RECHTBANK ROERMOND
Sector kanton
Zaaknummer: 310749 \ CV EXPL 11-2175
Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d. 8 februari 2012
in de zaak van:
[eiser in conventie, gedaagde in reconventie], wonende te [woonplaats],
eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. M.C.J. Swart,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] Corporate Services B.V., gevestigd te [postcode] Venlo aan de [adres],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. R.J.C. Brouwer.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Het verloop van het geding blijkt uit het volgende:
- de inleidende dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende een eis in voorwaardelijke
reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek/antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek/repliek in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
1.2. De zaak is vervolgens op vonnis gesteld. De uitspraak daarvan is, nader, bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is van 1 maart 2010 tot 1 maart 2011 bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in dienst geweest in de functie van medewerker controlling, tegen een salaris van laatstelijk € 3.298,11 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag. Naast zijn loon ontving [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] een bedrag van € 400,00 netto aan reiskostenvergoeding.
2.2. Per 1 januari 2011 had [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] nog een tegoed van 102 vakantie-uren.
2.3. In december 2010 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te kennen gegeven dat het dienstverband per 1 maart 2011 niet verlengd zou worden. Op 3 februari 2011 heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] met zijn direct-leidinggevende, de heer [direct-leidinggevende], afgesproken dat hij tegen inlevering van 40 verlofuren per direct zijn werkzaamheden kon beëindigen.
2.4. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft op 3 februari 2011 de H-schijf gewist. De van de H-schijf gewiste bestanden zijn teruggehaald.
2.5. Bij brief van 22 februari 2011 heeft de directeur van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te kennen gegeven dat op het salaris van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] over de maand februari 2011 alsmede op de betaling waarop [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] op grond van eindafrekening recht op heeft, beslag is gelegd (met uitzondering van de beslagvrije voet) vanwege vermeende schade voortkomend uit het wissen van de H-schijf van de computer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangeboden te helpen met het terughalen van de bestanden.
2.6. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft voor zijn indiensttreding bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] samen met zijn broer een VOF opgericht. Hiervan heeft hij noch bij de indiensttreding, noch tijdens het dienstverband melding gemaakt aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie].
2.7. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft na de uitdiensttreding van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] de e-mails van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] bekeken.
3. De vordering van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] en de stellingen van partijen in conventie
3.1. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om:
1. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen het nog resterende salaris over de maand februari 2011
ten bedrage van € 3.298,11 bruto, te verminderen met het netto reeds uitbetaalde bedrag van € 1.182,47, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en 50% van het netto-equivalent hiervan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening;
2. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen ter zake van openstaande vakantie-uren het bedrag van
€ 1.365,82 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% van het netto-equivalent hiervan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening;
3. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen ter zake vakantietoeslag het bedrag van € 597,64 bruto, te
vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% van het netto-equivalent hiervan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening;
4. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen het netto bedrag van € 180,00 ter zake van reiskosten over
de maand februari 2011, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% van het netto-equivalent hiervan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening;
5. aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, op voet van
artikel 7:626 BW, de salarisspecificatie te verstrekken betreffende de in deze gevorderde bruto loonbedragen, bij gebreke waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zal zijn verschuldigde een dwangsom van € 50,00 voor elke dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee tegenover [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in gebreke blijft,
onder veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure, te betalen binnen veertien dagen na het vonnis, bij gebreke waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansluitend hiervoor tevens de wettelijke rente tot aan de dag van algehele betaling zal zijn verschuldigd.
3.2. Aan zijn vordering heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zijn dienstverband bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten grondslag gelegd.
De gronden waarop door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op het salaris over februari 2011 en de uitbetaling van de eindafrekening beslag is gelegd zijn ongegrond. De H-schijf die door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is gewist is feitelijk bedoeld voor het (tijdelijk) opslaan van persoonlijke bevindingen, aantekeningen, werkbeschrijvingen en documenten. Alle officiële en definitieve bedrijfsgerelateerde documenten zijn terug te vinden op de server, zoals bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] steeds gebruikelijk is geweest. Gegevens met betrekking tot de consolidatie zijn maandelijks in de betreffende map “hard-copy” opgeborgen. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is dan ook van mening dat er geen relevante gegevens verloren zijn gegaan en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen schade kan hebben geleden.
3.3. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft nimmer melding gemaakt van de mede door hem opgerichte VOF omdat hij tijdens het dienstverband nooit activiteiten in deze onderneming heeft verricht.
