3.1.
De Combinatie vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op alle dagen en uren, alsmede op de minuut:
A. de gemeente Rotterdam te gebieden haar voorlopig gunningsvoornemen van 8 september 2017 met betrekking tot de Europese openbare aanbestedingsprocedure ten behoeve van Opleidings- en scholingsmakelaar, met kenmerk 1-263-16 en publicatienummer 2017/S 106-212571 binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis in te trekken, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 100.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen geldbedrag;
de gemeente Rotterdam te gebieden de inschrijving van de Combinatie alsnog geldig te verklaren, aan de Combinatie de mogelijkheid te bieden om een volledige UEA te verstrekken respectievelijk te uploaden en de inschrijving van de Combinatie alsnog mee te nemen in de beoordeling, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 100.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen geldbedrag;
de gemeente Rotterdam te gebieden de aanbestedingsprocedure binnen veertien dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 100.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen geldbedrag;
de gemeente Rotterdam de gemeente Rotterdam te gebieden over te gaan tot heraanbesteding van de onderhavige opdracht met inachtneming van het aanbestedingsrecht, binnen drie maanden na het in deze zaak te wijzen vonnis, voor zover de gemeente Rotterdam de opdracht die voorwerp is van deze aanbesteding alsnog wil doen laten plaatsvinden, op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 100.000,- althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen geldbedrag;
Zowel primair als subsidiair:
de gemeente Rotterdam te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening;
de gemeente Rotterdam te veroordelen om aan de Combinatie te betalen de nakosten ten bedrage van € 131,- zonder betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, vermeerderd met € 68,- in geval van betekening.
De Combinatie stelt daartoe het volgende.
3.2.
De Combinatie erkent dat RBO haar UAE niet volledig heeft ingevuld, maar de Combinatie acht de uitsluiting disproportioneel. Ten onrechte is aan de Combinatie geen mogelijkheid geboden om de omissie te herstellen, door alsnog - slechts - twee vinkjes te mogen plaatsen bij het antwoord “ja.” De Combinatie beroept zich voor het recht op herstel van haar inschrijving op het SAG-arrest (HvJ-EU 29 maart 2012, ECLI:EU:C:2012:191) en op het Manova-arrest (HvJ-EU 10 oktober maart 2013, ECLI:EU:C:2013:647). Ook wijst de Combinatie er op dat het - weliswaar hier niet toepasselijke - ARW in een herstelmogelijkheid voorziet (art. 4.22.6 ARW).