Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2013:11210

Rechtbank Rotterdam
20-11-2013
03-07-2014
2396519
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Strikte toepassing naleving beleid, beleidsregels en reglementen.

Rechtspraak.nl
AR 2014/468
AR-Updates.nl 2014-0585
VAAN-AR-Updates.nl 2014-0585

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 2396519 VV EXPL 13-580

uitspraak: 20 november 2013

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zittinghoudende te Rotterdam

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te Rotterdam,

bij exploot van dagvaarding van 28 oktober 2013,

gemachtigde: mr N.L.E.M. Bynoe,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Fair Play Centers B.V.,

gevestigd te Kerkrade,

Fair Play,

gemachtigde: mr. S.G.J. Habets.

Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] en Fair Play.

1 Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

- de dagvaarding met producties;

- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling door Fair Play overgelegde

producties.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 november 2013. Beide partijen hebben gebruik gemaakt van pleitnotities.

2 De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.

2.1.

[eiser], geboren op [geboortedatum], is op 16 juni 2008 in dienst getreden van Fair Play (behorend bij de Janshen-Hahnraths Group) op basis van een arbeidsovereenkomst in de functie van Medewerker Amusementscenter, thans voor onbepaalde tijd. Het salaris van [eiser] bedraagt € 1.908,89 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten, waaronder een toeslag voor werkzaamheden als Verantwoordelijke van Dienst (hierna: VvD).

2.2.

Artikel 8.4 (Disciplinaire maatregelen) van de arbeidsvoorwaarden van Janshen-Hahnraths Group vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

‘Medewerker dient zich aan de regels en voorschriften van het bedrijf te houden. Alle medewerkers worden geacht van de voorschriften op de hoogte te zijn en de gevolgen van overtreding daarvan te kennen.

Wanneer in strijd met de bedrijfsregels en voorschriften wordt gehandeld kan, afhankelijk van de ernst van de begane overtreding, tot de volgende maatregelen worden besloten:

(…)

c. schorsing of non-actiefstelling

(…)

e. ontslag op staande voet.

(…)

Ad e Ontslag op staande voet wordt gegeven in geval van ernstige overtredingen, enkele voorbeelden zijn:

frauduleuze handelingen of diefstal;

(…)

2.3.

De hoofdkluis is uitsluitend toegankelijk voor de locatiemanager. De aanvulkluis (kluis 1) is toegankelijk voor de locatiemanager en de VvD. De derde kluis (werkkluis of kassakluis) is toegankelijk voor de locatiemanager, de VvD en de kassier. Deze kluis wordt gebruikt voor de reguliere transacties in het kassahuis. Indien er onvoldoende geld voorhanden is in de werkkluis, dan dient deze kluis door de VvD te worden aangevuld met geld uit de aanvulkluis. Voor alle geldhandelingen en de registratie van de hoeveelheid geld die zich in de kluizen bevindt wordt gebruik gemaakt van het REAC-systeem, een elektronisch kasboek voor alle geldstromen. Een geldhandeling/transactie vanuit de kluizen kan alleen gebeuren indien de kassier, VvD of locatiemanager zich aanmeldt met een “tag”.

2.4.

Op zaterdag 4 mei 2013 heeft [eiser] samen met mevrouw [X], beiden die dag belast met de extra taak van VvD, in het kader van de avonddienst werkzaamheden verricht. Op deze zaterdagavond lag in kluis 1 een bedrag van € 20.000,--, verdeeld in vier bundels van biljetten van vijftig euro. [eiser] en [X]hebben dit samen gecontroleerd. Daarna is [eiser] nog bij de kluizen gebleven. Nadien is niemand meer in kluis 1 geweest. Op maandagochtend 6 mei 2013 waren twee bundels van vijftig euro (in totaal een bedrag van € 10.000,00) uit kluis 1 verdwenen.
Fair Play heeft na deze constatering de afdeling Beveiliging ingeschakeld die onderzoek heeft verricht en registraties van videobeelden van 4, 5 en 7 mei 2013, gemaakt door de beveiligingscamera’s, heeft veiliggesteld. De afdeling Beveiliging heeft op 13 mei, 10 juni, 5 juli, 13 juli en 3 augustus 2013 met [eiser] gesproken.

2.5.

Bij brief van 16 juli 2013 heeft Fair Play [eiser] op non actief gesteld wegens geconstateerde onregelmatigheden. [eiser] heeft hiertegen bij monde van zijn gemachtigde op 24 juli 2013 schriftelijk geprotesteerd en zich daarbij beschikbaar gehouden voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden.

2.6.

Na het gesprek op 3 augustus 2013 heeft Fair Play [eiser] op staande voet ontslagen. Dit ontslag heeft Fair Play bij brief van 6 augustus 2013 bevestigd.

2.7.

