28 oktober 2024 tot 3 november 2024 ook niet. Over die periode is het loon opgeschort omdat [verzoeker] bij herhaling de voorschriften bij ziekte niet opvolgde. [verzoeker] heeft op zich wel recht op vakantiegeld en nabetaling over de periodes 7, 8 en 9, maar dat is er onder de omstandigheden niet van gekomen. Er zijn wel eindafrekeningen opgemaakt maar nog niet uitbetaald.

5 De beoordeling

5.1.

Tussen partijen staat vast dat [verzoeker] op 3 oktober 2023 bij DFNetworks is begonnen en dat eerst een contract voor bepaalde tijd van 6 maanden is afgesproken, tot 3 april 2024. Ook staat vast dat de cao Technisch Installatiebedrijf van toepassing is en dat [verzoeker] na 3 april 2024 is blijven werken voor DFNetworks. De belangrijkste vraag in deze zaak is hoe die arbeidsverhouding na 3 april 2024 moet worden gekwalificeerd.

5.2.

Partijen hebben gemotiveerd gesteld dat sprake is van een contract voor bepaalde tijd van 7 maanden (volgens DFNetworks) dan wel voor bepaalde tijd van 12 maanden (volgens [verzoeker] ). De kantonrechter constateert dat DFNetworks [verzoeker] in korte tijd twee schriftelijke arbeidscontracten heeft overhandigd (één voor 7 maanden en één voor 12 maanden), die al door DFNetworks van een handtekening waren voorzien. Geen van partijen heeft een exemplaar overgelegd die door beide partijen is ondertekend. Het staat vast dat [verzoeker] het contract voor 7 maanden nooit heeft ondertekend. Volgens DFNetworks zou uit de omstandigheden toch moeten worden afgeleid dat daarover overeenstemming is bereikt (wat [verzoeker] heeft weersproken). Over het contract voor 12 maanden stelt [verzoeker] dat hij DFNetworks op 2 april 2024 een ook door hem ondertekend exemplaar van dat contract heeft gegeven, wat door DFNetworks weer wordt ontkend. Volgens DFNetworks ondertekende [verzoeker] geen enkel contract, ook het eerste contract niet, dat liep tot 3 april 2024.

5.3.

De kantonrechter constateert dat enig bewijs (anders dan de verklaring van [verzoeker] ), dat [verzoeker] inderdaad een ook door hem ondertekend exemplaar van het contract voor 12 maanden aan DFNetworks heeft gegeven (en voordat het nieuwe aanbod door DFNetworks voor 7 maanden werd gedaan), er niet is. De kantonrechter passeert dit standpunt van [verzoeker] gelet op de betwisting van deze stelling door DFNetworks en het feit dat op dit punt geen specifiek bewijsaanbod is gedaan.

5.4.

De cao bepaalt dat standaard contracten voor onbepaalde tijd worden gesloten en dat een arbeidsovereenkomst alleen maar tijdelijk kan zijn als dat schriftelijk is afgesproken, juist ook om onzekerheid over aard en duur van een arbeidscontract te voorkomen. Vergelijkbare bepalingen uit een eerdere versie van de cao (destijds de artikelen 13 en 14 uit de versie 2011-2013) hebben geleid tot het arrest van de Hoge Raad van 30 september 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2224). Uit de conclusie van de Advocaat-Generaal blijkt onder meer dat uit de twee bepalingen, in samenhang bezien, voortvloeit dat als partijen over de aard van de dienstbetrekking niets schriftelijk vastleggen, sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De strekking van beide bepalingen is om duidelijkheid te verschaffen over de vraag of partijen een dienstbetrekking voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn aangegaan. Die duidelijkheid strekt bovendien, zoals ook het hof had overwogen, ten voordele van de werknemer, omdat wordt aangenomen dat bij het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst, sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Bescherming van de werknemer ligt derhalve eveneens besloten in de strekking van beide bepalingen. Gelet op die strekking, het verschaffen van duidelijkheid alsmede bescherming van de werknemer, ligt het in de rede de cao zo uit te leggen dat het schriftelijkheidsvereiste ook geldt voor een opvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (ECLI:NL:PHR:2016:912, onder 5.12 en 5.13).

5.5.

