3.1.
Cross Link vordert na wijziging van eis in conventie - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
I. te verklaren voor recht dat Cross Link zich op goede gronden heeft beroepen op het
recht tot opschorting van haar verplichtingen krachtens de management overeenkomst met FiberCore.
II. A. primair, voor zover de management overeenkomst niet is geëindigd bij brief van
5 april 2011, FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen terzake management vergoeding over de periode augustus 2010 tot en met november 2011, zijnde een bedrag van € 107.642,-- te vermeerderen met BTW althans een in goede justitie te bepalen bedrag ter zake daarvan;
B. subsidiair, voor zover de management overeenkomst wel is geëindigd bij brief van 5 april 2011, FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen de managementvergoeding augustus 2010 tot en met maart 2011, zijnde een bedrag van € 54.845,20 te vermeerderen met BTW;
C. eveneens subsidiair, namelijk voor zover de management overeenkomst wel is geëindigd bij brief van 5 april 2011, FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen een bedrag ter zake schade, voorlopig begroot op de redelijke opzegtermijn van 24 maanden, althans op in goede justitie te stellen aantal maanden, voorlopig begroot op een bedrag van € 158.160,- te vermeerderen met BTW, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
zowel primair als subsidiair
III. FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen een bedrag van
€ 17.941,89 te vermeerderen met BTW, ter zake accountantskosten, althans een in goede justitie te vermenen bedrag;
IV. FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen de buitengerechtelijke incassokosten (tot en met maart 2011) van € 13.284,-- exclusief BTW en te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten met ingang van april 2011, althans tenminste € 1.788,88, althans een in goede justitie te bepalen vergoeding;
V. FiberCore te veroordelen om aan Cross Link te betalen de wettelijke handelsrente over alle opeisbaar onbetaald gelaten declaraties (uitgaande van een betaaltermijn van dertig dagen) en over anderszins gevorderde bedragen, vanaf de dag der opeisbaarheid (voor wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten met ingang van 8 juli 2010), tot aan de dag der algehele voldoening en tot betaling van wettelijke handelsrente op wettelijke handelsrente over ieder betreffend bedrag met ingang van een jaar na het opeisbaar worden;
VI. FiberCore te veroordelen in alle kosten samenhangende met conventie, waaronder de beslagkosten.
FiberCore betwist de vordering in conventie en concludeert in conventie:
1. de vordering af te wijzen;
In reconventie vordert FiberCore - verkort weergegeven - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
2. te verklaren voor recht dat
a. Cross Link ten onrechte de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de management overeenkomst heeft opgeschort;
b. de management overeenkomst op 5 april 2011, althans 7 april 2011, is geëindigd;
3. Cross Link te veroordelen tot afgifte van de bedrijfsmiddelen die zij onder zich heeft aan FiberCore, binnen 3 dagen na betekening van het vonnis, op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag dat zij daarmee in gebreke is;
4. te verklaren voor recht dat Cross Link gehouden is aan FiberCore tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 25.000,-- op grond van de verplichting van Cross Link om een achtergestelde geldlening voor dit bedrag te verstrekken aan FiberCore;
5. te verklaren voor recht dat Cross Link gehouden is aan FiberCore tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 12.032,-- ter zake van de verplichting van Cross Link om de door haar ontvangen WBSO-bijdragen voor de jaren 2009 en 2010 aan FiberCore door te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag, berekend vanaf 24 augustus 2011, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen datum, tot de datum der algehele voldoening;
6. te verklaren voor recht dat FiberCore de door haar uit hoofde van de management overeenkomst op grond van de facturen met nummer 10.009 en 10.010 aan Cross Link verschuldigde bedragen ter grootte van € 8.103,-- en € 8.465,-- bevoegd heeft verrekend met de onder 4. en 5. bedoelde bedragen;
7. Cross Link te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan FiberCore te betalen een bedrag van € 20.464,-- , zijnde het bedrag dat resteert na de onder 6. bedoelde verrekening, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag berekend vanaf 24 augustus 2011, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen datum, tot de datum der algehele voldoening;
8. te verklaren voor recht dat:
a. Cross Link op 20 april 2011 onrechtmatig conservatoir beslag heeft laten leggen ten laste van FiberCore;
b. Cross Link aansprakelijk is voor de schade die FiberCore daardoor heeft geleden en nog zal lijden;
9. primair: bij wijze van reële executie de door Cross Link gelegde belagen ten laste van FiberCore met onmiddellijke ingang op te heffen, althans
10. subsidiair: Cross Link te veroordelen de door haar gelegde beslagen ten laste van FiberCore op te heffen, binnen 24 uur na betekening van het vonnis, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag dat zij daarmee in gebreke is;
11. Cross Link te veroordelen tot betaling aan FiberCore van een bedrag gelijk aan de schade die FiberCore heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de door Cross Link gelegde beslagen ten laste van FiberCore, welke schade nader is op te maken bij staat
en vordert in conventie en in reconventie:
1. Cross Link te veroordelen in de kosten van het geding en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
Cross Link betwist de vordering in reconventie en concludeert tot afwijzing daarvan met veroordeling van FiberCore in de kosten van het geding in reconventie.