3.4. Betreffende het e-mailgedrag is [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] van mening dat dit niet proportioneel was. Anders dan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt was per e-mailbericht gemiddeld misschien een halve minuut gemoeid, hetgeen in totaal over de onderzoeksperiode uitkomt op ongeveer vijfeneenhalf uur. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] had bovendien geen negen tot vijf mentaliteit en zijn direct leidinggevende heeft in december 2010 nog tegenover [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] uitgesproken dat hij hard had gewerkt. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] ervaart het onderzoek naar zijn privé e-mailberichten als een grove inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer en is dan ook van mening dat de resultaten van het onderzoek niet mogen worden gebruikt als argument om het salaris te mogen verrekenen.
3.5. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is van mening dat hij niet in strijd heeft gehandeld met de artikelen 10,11 en 14 van de arbeidsovereenkomst. Bovendien blijkt uit niets dat het de bedoeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is geweest om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schade toe te brengen.
3.6. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkent dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] een vordering had ter zake restant salaris over februari 2011, alsmede vakantiegeld en vakantiedagen in het kader van een deugdelijke eindafrekening. De vordering ter zake de reiskosten wordt betwist nu vergoeding van deze kosten slechts is bedoeld voor daadwerkelijk gemaakte kosten woon/werkverkeer. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] komt hooguit een bedrag van 3/20e deel van € 400,00 toe, zijnde € 60,00.
3.7. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is echter van mening dat zij de bevoegdheid heeft tot verrekening. Door het wissen van de H-schijf heeft [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] schade veroorzaakt bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft zich genoodzaakt gezien een onderzoek te laten uitvoeren naar de gegevens die [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] gewist had. Uit het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verrichte onderzoek is gebleken dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] onder werktijd regelmatig kopieerwerk voor derden heeft aangenomen, zonder dat hij daarvoor toestemming had, dat hij veelvuldig actief is geweest met activiteiten ten behoeve van zijn onderneming en hij onder werktijd veelvuldig e-mailverkeer met vrienden en anderen heeft gehad. De schade die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geleden heeft bestaat uit de onderzoeks- en herstelkosten ten bedrage van € 1.957,71 en de uren die wel aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zijn beloond maar waarvoor hij niet heeft gewerkt begroot op van één maandsalaris ad € 3.121,75 bruto. Deze aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toegebrachte schade is het gevolg van opzet dan wel bewuste roekeloosheid aan de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie], waarvoor [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aansprakelijk is op basis van artikel 7:661 BW.
3.8. Voor een verdere feitelijke en juridische onderbouwing van de stellingen van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken in conventie. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
4. De vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de stellingen van partijen in voorwaardelijk reconventie
4.1. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor het geval het beroep van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op verrekening in conventie niet of niet-geheel wordt gehonoreerd, te verklaren voor recht dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aansprakelijk is voor de schade die hij aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft veroorzaakt en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 5.000,00 ter zake schadevergoeding, althans een bedrag door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, met veroordeling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de uitspraak en, indien voldoening binnen die termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van de uitspraak.
4.2. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] grond haar vordering op de door haar door toedoen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geleden schade. Voor het geval de kantonrechter tot de conclusie komt dat verrekening van de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] met de vordering van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet mogelijk is, wenst [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de schade die zij heeft geleden door toedoen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in reconventie van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te vorderen. Voor de argumentatie en onderbouwing van de vordering wordt verwezen naar al hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in conventie heeft gesteld en naar voren heeft gebracht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] beperkt haar vordering daarbij tot € 5.000,00.
4.3. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] betwist dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schade heeft geleden als gevolg van een handelen door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie]. Voor bewust roekeloos handelen is vereist dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het handelen daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging. Dit is niet door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesteld en ook niet aan de orde. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangeboden behulpzaam te willen zijn bij het ophalen van de relevante documenten, hetgeen al aantoont dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] van goede wil was en geenszins de opzet heeft gehad schade aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toe te brengen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft bovendien van dit aanbod geen gebruik gemaakt, waarmee [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet heeft voldaan aan haar schadebeperkingsplicht ex artikel 6:101 BW.
