Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisadministratie personen op het adres: [adres verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J. van der Stel, advocaat te Dordrecht.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 april 2017.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. A.L. Hoekstra heeft gevorderd:
-
bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
-
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest.
4 Vrijspraak
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
Kort na de melding trof de politie braaksporen aan bij de voordeur van de in de tenlastegelegde woning, de regenpijp van de woning was afgebroken, de balkondeur stond open, de politie hoorde in de woning stemmen en hoorde mensen in de woning lopen en de woning was overhoop gehaald. De politie hield kort na de melding alle in- en uitgangen van de woning in het zicht, en had niemand naar buiten zien gaan. In de bosschages achter de woning trof de politie vervolgens de verdachte en een medeverdachte aan. Zij bevonden zich op een voor derden moeilijk toegankelijke plaats. Ook trof de politie dicht bij hen de bij de inbraak uit de woning meegenomen autosleutel van de aangever aan.
Beoordeling
Niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken. Anders dan door de officier van justitie is gesteld, kan noch op basis van de stukken in het dossier, noch op basis van het verdere onderzoek op de terechtzitting, de betrokkenheid van de verdachte worden vastgesteld bij hetgeen hem ten laste is gelegd.
Een bewijsmiddel dat de verdachte rechtstreeks aanwijst als betrokken bij de tenlastegelegde inbraak in de woning aan [adres delict] te Rotterdam op 16 januari 2017 ontbreekt. Evenmin is gebleken van handelingen van de verdachte waardoor hij, door nauwe en bewuste samenwerking met (een) mededader(s), als medepleger van de woninginbraak kan worden aangemerkt. De uit het politieonderzoek beschikbare gegevens bieden onvoldoende houvast voor de conclusie dat de verdachte als zodanig betrokken is geweest bij de inbraak. Deze gegevens zouden hooguit kunnen dienen als “circumstantial evidence”, maar leveren - zonder nader steunbewijs - geen redengevende feiten en/of omstandigheden voor het bewijs van het ten laste gelegde op, noch afzonderlijk, noch in onderlinge samenhang en in onderling verband bezien. Ander bewijs ontbreekt eveneens.
5 Benadeelde partij
Vordering
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] , wonende te Rotterdam. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 444,71 aan materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd deze vordering tot schadevergoeding in het geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente, alsmede met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd en ook artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet zal worden toegepast.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Conclusie
De verdachte hoeft geen schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partij.
6 Bijlage
De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
7 Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.K. Asscheman-Versluis, voorzitter,
en mrs. E.M.D. Angela en K.T. van Barneveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 januari 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (gelegen aan [adres delict] ) heeft weggenomen een (Renault) autosleutel en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door braak, verbreking en/of inklimming;
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: