3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
ten aanzien van achterstallig loon, vakantietoeslag en pro rata dertiende maand
a. verklaart voor recht dat Concordia de Keizer een bedrag van €24.474,72 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, exclusief wettelijke verhoging en wettelijke rente, aan [eiser] is verschuldigd ter zake van achterstallig loon, vakantietoeslag en pro rata dertiende maand;
verklaart voor recht dat Concordia de Keizer voorts een bedrag van €1.000,00 netto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, exclusief wettelijke verhoging en wettelijke rente, aan [eiser] is verschuldigd ter zake van achterstallig loon;
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis het netto equivalent van €24.474,72 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% alsmede met de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 augustus 2013, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening, aan [eiser] te betalen door middel van overboeking van het verschuldigde bedrag op bankrekeningnummer [rekening] ten name van J. [eiser] te Krimpen aan den IJssel;
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis het bedrag van €1.000,00 netto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% alsmede met de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 augustus 2013, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening, aan [eiser] te betalen door middel van overboeking van het verschuldigde bedrag op bankrekeningnummer [rekening] ten name van J. [eiser] te Krimpen aan den IJssel;
Concordia gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis aan [eiser] een schriftelijke bruto/netto-specificatie te verstrekken van de hierboven in vorderingen c. en d. bedoelde betalingen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Concordia in gebreke is aan deze veroordeling te voldoen;
ten aanzien van pensioenpremies
verklaart voor recht dat Concordia de Keizer een bedrag van €2.582,19 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, exclusief wettelijke rente, te weinig aan pensioenpremies heeft afgedragen ten behoeve van de pensioenregeling van [eiser] zoals die is verzekerd bij ASR Levensverzekering N.V. (administratienummer [nummer]);
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis het bedrag van €2.582,19 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, vermeerderd met de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 augustus 2013, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, te betalen aan ASR Levensverzekering N.V. ten behoeve van de voor [eiser] afgesloten pensioenregeling (administratienummer [nummer]);
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis aan [eiser] een schriftelijk bewijsstuk te verstrekken dat de in vordering g. bedoelde betaling is verricht, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Concordia de Keizer in gebreke is aan deze veroordeling te voldoen;
ten aanzien van saldo openstaande, niet genoten vakantiedagen
i. verklaart voor recht dat [eiser] bij het einde van zijn arbeidsovereenkomst een saldo van 14,75, althans een door de rechtbank vast te stellen aantal, opgebouwde, doch niet genoten vakantiedagen had;
verklaart voor recht dat Concordia de Keizer ter zake van het in vordering i. bedoelde saldo opgebouwde, niet genoten vakantiedagen aan [eiser] een bedrag van €13.802,46 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, exclusief wettelijke verhoging en wettelijke rente, is verschuldigd;
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis het netto equivalent van €13.802,46 bruto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% alsmede met de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 1 augustus 2013, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, aan [eiser] te betalen door middel van overboeking op bankrekeningnummer [rekening] ten name van [eiser] te [woonplaats];
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het vonnis aan [eiser] een schriftelijke bruto/netto-specificatie te verstrekken van de hiervoor onder k. bedoelde betaling, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Concordia de Keizer in gebreke is aan deze veroordeling te voldoen;
ten aanzien van het non-concurrentiebeding
primair:
verklaart voor recht dat het non-concurrentiebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen partijen geen gelding meer heeft, omdat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, althans dat de rechtsgeldigheid ervan is komen te vervallen omdat sprake is van een zodanige ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding dat het non-concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken;
subsidiair:
het non-concurrentiebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen partijen geheel vernietigt op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van Concordia de Keizer, [eiser] door dit beding onbillijk wordt benadeeld;
meer subsidiair:
- het non-concurrentiebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen partijen gedeeltelijk vernietigt in die zin dat het non-concurrentiebeding als volgt komt te luiden:
"Werknemer verklaart met werkgever te zijn overeengekomen, dat hij zich gedurende een periode van een jaar na beëindiging van zijn dienstbetrekking met werkgever zal onthouden van:
het zelf (voor eigen rekening of voor rekening van derden) hebben van zakelijke contacten - in welke zin ook en op wiens initiatief ook - met marine-verzekerden, waarvoor werknemer in dienst van werkgever zelf en rechtstreeks werkzaamheden heeft verricht en die op het moment van beëindiging van de dienstbetrekking één of meer verzekeringen hebben, of in de periode drie jaar daaraan voorafgaand hadden, waarbij werkgever (of één harer dochterondernemingen of een aan haar gelieerde onderneming), fungeert of fungeerde als assurantietussenpersoon of als verzekeraar.";
- de geldigheid van het non-concurrentiebeding in tijd beperkt tot de datum van het vonnis indien voor 1 augustus 2014 uitspraak wordt gedaan;
- Concordia veroordeelt tot betaling van een billijke vergoeding aan [eiser] op grond van artikel 7:653 lid 4 BW van € 12.500,00 bruto per maand, althans een door de rechtbank vast te stellen vergoeding, voor de duur dat [eiser] gebonden is aan het non-concurrentiebeding.