De gemachtigde van [eiser] heeft bij brief van 16 augustus 2013 de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.

2.8.

Op 23 augustus 2013 heeft Fair Play aangifte tegen [eiser] gedaan wegens verduistering in dienstbetrekking.

3 De stellingen van partijen

3.1.

[eiser] heeft overeenkomstig de dagvaarding onder overlegging van stukken gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

1. Fair Play te veroordelen om [eiser] binnen 24 uur na het wijzen van het vonnis toe te laten tot zijn gebruikelijke werkzaamheden als medewerker amusementscentrum en verantwoordelijke van dienst op de gebruikelijke tijdstippen en condities op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan gedurende welke Fair Play in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;

2. Fair Play te veroordelen aan [eiser] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het loon van € 1.908,89 per maand te vermeerderen met nachttoeslag en toeslag verantwoordelijke van dienst en de overige emolumenten vanaf 3 augustus 2013 totdat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze is geëindigd;

3. Fair Play te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten begroot op

€ 329,90;

4. Fair Play te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het onder 2 bedoelde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente over zowel het onder 2 en 3 gevorderde als over de vertragingsverhoging met ingang van 3 augustus 2013 tot de dag der algehele voldoening;

5. Fair Play te veroordelen in de kosten van dit geding, een salaris voor de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen.

Aan zijn vordering heeft [eiser] - samengevat weergegeven en voor zover van belang - ten grondslag gelegd dat de reden voor het ontslag op staande voet onduidelijk is. Uit de brief van 3 augustus 2013 blijkt niet welk feitencomplex exact aan de reden voor het ontslag op staande voet ten grondslag ligt. De ontslagbrief maakt melding van de vermissing van

€ 10.000,-- waarna een aantal gesprekken met [eiser] is gevoerd. Daarin is slechts aan [eiser] gevraagd om over de gebeurtenissen voorafgaande aan de vermissing van het bedrag te verklaren. Naar aanleiding van deze verklaringen zijn geen harde conclusies getrokken of verwijten gemaakt aan [eiser]. Het is onduidelijk welke verplichtingen [eiser] precies heeft veronachtzaamd en het is onduidelijk of [eiser] verweten wordt de € 10.000,-- te hebben weggenomen. In ieder geval komt dit op geen enkele wijze uit de brief naar voren en het is nimmer tegen [eiser] gezegd.

Nu niet duidelijk is naar aanleiding van welke gedragingen van [eiser] Fair Play meent dat sprake is van een dringende reden en derhalve de dringende reden niet is komen vast te staan, kan het ontslag op staande voet geen stand houden.

3.2.

Fair Play voert hiertegen het volgende aan. Fair Play stelt dat zij een strikt zero-tolerancebeleid hanteert ten aanzien van ontoelaatbaar gedrag. Dit is binnen haar organisatie bekend en dus ook bij [eiser]. Alle medewerkers worden uitvoerig geïnstrueerd over de kluisprocedures en de bijbehorende verantwoordelijkheden. [eiser] is van deze procedures op de hoogte, zeker als VvD.

Tijdens de kascontrole op 6 mei 2013 is geconstateerd dat er een bedrag van € 10.000,-- ontbrak. Naar aanleiding van deze verdwijning heeft Fair Play de afdeling Beveiliging ingeschakeld om onderzoek te doen. In dit kader hebben er gesprekken met [eiser] plaatsgevonden waarbij [eiser] tegenstrijdige en ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd. Daarmee heeft [eiser] de verdenking op zich geladen betrokken te zijn bij de verdwijning van gelden. Door deze handelwijze is [eiser] het vertrouwen van Fair Play onwaardig geworden en heeft hij zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst op grovelijke wijze veronachtzaamd. Dit heeft Fair Play [eiser] ook medegedeeld tijdens het gesprek op 3 augustus 2013 toen zij het dienstverband met onmiddellijke ingang opzegde. Fair Play is met de grootst mogelijke voortvarendheid te werk gegaan, maar zij heeft deze voortvarende werkwijze niet ten koste laten gaan van de zorgvuldigheid. Zij heeft echter geen tijd laten verstrijken toen zij de zaken eenmaal helder had. Fair Play heeft dan ook onverwijld opgezegd en de dringende reden onverwijld aan [eiser] medegedeeld.

3.3.

De overige stellingen van partijen zullen voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vordering worden besproken.

4 De beoordeling van de vordering

4.1.

Voldoende is gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de door hem gevorderde voorziening, zodat hij in zoverre ontvankelijk is in zijn vordering.

4.2.

In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.

4.3.

Een werkgever kan een werknemer op non actief stellen, als hij daar een goede grond voor heeft. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij diefstal of ander laakbaar gedrag. Het vermoeden dat sprake is van een dergelijk gedrag kan dan tijdens de op non-actief stelling nader worden onderzocht.

