RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie: Rotterdam
beschikking ex artikel 7:685 burgerlijk wetboek
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HG International B.V.,
gevestigd te Almere,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C. Nekeman te Amsterdam,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. A. Öntas te Amsterdam.
De processtukken en de loop van het geding
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
?- verzoekschrift;
- verweerschrift.
Partijen hebben te kennen gegeven geen prijs te stellen op een mondelinge behandeling.
Het verzoek en de beoordeling daarvan
Het verzoek strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen.
Aan de genoemde stukken kan wat de feiten betreft het volgende worden ontleend:
?- Verweerder, geboren op [geboortedatum], is sinds 1 november 1985 bij verzoekster in dienst. Zijn functie is Export Manager.
?- Het loon van verweerder bedraagt thans € 5.308,25 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag.
Uit de stellingen van partijen blijkt dat zij het er in wezen over eens zijn dat er gronden bestaan om:
?- de tussen hen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 mei 2008 te doen ontbinden, wegens -kort gezegd- het bereiken van de 65-jarige leeftijd van verweerder en het aangaan per 2 mei 2008 van een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd;
?- geen vergoeding als bedoeld in artikel 7:685 lid 8 BW toe te kennen.
De kantonrechter heeft geen reden om daarover anders te oordelen.
Partijen hebben verder verklaard dat het onderhavige verzoek geen verband houdt met het bestaan van enig opzegverbod. De kantonrechter gaat ervan uit dat die mededeling juist is.
Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt derhalve toegewezen, zonder toekenning aan verweerder van een vergoeding.
Gelet op de aard van het geschil worden geen termen aanwezig geacht om de ene partij de proceskosten van de andere partij te laten vergoeden.
De beslissing
De kantonrechter,
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 mei 2008;
bepaalt dat elk der partijen de eigen kosten van deze procedure draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.F. Lubberink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.