Uit artikel 7:673 lid 1 BW volgt dat de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd is indien – kort gezegd – de arbeidsovereenkomst ten minste 24 maanden heeft geduurd, de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever is ontbonden en geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn het bruto basissalaris, de vaste toeslag, de eindejaarsuitkering en de bonus uitdrukkelijk met partijen besproken, omdat in de stukken van partijen van verschillende bedragen werd uitgegaan. Uiteindelijk zijn partijen het erover eens dat het basissalaris € 2.542,53 bruto exclusief 8% vakantietoeslag bedraagt, de vaste toeslag € 373,55 bruto per maand waarover 8% vakantietoeslag wordt betaald, de eindejaarsuitkering € 55,19 bruto per maand en de bonus € 17,78 bruto per maand (€ 640,- over 36 maanden) waarover geen 8% vakantietoeslag wordt betaald. Rekening houdend met voornoemde bedragen, komt de transitievergoeding voor [verweerder] uit op een bedrag van
€ 29.001,10 bruto. Bij die berekening is de kantonrechter uitgegaan van een salaris van
€ 3.222,34 inclusief vakantietoeslag, te weten (€ 2.542,53 + € 373,55) x 8% + € 17,78 +
€ 55,19. Gelet op de leeftijd van [verweerder] en de duur van het dienstverband is sprake van
12 blokken van 1/6 maandsalaris en 14 blokken van een half maandsalaris. Aldus bedraagt de transitievergoeding € 29.001,10 te weten € 6.444,72 + € 22.556,38.