3.1
Woonbron heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, - verkort weergegeven-:
- de huurovereenkomst te ontbinden;
- Obin q.q. te veroordelen het gehuurde te verlaten en ontruimen onder afgifte van sleutels en het gehuurde ter vrije en algehele beschikking te stellen van Woonbron;
- Obin q.q. te veroordelen aan Woonbron te betalen € 3.815,66 aan huurachterstand tot en met januari 2015 en eindafrekening service- en stookkosten 2013, € 257,04 aan buitengerechtelijke incassokosten, € 9,23 aan vastgestelde rente, in totaal € 2.162,37, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.896,10 vanaf de dag der dagvaarding en
€ 479,89 -of zoveel hoger als bij wettelijke huurverhoging is toegestaan- per maand aan huur vanaf 1 februari 2015 tot aan het tijdstip van ontbinding van de huurovereenkomst;
- Obin q.q. te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering legt Woonbron - zakelijk weergegeven – het navolgende ten grondslag. Op grond van de uitspraak van de HR (ECLI:NL:PHR:2014:105) is Obin de formele procespartij.
[naam huurder] is, ondanks diverse aanmaningen, in gebreke gebleven met tijdige voldoening van de huur en de eindafrekening service- en stookkosten 2013. Ter onderbouwing van haar vordering heeft Woonbron bij haar brief van 13 januari 2015 een nadere specificatie van de huurachterstand in het geding gebracht. Vanwege het betalingsverzuim is wettelijke rente verschuldigd.
De gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woonruimte met nevenvorderingen is gegrond op de toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [naam huurder]in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst.
Door het betalingsverzuim van [naam huurder]zag Woonbron zich genoodzaakt haar vordering uit handen te geven aan haar gemachtigde. Zij vordert als tegemoetkoming in de door haar verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten een bedrag ad € 257,04 op grond van de op de huurovereenkomst toepasselijke voorwaarden, dan wel ingevolge de wet.
3.3
Obin heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende -zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang- aangevoerd. Woonbron is niet-ontvankelijk in haar vordering, nu zij [naam huurder]niet heeft opgeroepen in het geding te verschijnen, zodat de dagvaarding niet rechtsgeldig is betekend.
Voor het geval Woonbron wel ontvankelijk is in haar vordering geldt het volgende. [naam huurder]betwist de huurachterstand niet. Wel is namens hem het volgende verweer gevoerd: [naam huurder]kampt met psychische problematiek welke hebben geleid tot zijn huidige detentie. In detentie ondergaat hij behandelingen en ontvangt hij medicatie. Een uithuiszetting zet ambulante behandeling en begeleiding op losse schroeven.
Daarnaast betwist [naam huurder]buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd te zijn nu hij niet herhaaldelijk is aangemaand en aangezegd, subsidiair dienen deze gematigd te worden nu [naam huurder]een aanvraag doorbetaling vaste lasten bij detentie heeft ingediend en hij na zijn detentie waarschijnlijk een beroep moet doen op de schuldsanering.