4.4.

Bij de mondelinge behandeling is gebleken dat [eiser] zich terdege bewust was van de arbeidsvoorwaarden en de regels en procedures die binnen de organisatie van Fair Play gelden en waarvoor hij heeft getekend. In de arbeidsvoorwaarden is de bepaling opgenomen dat schorsing of non-actiefstelling met behoud van salaris aan de orde is in het geval dat de medewerker wordt verdacht van een ernstige overtreding en verder onderzoek noodzakelijk is. Daarbij geldt de "Gedragscode medewerkers Janshen-Hahnraths Group", waarbij het medewerkers verboden is onrechtmatige geldhandelingen te verrichten en/of zich eigendommen van Janshen-Hahnraths Group en/of klanten toe te eigenen.

4.5.

Als onweersproken staat vast dat [eiser] in de eerste gesprekken heeft volgehouden dat hij op 4 mei 2013 samen met [X]de kluizen had gecontroleerd en dat daarna de aanvulkluis is gesloten en niet meer is geopend. [eiser] is tijdens die gesprekken nadrukkelijk gevraagd of de kluis echt niet meer door hem is geopend, wat hij ontkende. Nadat Fair Play [eiser] tijdens het derde gesprek op 5 juli 2013 erop gewezen had dat uit de video-opnamen bleek dat hij na het vertrek van [X]alleen bij de kluis was geweest en bij de kluis gebukt zat, verklaarde [eiser] dat hij zich opeens herinnerde dat hij nog in de aanvulkluis was geweest om een aanvulling te doen van de aanvulkluis naar de werkkluis. Toen [eiser] tijdens het gesprek op 13 juli 2013 gevraagd werd wat hij deed in geval van een aanvulling van de werkkluis via de aanvulkluis antwoordde hij dat hij dit noteerde in het REAC-systeem en dat hij dit ook gedaan had op 4 mei 2013. Uit de uitdraai van het REAC-systeem bleek echter dat er geen enkele aanvulling te zien was die avond.

4.6.

[eiser] heeft door zijn tegenstrijdige en niet-consistente verklaringen de verdenking op zich geladen dat hij betrokken zou kunnen zijn bij de vermissing van het geld, en dit is hem ook meegedeeld als reden voor het ontslag. Het valt op dat [eiser] pas toen hem werd meegedeeld dat op video-opnamen te zien was dat hij na het vertrek van [X]nog wél bij de kluis was geweest, zijn verklaring bijstelde. Dat [eiser] de gang van zaken was vergeten, zoals hij verklaarde, is niet aannemelijk gelet op het feit dat er slechts een korte tijd was verstreken tussen de vermissing van het geld en het eerste gesprek op 13 mei 2013 en [eiser] gezien de situatie moest weten dat het hier om belangrijke informatie ging.

[eiser] heeft zich daarbij niet gehouden aan het vierogen principe en aan de voorgeschreven registratie van het verplaatsen van gelden in het REAC-systeem. De verklaring van [eiser] dat bij interne verplaatsing registratie niet gebruikelijk is voldoet niet, gezien de gemotiveerde betwisting hiervan door Fair Play tijdens de mondelinge behandeling.

4.7.

Hoewel Fair Play, gelet op de handelwijze en de tegenstrijdige verklaringen van [eiser], goede gronden had om hem op non actief te stellen, valt niet volledig uit te sluiten dat na gedegen feitenonderzoek in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat geen sprake is van een dringende reden, noodzakelijk voor een ontslag op staande voet. Het gaat echter te ver om op de uitkomst van een feitenonderzoek en de beoordeling daarvan door de bodemrechter vooruit te lopen door de onderhavige vorderingen ten aanzien van de wedertewerkstelling en de doorbetaling van loon in kort geding reeds toe te wijzen. Overigens geeft hetgeen door [eiser] is aangevoerd met betrekking tot het onderzoek door de afdeling Beveiliging van Fair Play op voorhand geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid en zorgvuldigheid van dit onderzoek. Ook is er enkel op grond van het feit dat de verklaringen van medewerkers van Fair Play (die dus in een gezagsverhouding staan tot Fair Play) afkomstig zijn geen reden om aan de juistheid van die verklaringen te twijfelen en deze daarom buiten beschouwing te laten.

4.8.

In deze procedure kan op basis van hetgeen thans voorligt dan ook niet met voldoende zekerheid worden aangenomen dat een vergelijkbare vordering van [eiser] in een bodemprocedure toegewezen zal worden, zodat de gevraagde voorzieningen worden geweigerd.

4.9.

[eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

5 De beslissing

De kantonrechter,

rechtdoende in kort geding:

wijst de vorderingen af;

veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Fair Play vastgesteld op 300,-- aan gemachtigdensalaris.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Japenga en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

199

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.