ten aanzien van buitengerechtelijke incassokosten
Concordia de Keizer gelast om binnen 5 werkdagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan [eiser] het bedrag van € 1.390,00 netto, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag, vermeerderd met de verschuldigde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, te betalen ter vergoeding van de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten door middel van overboeking op bankrekeningnummer [rekening] ten name van [eiser] te [woonplaats].
Concordia de Keizer veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.4.
Concordia de Keizer vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover de wet dat toelaat uitvoerbaar bij voorraad:
A. primair
verklaart voor recht dat [eiser] voor een periode van één jaar, te rekenen vanaf 1 augustus 2013, gebonden is aan het tussen Concordia de Keizer en [eiser] op 9 maart 2005 schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding, en het daarmee verbonden boetebeding, zoals aangehecht aan zijn arbeidsovereenkomst van eveneens 9 maart 2005;
subsidiair
verklaart voor recht dat [eiser] voor een periode van één jaar, te rekenen vanaf 1 augustus 2013, gebonden is aan het tussen Concordia de Keizer en [eiser] op 9 maart 2005 schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding, en het daarmee verbonden boetebeding, zoals aangehecht aan zijn arbeidsovereenkomst van eveneens 9 maart, met dien verstande dat onder verzekerden uitsluitend marine-verzekerden van Concordia de Keizer worden verstaan;
meer subsidiair
verklaart voor recht dat [eiser] voor een periode van één jaar, te rekenen vanaf 1 augustus 2013, gebonden is aan het tussen Concordia de Keizer en [eiser] op 9 maart 2005 schriftelijk overeengekomen concurrentiebeding, en het daarmee verbonden boetebeding, zoals aangehecht aan zijn arbeidsovereenkomst van eveneens 9 maart 2005, met dien verstande dat onder verzekerden uitsluitend marine-verzekerden van Concordia de Keizer worden verstaan waarvoor [eiser] direct of indirect werkzaamheden heeft verricht;
verklaart voor recht dat [eiser] slechts aanspraak heeft op een bonus over 2013 indien hij het gehele kalenderjaar 2013 bij Concordia de Keizer in dienst was;
verklaart voor recht dat Concordia de Keizer en [eiser] nimmer een overeenkomst tot loonsverhoging hebben gesloten althans dat deze overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk is vernietigd door Concordia de Keizer, althans dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en in strijd met goed werknemerschap is om op uitbetaling daarvan onder de huidige omstandigheden aanspraak te maken;
verklaart voor recht dat de uitbetaling van € 3.000,00 netto vanuit Concordia N.V. (België) onverschuldigd is gedaan aangezien deze overeenkomst op goede gronden buitengerechtelijk is vernietigd, althans op grond van het feit dat [eiser] nimmer de vereiste prestatie heeft verricht, althans dat uitbetaling onder de huidige omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
[eiser] veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Concordia de Keizer te betalen een bedrag ad € 11.318,40 (zegge: elfduizend driehonderd achttien euro en veertig eurocent) ten titel van onverschuldigd betaald voorschot op de bonus van Concordia de Keizer, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
[eiser] veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Concordia de Keizer te betalen een bedrag ad € 3.000,00 netto (zegge: drieduizend euro) ten titel van een onverschuldigd betaalde beloning vanuit Concordia N.V. (België) welke vordering is gecedeerd aan Concordia de Keizer, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
[eiser] veroordeelt om aan Concordia de Keizer te voldoen een bedrag ter zake van buitengerechtelijke kosten van € 544,50 (vijfhonderd vierenveertig euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van verzuim;
[eiser] veroordeelt in de kosten van het geding, onder bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaats vindt - (ii) te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van [eiser] in de nakosten de somma € 131,00 (zegge: honderd eenendertig euro), dan wel, indien betekening plaatsvindt, de somma van € 199,00 (zegge: honderd negenennegentig euro).