4.4. Voor een verdere feitelijke en juridische onderbouwing van de stellingen van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken in reconventie. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
5. De beoordeling
5.1. In conventie
5.1.1. Met uitzondering van de gevorderde reiskostenvergoeding wordt de vordering van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkend. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] doet echter een beroep op verrekening met door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geleden schade door toedoen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie]. Voor een geldig beroep op verrekening is volgens artikel 6:127 BW onder meer nodig dat de vordering opeisbaar is. Anders dan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt is de kantonrechter van oordeel dat dit niet het geval was. Op het moment dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aankondigt op het aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] verschuldigde beslag te leggen, 22 februari 2011, was de (beweerde) schade nog niet bekend. In de brief van 22 februari 2011 schrijft de directeur van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], de heer [directeur gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], immers dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aansprakelijk stelt voor mogelijke schade voortkomend uit het wissen van de H-schijf van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie]. Tevens stelt [directeur gedaade in conventie, eiseres in reconventie] in die brief dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] laat uitzoeken of datgene wat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] omtrent de inhoud van de H-schijf heeft gezegd klopt. Gesteld noch gebleken is dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een onjuiste weergave heeft gegeven van hetgeen hij wel en niet gewist heeft. Weliswaar heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] door het wissen van de H-schijf zich genoodzaakt gezien een onderzoek in te stellen, doch de omvang van de daarmee gemoeide kosten waren op het moment van het ‘beslag’ allesbehalve bekend. Het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] erkende gedeelte van de vordering ligt derhalve voor toewijzing gereed.
5.1.2. Ten aanzien van de gevorderde reiskosten overweegt de kantonrechter als volgt.
Reiskostenvergoeding is een vergoeding van gemaakte kosten woon-werkverkeer. Het is dan ook niet redelijk dat deze kosten worden gevorderd indien deze niet daadwerkelijk zijn gemaakt. Dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in de periode maart 2010 tot en met januari 2011 wel reiskosten heeft ontvangen ongeacht de door hem opgenomen verlof- en/of vakantiedagen maakt dit niet anders. Vergoeding van de reiskosten voor het verschijnen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 22 februari 2011 acht de kantonrechter eveneens toewijsbaar. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] naar kantoor geroepen en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] heeft die dag dan ook reiskosten gehad. Aan reiskosten zal een bedrag van 4/20e deel van € 400,00, zijnde € 80,00 worden toegewezen.
5.1.3. Gelet op de omstandigheden van het geval, komt het de kantonrechter billijk voor de gevorderde wettelijke verhoging vast te stellen op 10%. De gevorderde wettelijke verhoging over de reiskostenvergoeding zal worden afgewezen, nu de wettelijke verhoging ziet op in geld vastgesteld loon dat niet op tijd is voldaan. Reiskosten zijn geen loon en toewijzing van wettelijke verhoging over deze kosten is dan ook niet mogelijk.
5.1.4. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
5.2. In reconventie
5.2.1. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aansprakelijk voor de schade die [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou hebben toegebracht op basis van artikel 7:661 BW. Artikel 7:661 BW bevat een uitzondering op de hoofdregel dat degene die schade toebrengt daarvoor ook aansprakelijk is. Artikel 7:661 BW keert deze regel om door te bepalen dat de werknemer juist niet tegenover de werkgever aansprakelijk is, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Slechts in het geval dat kan worden aangetoond dat aan de zijde van de werknemer gesproken moet worden van opzet of bewuste roekeloosheid, kan de werknemer aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan aan de zijde van de werkgever. Voor bewust roekeloos handelen is vereist dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan zijn handelen daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging. De werkgever dient deze opzet en bewuste roekeloosheid dan te bewijzen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft deze bewuste roekeloosheid naar het oordeel van de kantonrechter echter niet aangetoond. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt weliswaar dat sprake is van opzet en op zijn minst bewuste roekeloosheid, maar stelt vervolgens niet waar het [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] dan om te doen zou zijn geweest. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] verweert zich door te stellen dat de H-schijf slechts bedoeld is voor het (tijdelijk) opslaan van persoonlijke bevindingen en dergelijke en dat alle officiële en definitieve bedrijfsgerelateerde documenten ergens anders zijn opgeslagen. Juist deze stelling wordt niet door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ontkracht, net zo min als achteraf is gebleken dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] onwaarheden heeft verteld over de door hem verwijderde gegevens. Het enkele wissen van de H-schijf heeft naar het oordeel van de kantonrechter dan ook geen (aantoonbare) schade voor gedaagde veroorzaakt. Waar het wantrouwen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] jegens [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] vandaan kwam, waardoor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich genoodzaakt heeft gevoeld een onderzoek in te stellen is verder niet gesteld. Naar het oordeel van de kantonrechter was het voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vrij eenvoudig geweest om de mededelingen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te verifiëren om zo te achterhalen of bepaalde documenten onvindbaar/weg waren. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dit heeft gedaan en [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] behoeft de kosten van het onderzoek die, naar het nu lijkt, wellicht onnodig zijn gemaakt, niet te voldoen. Ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat het verweer van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] ten aanzien van de gestelde inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer kan worden verworpen, nu immers [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zelf via het account van zijn werkgever privé-e-mails verzendt en ontvangt. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] had er te allen tijde bedacht op moeten zijn dat zijn werkgever mee kon lezen.