De kantonrechter is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden de conclusie niet anders kan zijn dan dat niet schriftelijk een contract voor bepaalde tijd is afgesproken en daarom op grond van de cao een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen tussen partijen. Dat [verzoeker] in zijn standpunt niet zover is willen gaan dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan, en slechts een beroep doet op het ontstaan zijn van een contract voor bepaalde tijd van 12 maanden, brengt hierin geen verandering. Er bestaat ook geen door beide partijen ondertekend contract voor 12 maanden. DFNetworks heeft betwist dat zij een door beide partijen ondertekend exemplaar heeft ontvangen (en zij betwist ook dat zij dat contract zou hebben verscheurd) en [verzoeker] heeft dat onvoldoende onderbouwd. Ook het standpunt van DFNetworks, dat [verzoeker] impliciet of mondeling expliciet heeft ingestemd met het contract voor 7 maanden, brengt hierin geen verandering. Een door beide partijen ondertekend contract voor de duur van 7 maanden is er niet. Dat er is gesproken over een contract voor 7 maanden tijdens een gesprek in Arnhem staat wel vast, maar niet vast staat dat [verzoeker] toen uitdrukkelijk heeft ingestemd met het contract voor 7 maanden. Instemming van [verzoeker] met het contract voor bepaalde tijd van 7 maanden op of omstreeks 3 april 2024 blijkt verder ook niet uit de omstandigheden nadien die DFNetworks naar voren heeft gebracht. Zo kan uit het feit dat [verzoeker] niet eerder heeft geprotesteerd tegen het standpunt van DFNetworks geen instemming worden afgeleid en dat geldt ook voor de omstandigheid dat [verzoeker] in de personeelsportal een einddatum van 3 november 2024 op salarisspecificaties heeft moeten kunnen zien. De bepalingen in de cao zien nu juist mede op het voorkomen van onduidelijke situaties over aard en duur van de arbeidsovereenkomst. Het lag op de weg van DFNetworks om tijdig een ondertekend exemplaar van de door haar aangeboden arbeidsovereenkomst van [verzoeker] te verlangen en om passende maatregelen te treffen als [verzoeker] dat niet tijdig zou ondertekenen. De door [verzoeker] verzochte verklaring voor recht zal worden toegewezen in overeenstemming met de conclusie dat sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Het ligt op de weg van partijen om als zij dat wensen in onderhandeling te gaan over beëindiging van deze arbeidsovereenkomst, mede gelet op het feit dat [verzoeker] inmiddels elders werkt.

5.6.

[verzoeker] heeft ook verzocht om vernietiging van een door DFNetworks gedane opzegging en eventueel toekenning van een billijke vergoeding, maar er heeft geen opzegging plaatsgevonden. DFNetworks heeft een beroep gedaan op een einde van rechtswege en heeft dat einde aangezegd in haar brief van 23 september 2024. Deze verzoeken zijn dus niet toewijsbaar.

5.7.

De doorbetaling van loon is toewijsbaar zoals door [verzoeker] is verzocht. De arbeidsovereenkomst loopt immers nog door na 3 november 2024. De kantonrechter ziet wel aanleiding de verzochte wettelijke verhoging te matigen tot 10%. DFNetworks en [verzoeker] zijn beiden uitgegaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en (belangrijker) [verzoeker] zich niet bepaald van zijn beste kant laten zien toen de verhoudingen waren verslechterd, gelet op alleen al zijn Whatsappbericht van 2 november 2024 aan DFNetworks waarin stond “De sleutels liggen in de brievenbus. Verder handelt de incassobureau alles af. Tip van flip zorg dat je gezin altijd veilig is. De keuzes die je maakt in het leven hebben gevolgen voor de toekomst”.

Het loon is toewijsbaar, inclusief het loon over de periode 28 oktober 2024 tot 3 november 2024. DFNetworks heeft het loon weliswaar opgeschort maar dat betekent nog niet dat het loon (later) niet meer betaald hoeft te worden. [verzoeker] heeft gesteld dat de eerste keer niet verschijnen bij de bedrijfsarts berustte op een misverstand en het feit dat latere contacten niet hebben plaatsgevonden kunnen in redelijkheid niet los gezien worden van het standpunt van DFNetworks dat het dienstverband met [verzoeker] toch zou eindigen per 3 november 2024. Bovendien heeft [verzoeker] onweersproken gesteld dat hij tot 1 of 2 december 2024 echt ziek was. De verzochte wettelijke rente over de wettelijke verhoging is niet toewijsbaar omdat deze pas na ingebrekestelling is verschuldigd (ECLI:NL:GHARL:2019:6537). In de processtukken staat daarover niets.

Het verzoek om een transitievergoeding zoals door [verzoeker] is verzocht is niet toewijsbaar gelet op de conclusie dat sprake is van een nog bestaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

5.8.

Het verzoek van [verzoeker] wordt toegewezen als volgt en DFNetworks dient, als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten te dragen.

6 De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

verklaart voor recht dat de tussen partijen bestaande verlengde arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd per 3 november 2024;

6.2.

veroordeelt DFNetworks tot volledige doorbetaling van loon gedurende de tijd dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen in stand is en deze niet op rechtsgeldige wijze is geëindigd, te verhogen met de wettelijke verhoging over het achterstallige loon als bedoeld in art. 7:625 BW, beperkt tot 10%;

6.3.

veroordeelt DFNetworks tot betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over het achterstallige loon, vanaf de vervaldata van de onderliggende loonperiodes tot de dag waarop alles betaald is;

6.4.

veroordeelt DFNetworks tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 732,00 griffierecht, € 814,00 gemachtigdesalaris en € 135,00 nakosten;

6.5.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

6.6.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2025.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.