12 Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van 1 (één) jaar;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met dier mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , te betalen een bedrag van € 11.420,00 (zegge: elfduizendvierhonderdtwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover haar mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] te betalen € 11.420,00 (hoofdsom, zegge: elfduizendvierhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 11.420,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 92 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , waaronder begrepen betaling door haar mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met dier mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] , te betalen een bedrag van € 4.770,00 (zegge: vierduizendzevenhonderdzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover haar mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] te betalen € 4.770,00 (hoofdsom, zegge: vierduizendzevenhonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 4.770,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 57 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] , waaronder begrepen betaling door haar mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
en mrs. V. Mul en H. Benaissa, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Kegreisz, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet meermalen (met kracht) met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geslagen,
(art. 289/ 47 Wetboek van Strafrecht)
zij in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet meermalen (met kracht)met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geslagen, welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal (in vereniging) van een geldbedrag (met braak/verbreking) en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank, in elk geval enig goed/geldbedrag, strafbaar gesteld in (de) artikel(en) 310/311 van het Wetboek van Strafrecht, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
(art 288 / 47 Wetboek van Strafrecht)
zij in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet meermalen (met kracht) met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geslagen;
(art. 287 / 47 wetboek van Strafrecht)
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft [medeverdachte] met dat opzet meermalen (met kracht) met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] geslagen, welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal (in vereniging) van een geldbedrag (met braak/verbreking) en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank, in elk geval enig
goed/geldbedrag, strafbaar gesteld in (de) artikel(en) 310/311 van het Wetboek van Strafrecht, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door de (zij)deur van voornoemd pand afte sluiten en/of meermalen te controleren of een of meer deur( en) op slot waren;
(artikel 288 jo 310/311 jo 48 Wetboek van Strafrecht)
zij in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand gelegen aan de [adres horecagelegenheid] (" [horecagelegenheid] ") heeft weggenomen (uit een speelautomaat) een (grote) hoeveelheid geld en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [horecagelegenheid] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door braak/verbreking, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen (met kracht) slaan met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] , terwijl dat feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
(artikel 312 lid 2 en 3 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand gelegen aan de [adres horecagelegenheid] (" [horecagelegenheid] ") heeft weggenomen (uit een speelautomaat) een (grote) hoeveelheid geld en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [horecagelegenheid] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en zijn mededaders, zulks nadat hij, [medeverdachte] , dat/die weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik had gebracht door braak/verbreking, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen (met kracht) slaan met een hamer, althans een hard en/of kantig voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer] , terwijl dat feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- de (zij)deur van voornoemd pand afte sluiten en/of meermalen te controleren of een of meer deuren op slot waren en/of
- met sleutels (te trachten) de kassalade te openen en/of
- met sleutels (te trachten) de geldlade van de gokkast te openen en/of de geldlade van de gokkast leeg te schudden en/of
- het geld uit voornoemde kassalade en/of geldlade in een tas te stoppen en/of
- ( vervolgens) dat geld en/of voornoemde flessen (alcoholhoudende) drank uit voornoemd pand naar een auto te brengen en/of
- in de kelder van dat pand de digitale videorecorder(s) los te trekken van de (tulp)stekkers, teneinde de opnames door de bewakingscamera' s te stoppen;
(artikel 312 lid 3 jo 48 Wetboek van Strafrecht)
zij in of omstreeks de periode van 07 februari 2016 tot en met 08 februari 2016 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een pand gelegen aan de [adres horecagelegenheid] (" [horecagelegenheid] ") heeft weggenomen (uit een speelautomaat) een (grote) hoeveelheid geld en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [horecagelegenheid] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader( s), zulks nadat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) dat/die weg te nemen geld en/of goederen onder haar/hun bereik had(den) gebracht door braak/verbreking;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)