5.2.2. Uit het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ingestelde onderzoek zijn vervolgens zaken aan het licht gekomen die bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot dan onbekend waren; met name het e-mailgedrag van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] en de nevenwerkzaamheden, resulterend in (door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gestelde) excessieve privéwerkzaamheden tijdens werktijd. De totale schade die daarmee gemoeid is heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] begroot op één maandsalaris. Ter onderbouwing van haar stelling legt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een aantal afgedrukte e-mailberichten over waaruit een en ander zou kunnen blijken. Uitgaande van het aantal door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gestelde privé-e-mails (530), welk aantal overigens door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] wordt betwist, betekent dit zeven privé-e-mails per gewerkte dag. Gezien de inhoud van de (overgelegde) e-mails is met de opstelling daarvan nimmer acht minuten per bericht gemoeid. Zoals [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zelf ook al stelt volgen sommigen berichten elkaar zo snel op dat per onderwerp/contact misschien acht minuten besteed is. Naar het oordeel van de kantonrechter kan op grond van de thans aanwezige stukken worden geoordeeld dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] geregeld en misschien wel veelvuldig privé-e-mails heeft verzonden, doch van een te buitensporig gebruik is geen sprake. De door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toegepaste berekening voor de geleden schade is daarmee niet reëel. In de begrote schade is ook het element ‘handelen in strijd met artikel 14 van de arbeidsovereenkomst’ begrepen. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] had inderdaad ingevolge dit artikel aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moeten melden dat hij medevennoot was van een VOF waarvoor hij (al dan niet sporadisch) werkzaamheden verrichtte. Dat nu uit de overgelegde e-mails blijkt dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] veelvuldig onder werktijd met zijn eigen onderneming bezig was, kan de kantonrechter niet vast stellen. De onderneming van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] is wel geregeld onderwerp van ‘gesprek’; de kantonrechter kan uit de e-mails niet afleiden dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] onder werktijd daadwerkelijk werkzaamheden voor zijn VOF heeft verricht. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan het handelen in strijd met genoemd dit artikel geen sanctie verbonden, hetgeen overigens geldt voor alle voorwaarden/artikelen van de arbeidsovereenkomst. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist daarnaast ook niet de stelling van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] dat deze geregeld vier dagen per week een half uur langer op kantoor was. Of dit uit eigener beweging of afhankelijk van zijn carpoolcollega was, is daarbij niet van belang. Feit is dát [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] ‘overuren’ maakte, waar tegenover geen beloning heeft gestaan.
5.2.3. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen aantoonbare schade heeft geleden door toedoen van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie]. De vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal daarom worden afgewezen en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
6. De beslissing
De kantonrechter.
6.1. In conventie
6.1.1. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen het nog resterende salaris over de maand februari 2011 ten bedrage van € 3.298,11 bruto, te verminderen met het netto reeds uitbetaalde bedrag van € 1.182,47, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, ten deze vastgesteld op 10%, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening.
6.1.2. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen ter zake van openstaande vakantie-uren het bedrag van € 1.365,82 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, ten deze vastgesteld op 10%, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening.
6.1.3. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen ter zake vakantietoeslag het bedrag van € 597,64 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, ten deze vastgesteld op 10%, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over de som van deze bedragen vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening.
6.1.4. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen het netto bedrag van € 80,00 ter zake van reiskosten over de maand februari 2011, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2011 tot aan de dag van algehele voldoening.
6.1.5. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, op voet van artikel 7:626 BW de salarisspecificatie te verstrekken betreffende de in deze gevorderde bruto loonbedragen, bij gebreke waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] zal zijn verschuldigde een dwangsom van € 50,00 voor elke dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee tegenover [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000,00.
6.1.6. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten slotte in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 582,81, waarvan € 350,00 als salaris voor de gemachtigde.
6.2. In reconventie
6.2.1. Wijst de vordering af.
6.2.2. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eiser in conventie, gedaagde in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 400,00 als salaris voor de gemachtigde.
6.3. In conventie en in reconventie
6.3.1. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6.3.2. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 8 februari 2012 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.